EELS@ Vorst Nationaal, Brussel 08/04/2023
EELS @ VORST-NATIONAAL, BRUSSEL 08/04/2023
De Amerikaanse band EELS bestaat sinds 1995 en speelt in een steeds veranderende line-up van muzikanten de nummers van Mark Oliver Everett aka E. Tot op heden heeft de band al veertien studioalbums op hun teller staan. Hun eerste album “Beautiful Freak” uit 1996 was al onmiddellijk succesvol met hits als “Novocaine For The Soul” en “Susan’s House”. Het vervolgalbum “Electro-Shock Blues” (1998) wordt door vele fans en critici beschouwt als hun beste werk tot nu toe. Als zijn zus zelfmoord pleegt, zijn moeder vecht tegen terminale longkanker en zijn vader enkele jaren geleden ook al overleden was besefte E dat hij het enige levende lid van zijn familie was. “Electro-Shock Blues” werd zijn therapie om uit deze donkere periode te komen, voor zichzelf een optimistisch album, een album waardoor hij de dood accepteert. Op dit album vindt hij ook een muzikale stijl die EELS uniek maakt. Fijne popmelodieën, een donkere neerslachtige sfeer, de gruize stem van E, meermaals ondersteund door zijn broze gitaarspel en soms experimentele achtergrondgeluiden. Waar de eerste EELS live concerten gespeeld werden in een typische drie mans rock formatie veranderde dit in de volgende jaren, verschillende instrumenten werden toegevoegd, en zelfs optreden met een strijkkwartet was een mooie verrijking voor het geluid van de band. Op latere albums werd er ook meer gebruikt gemaakt van elektronische toevoegingen. Net voor het uitbreken van de covid pandemie was men klaar met het dertiende album van de band “Earth To Dora”, daar men het album niet live kon spelen wachtte men een half jaar om het uiteindelijk toch maar uit te brengen. Tijdens de pandemie periode schreef E dan ook maar het volgende album “Extreme Witchcraft” dat in 2022 verscheen. Na de meer elektronische benadering van hun vorige albums keert men op de laatste twee albums terug naar een meer organische geluid. We hebben er een tijdje moeten op wachten, maar uiteindelijk is er “The Lockdown Hurricane Tour” waarop beide albums in de schijnwerper staan. Voor het Europese luik van de tour mocht Inspector Cluzo, een tweemansband, het voorprogramma verzorgen. Deze twee heren zijn eigenlijk boeren van beroep, ze runnen een bio boerderij in de Gascogne, Frankrijk en kanten zich volledig tegen de geldwolven van Monsanto en Bayer. Drummer Mathieu en zanger/gitarist Laurent brengen met zijn tweetjes energieke bluesachtige hardrock. Verbazingwekkend hoe ze met hun tweetjes een geweldig geluid creëerden met fantastische vocale uithalen van zanger Laurent en het enthousiasme van drummer Mathieu ging zelfs zo ver dat hij even ging crowdsurfen. Voor de liefhebbers van stevige bluesrock go and see! Onder een nogal vreemde uitvoering van 2001: A Space Odeyssey wordt EELS verwelkomt op het podium. Ze knallen de show op gang met twee nummers uit hun laatste album, ‘Steam Engine’ en ‘Amateur Hour’, gevolg door twee covers ‘Me And The Boys’ (NRBQ) en ‘Watcha Gonna Do About It’ (Small Faces), prima rock and roll waarbij E met lange baard een voorzichtig danspasje waagt. Mooi uitgedost in feestelijke kostuumjasjes is de band opgewarmd om ons te plezieren met een twee uur durende concert. De muziekcatalogus van de band is erg ruim, maar het is vooral het album “Earth To Dora” dat E het nauwst aan het hart ligt. Van het kinderlijke eenvoudige ‘Anything But Boo’ en de speelse pop van ‘The Gentle Souls’ en ‘Are We Alright Again’, de nummers passen vlekkeloos in de setlist. ‘For the old shitters’ speelde de band ook wat ‘old shit’, E probeert het publiek te betrekken in zijn show met wat grapjes, maar toen de show een tiental minuten onderbroken werd wegens een defecte versterker was de improvisatie een beetje zoek, een schuchtere poging van de tweede gitarist, The Chet, met een geïmproviseerde versie van ‘Never Going Back Again’ (Fleetwood Mac) ten spijt. Dit werd echter onmiddellijk goed gemaakt met schitterende versies van ‘That Look You Give That Guy’ en het ontroerende ‘Climbing To The Moon’. ‘You Really Got Me’ van The KInks spelen met de tekst van ‘My Beloved Monster’ was echt niet nodig en ook ‘Drummer Man’ (Nancy Sinatra), een nummer om drummer Little Joe in de schijnwerpers te plaatsen, terwijl The Chet de vocals verzorgde, was een act die niet veel bijbracht. Prachtige versies van ‘Novocaine For The Soul’ en ‘I Like Birds’ deden dit gauw vergeten. Met ‘Baby Let’s Make It Real’ uit “Earth To Dora” werd de show beeindigd, maar het publiek wou best nog wat Eels songs horen. E en de band al snel terug het podium op met het bekende ‘Last Stop: This Town’, een typisch zalig EELS nummer. Alweer verliet de band het podium om al snel terug te komen om ‘Earth To Dora’ en ‘Wonderful, Glorious’ te spelen, waarna met de meezingbare cover ‘God Gave Rock And Roll To You’(Argent) de show met een enthousiast meezingend publiek werd afgerond. Luc Nuyts Foto's Sonja Schepers Thanks to Live Nation 25/03/2023Dez Mona @ CC De Muze, Heusden-ZolderDEZ MONA @ CC DE MUZE, HEUSDEN-ZOLDER 25/03/23 Desdemona, een vrouwelijk personage uit een toneelstuk van Shakespeare, inspireerde in 2003 zanger Gregory Frateur en contrabassist Nicolas Rombouts tot de keuze van Dez Mona als de naam van hun nieuwe band. Avant-garde muziek dat op elk volgend album anders klinkt, muziek die niet onmiddellijk het grote publiek zal aanspreken, maar wel een eigenheid heeft waardoor de band toch een mooie fanbase heeft kunnen opbouwen. Rond het thema ‘thuiskomen’ maken ze in 2011 met het Baroque Orchestration X de succesvolle eigentijdse opera ‘Saga’. In 2016 nam de band het album “Origin” op, waarna tijdens de daaropvolgende tour medeoprichter Nicolas Rombouts de band verliet. In 2019 maakt Dez Mona het album “Book Of Many”, gebaseerd op werk dat men componeerde rond de herdenking van Wereldoorlog I. In 2021 wordt de opvolger van “Saga” ingeblikt, “Lucy”, een combinatie van klassieke muziek en pop, een zoektocht naar verbondenheid in een steeds verder polariserende wereld. Het verleden jaar uitgebrachte “Loose Ends” is opnieuw van een andere makelij, met de simpele teksten van zanger Gregory Frateur creëerden gitarist Sjoerd Bruil en accordeonist, pianist Roel Van Camp een meestal opgewekt, swingend en toegankelijker geluid. Voormalig lid Tijs Delbeke, nu spelend bij Balthazar, verzorgde de productie voor dit negende album van Dez Mona. Hun theatertour heeft voor de eerste keer ook CC De Muze bereikt, waar men hun nieuwe langspeler komt voorstellen. Flamboyante zanger, op blote voeten, Gregory Frateur, drummer Karel De Backer, gitarist Sjoerd Bruil en accordeonist, pianist Roel Van Camp vormen een muzikaal ensemble waarbij er geen bass muzikant is, dit wordt met verve opgevangen door de gitarist, synths en de pianist. Met de nummers “The Power”, “Better Place” en “Loose Ends” speelt men al onmiddellijk drie tracks van hun nieuwe album. Met een perfecte mix van het geluid en de bezieling die de muzikanten in hun musiceren leggen is het een genot om deze band aan het werk te zien. Niet alleen zanger Gregory Frateur imponeert met zijn toch wel zalige zang, ook Roel Van Camp weet uit zijn (synth) accordeon erg fraaie klankkleuren te toveren. “Wicked” is het eerste nummer dat men schreef voor dit nieuwe album, een bezwerend nummer dat samen met het sprankelende “Fresh Water” een funky band laat horen met gitarist Sjoerd Bruil die fijne basriffs uit zijn gitaar haalt en drummer Karel De Backer die voor een groovy ritme zorgt. Het heerlijke, melancholische “Cops In Love” is één van de prachtige ballads die men speelt. “Dance” uit hun album “Lucy” schreef Frateur over een vriend waarbij vroegtijdige Alzheimer werd vastgesteld, het verlies van een ‘thuis’, solo aan de piano speelt hij dit emotionele breekbare nummer, ontroerend. “Use Me” begint met een eenvoudige ritmische begeleiding van drums en synths waarna gitarist Bruil zijn galmende gitaar even alle kanten laat opschuren. “Does It Make You Happy?” uit het album “Origin” is een stuk luchtiger. Ook het aansluitende nummer “The One” sluit zich daarbij aan, een stuk funkyer met een hakkig ritme doorspekt met het groovy gitaarspel van Bruils. Het rustigere “Dynamite” uit het nieuwe album mag de set afsluiten. De band staat wel al snel terug op het podium om nog enkele nummers te spelen, “jullie zijn echt vriendelijk” zegt Gregory Frateur, “ja, dit is Limburg” komt er uit het publiek waarna Frateur toch even een anekdote moest vertellen over zijn fietstocht met Stijn Meuris verleden jaar om naar de bloesems in Borgloon te gaan kijken. “Suspicion” is naar de normen van Dez Mona een erg toegankelijk nummer waarbij de fraaie pianobegeleiding een plezier is om naar te luisteren. “Times to cherish and things to live for” zingt Frateur, zijn mantra uit het nummer “A Part Of Us All” uit de band hun eigentijdse opera-album “Saga”. Een wijs nummer van een voortreffelijke band om dit bijzonder luisterrijk optreden af te sluiten. Luc Nuyts Met dank aan CC De Muze Heusden-Zolder Foto's: Sonja Schepers dEUS@AB, Brussel 17/03/2023dEUS @ AB, BRUSSEL 17/03/23
Na elf jaren wachten is het dEUS gelukt om met een opvolger te komen voor het in 2012 gereleaset album “Following Sea”. “How To Replace It” werd dit jaar in februari uitgebracht nadat er met “Must Have Been New” en “1989” al twee singles als teaser de wereld werden ingestuurd. Niet dat de band al die tijd stil heeft gezeten, zo vierde men de twintigste verjaardag van hun album “The Ideal Crash” met zowaar acht uitverkochte optredens in de Ancienne Belgique en werd gitarist Mauro Pawlowski vervangen door Bruno De Groote. De nummers van het nieuwe album, waar de band al sinds 2018 aan werkte, werden gevormd en ontwikkeld tijdens korte, explosieve jams waarna ze gefinetuned werden door de band. Het resultaat is wederom een heel waardig dEUS album, de band blijft gedurfde en inventieve alt rock maken met invloeden uit diverse muzikale stijlen (jazz, progrock,punk…). Gitarist Bruno De Groote nam in 2016 Mauro Pawlowski zijn plaats in als gitarist, maar door een beroerte moest hij op het einde van de opnames van het nieuwe album jammer genoeg de band verlaten en keerde Pawlowski terug. De vier opeenvolgende optredens in de Ancienne Belgique waren in een wip uitverkocht zodat ook bij dit laatste optreden de zaal tjokvol zat. Meltheads, vier jonge hongerige wolven brachten met veel furie een reeks garagerock songs waar de rock and roll van af spatte. Frontman Sietse Willems is een waar podiumbeest, Tim Pensaert (bas), Simon de Geus (drum) en gitarist Yunas De Proost zorgen voor de perfecte muzikale omlijsting. Zelfs in hun eigen moedertaal weten ze met het nummer “Naïef” het publiek helemaal in te pakken. Leuke band ! De titeltrack van het nieuwe album blijkt een perfect openingsnummer te zijn. Onder begeleiding van de intro van dit nummer, de paukenslag in marsritme, kwam de band op het podium als waren het gladiatoren. Een perfecte opener die gevolgd werd door “Man Of The House” ook een nummer uit het nieuwe album “How To Release It”. Maar liefst negen nummers werden er uiteindelijk uit dit album gespeeld, meestal een prettige kennismaking met het nieuwe materiaal. “Must Have Been New” met Tom Barman op akoestische gitaar krijgt met de melodische sologitaar van Mauro Pawlowski een fijne herkenbaarheid. “The Dream Is A Giver” en het breekbare “Love Breaks Down” met prachtige pianobegeleiding van pianist/violist Klaas Janzoons , nummers over de liefde, break up songs. Eigenzinnige experimenten versmelten met altrock melodieën, gedurfd maar meestal erg geslaagd, het blijft hét kenmerk van deze creatieve band. Drummer Stephane Misseghers en bassist Alan Gevaert zijn de rots in de branding, Mauro Pawlowski en Klaas Janzoons kleuren de muziek, Tom Barman is de leider. Met “Instant Street” uit het album “The Ideal Crash” ging het publiek voor de eerste keer helemaal uit de bol. Opgepept door de repetitieve gitaarriff op het einde van het nummer, mondde het nummer uit in gecontroleerde chaos. De band speelde een gevarieerde setlist van nieuwe en oude nummers, “Fell Of The Floor, Man” is disco op zijn Deus. Het grotendeels in het Frans gesproken “Quatre Mains” uit het vorige album is leuk meegenomen voor de Franstalige fans. Vernoemd naar de bekende excentrieke jazzmusicus Sun Ra werd het nummer “Sun Ra” de afsluiter. Natuurlijk speelde de band ook enkele bisnummers. Met publieksfavoriet “Roses” start men, het nummer beschrijft een intiem liefdesspel, waarbij de partners moeten raden welke figuren ze op elkaars rug tekenen. Nieuwe single “1989” volgt, het beginjaar van dEUS en het jaar van het overlijden van Tom Barman zijn vader. Barman zingt dit nostalgisch nummer in crooner modus gastzangeres Lies Lorquet fleurt het nummer op, mooie uitvoering! Met het nummer “Bad Timing” laat de band de zaal nog eens ontploffen. dEUS blijft één van de belangrijkste rockbands van het land met hun uniek geluid blijft de band live ‘a must see’. Luc Nuyts |
Death Cab for Cutie @Poppodium Tilburg.
10/03/2023
DEATH CAB FOR CUTIE
@013 Poppodium, Tilburg
10/03/2023
deathcabforcutie.com
https://www.facebook.com/deathcabforcutie
Dat frontman @BenGibbard een getalenteerd zanger en songschrijver is bewees hij in 1997 al toen hij wat solo materiaal opnam en dit op een cassettebandje uitbracht. De tape sloeg lokaal aan en #BenGibbard zocht wat muzikanten om zijn muzikaal project verder te zetten. De groep werd Death Cab For Cutie gedoopt, genoemd naar een nummer van de The Bonzo Dog Doo Dah Band, het nummer werd ook gebruikt in de film The Magical Mystery Tour van The Beatles.
Hun debuutalbum “Something About Airplanes” verscheen in 1998.
Hun eerste bekendheid verworven ze met het album “Transatlantiscim” (2003). Het album werd niet alleen positief ontvangen door de muziekliefhebber maar ook door de media industrie die diverse nummers gebruikten in TV series (oa CSI Miami) en films.
Met hun geslaagde melange van gevoelige pop en ‘grungy’ rock beleefde ze hun grote doorbraak met het album “Plans” in 2005. Het album leverde hen de hits “I Will Follow You Into The Dark” en “The Sound Of Settling” op plus enkele grammy nominaties.
Op latere albums van de band werd hun geluid wat alternatiever, de keyboards werden prominenter gebruikt en de gitaar verdween wat op de achtergrond. Het donker experimenterend geluid op het in 2008 uitgebrachte album “Narrow Stairs” werd echter wederom een succes en met het acht minuten durende “I Will Possess Your Heart” scoorde men weer een hit.
Op hun jongere albums “Kintsugi” (2015) en “Thank You For Today”(2018) werden de keyboard experimenten weer vervangen door een meer gitaar beladen geluid.
“Asphalt Meadows”(2022) is het tiende reguliere album van DCFC en ook wel hun meest consistente van het afgelopen decennia. Het album werd in volle corona tijd opgenomen en laat horen dat de band na 25 jaar nog steeds relevant is.
Het is de eerste keer dat de band in de 013 in Tilburg optreedt waar de fans de weg naartoe blijkbaar vlot gevonden hebben want ze zijn talrijk aanwezig. De sterke live reputatie van de band en het goed ontvangen nieuwe album heeft daar zeker toe bijgedragen.
Met de knappe opener uit het nieuwe album “I Don’t Know How I Survive” en de rocker “Roman Candles” startten ze hun bijna twee uren durende concert. De jarenlange tourervaring en hun brede muzikale erfenis laat een volwassen band horen die hun fans vertroetelen met een ruime setlist en een perfect geluid en dito lichtshow.
De zang van Ben Gibbard is beklijvend, zacht en weemoedig waar nodig , steeds vol overgave, zuiver en nauwkeurig. Bijgestaan door gitarist/backingvocals Dave Depper en aan de keyboards/gitaar Zac Rae die zorgen voor de mooie omkadering van de gevoeligere nummers. Aan de drumkit zit Jason McGerr, een beetje onopvallend met licht en luchtig drumwerk dat net subtiel genoeg is om een goede basis te zijn voor de nummers. Iets steviger kwamen de baslijnen van bassist Nick Harmer uit de subwoofers.
Oud en nieuw werk werd mooi afgewisseld, het percussiezware “Cath “, het meezingbare “Here To Forever”, het gevoelig “Black Sun” het zat allemaal verweven in hun ruime setlist. Ongeveer halverwege de show maakt de band het podium vrij terwijl Ben Gibbard “I Will Follow You Into The Dark” solo en akoestisch speelde, een moment van intimiteit in combinatie met het meezingkoor van de fans, heerlijk.
Wanneer de baslijn van “I Will Possess Your Heart” weerklinkt is het publiek onmiddellijk enthousiast. Ben Gibbard kruipt achter de staande piano en we horen een perfect uitgevoerde versie van dit acht minuten durende nummer. De interactie met het publiek is beperkt, Gibbard verteld dat ze hun tour in het noorden van Europa begonnen zijn en nu afzakken naar het zuiden. Elk land heeft wel zijn eigenheid weet hij, in Denemarken dragen vele mensen mooie schoenen, in Nederland zie je wel meer mensen die een mooie bril dragen.
Het ‘pa pa pa paa’ van het poppier “Sound Of Settling” werd voluit meegezongen door het publiek en met het onroerende “Foxglove Through The Clearcut” emotioneel gezongen door Ben Gibbard werd de set afgesloten.
Tot groot genoegen van het publiek speelde de band nog vier bisnummers met als definitieve afsluiter “Transatlantisicm” uit het gelijknamige album. Een euforisch einde aan een fabelachtig concert.
Review; Luc Nuyts
Photo's: SochePics, Sonja Schepers
Jason Isbell and The 400 Unit@De Roma- Borgerhout - Antwerpen
Quote: "Just carry yourself back to me unspoiled from across this lonesome ocean" - Jason Isbell
Click here to edit.
JASON ISBELL AND THE 400 UNIT @ De Roma, Borgerhout 12-11-2022
Jason Isbell speelde in 2006 al eens in De Roma, toen nog met de band Drive- by Truckers. Een jaar later zou hij onder lichte dwang van de andere bandleden uit de band stappen en een solo carriere starten. Drugs en alcoholverslaving fnuikten de carrière van deze toch wel talentvolle liedjesschrijver. Het is pas nadat hij zijn huidige vrouw, muzikante Amanda Shires, ontmoette dat hij komaf maakte van zijn alcoholverslaving en de prachtplaat “Southeastern” (2013) uitbracht.
Ook zijn volgende albums blijven van een hoge kwaliteit en leveren hem met “Something More Than Free”(2015) en “The Nashville Sound”(2017) vier Grammy’s op. Zijn veelal gevoelige, melodieuze nummers worden duidelijk door een groot publiek geapprecieerd.
In volle pandemie periode bracht hij in 2020 zijn zevende album uit, “Reunions”, weeral een verzameling sterke nummers die ons in die onzekere periode een beetje steun gaf.
Niet alleen zijn studiowerk is prachtig ook zijn live optredens zijn keer op keer uitstekend. Met zijn band de 400 Unit weet hij zijn nummers op magistrale wijze te brengen. De Roma was dan ook goed volgelopen om te genieten van een leuke muzikale avond van de Amerikaanse band uit Alabama.
‘High energy rock and roll’ hoorden we van het voorprogramma “His Lordship”. “His Lordship” is een duo met James Walborne ( ook gitarist bij The Pretenders) op gitaar en zang en Kristoffer Sonne op drums. Met toevoeging van een bassist treden ze live op als een trio. Ruwe rock and roll met punk en garage rock invloeden, snedig en met veel verve gebracht.
Met ‘What I’ve Done To Help’, openingstrack van zijn nieuwe album ‘Reunions’ openen Isbell en de 400 Unit hun set. Een lang meeslepend nummer met weinig variatie en een beetje een ontypisch geluid van de band. Er passeren trouwens heel wat nummers van dat nieuwe album zoals ‘It Gets Easier’, but it never gets easy, een nummer waar de alcoholverslaving weer ter sprake komt Zijn Grammy Award winning nummer ‘24 Frames’ is nog steeds fantastisch met een heerlijke slide gitaar die het nummer verrijkt . Springsteen heeft zijn E-Street Band, Neil Young zijn Crazy Horse en Jason Isbell zijn 400 Unit, een band die al sinds 2009 Isbell begeleid en waar hij zeker trots mag op zijn. De gitaar blijft het voornaamste instrument zowel Isbell (op Overseas)l als Sadler Vaden (op Last Of My Kind) laten prachtige slide solo’s horen. Op de keyboards vult Derry DeBorja de nummers mooi op en Jimbo Hart (bas) en Chad Gamble (drums) verzorgen de backbeat.
‘Honeysuckle blue’ is een stevig country-rock nummer van de band Drivin’ N Cryin’, gecoverd door Jason Isbell and the 400 Unit voor zijn Georgia Blue project. Een album vol met covers van muziek uit Georgia ter ondersteuning van de verkiezing voor president Biden in de staat Georgia. Gitarist Sadler Vaden maakte ooit deel uit van Drivin’ N Cryin’ en mag het nummer dan ook zingen.
En natuurlijk genoot het publiek van deze heerlijke Americana muziek die soms zeer gevoelig is zoals op ‘Speed Trap Town’ en dan weer wat heftiger zoals op ‘Stockholm’.
Afsluiter ‘Cover Me Up’ laat niemand onberoerd, aangrijpend liefdesnummer waar hij zijn liefde voor zijn vrouw Amanda Shires betuigt en waar hij zijn alcohol demonen probeert af te zweren.
Jason Isbell and the 400 Unit hebben nog twee bisnummers in petto. “If We Were Vampires” bekroond met een Grammy , de liefde kan eeuwig zijn maar het leven spijtig genoeg niet, weer een mooi gevoelig tijdloos nummer. De band neemt definitief afscheid met “Decoration Day”, een nummer dat Isbell schreef toen hij deel uitmaakte van Drive-By Truckers. Lang uitgesponnen nummer met de nodige gitaarsolo’s dat nogmaals laat horen hoe hecht de band speelt.
Eén van de toppers uit het alt-country genre heeft voor de liefhebbers van het genre weeral een fantastisch optreden gegeven.
Luc Nuyts
Jason Isbell speelde in 2006 al eens in De Roma, toen nog met de band Drive- by Truckers. Een jaar later zou hij onder lichte dwang van de andere bandleden uit de band stappen en een solo carriere starten. Drugs en alcoholverslaving fnuikten de carrière van deze toch wel talentvolle liedjesschrijver. Het is pas nadat hij zijn huidige vrouw, muzikante Amanda Shires, ontmoette dat hij komaf maakte van zijn alcoholverslaving en de prachtplaat “Southeastern” (2013) uitbracht.
Ook zijn volgende albums blijven van een hoge kwaliteit en leveren hem met “Something More Than Free”(2015) en “The Nashville Sound”(2017) vier Grammy’s op. Zijn veelal gevoelige, melodieuze nummers worden duidelijk door een groot publiek geapprecieerd.
In volle pandemie periode bracht hij in 2020 zijn zevende album uit, “Reunions”, weeral een verzameling sterke nummers die ons in die onzekere periode een beetje steun gaf.
Niet alleen zijn studiowerk is prachtig ook zijn live optredens zijn keer op keer uitstekend. Met zijn band de 400 Unit weet hij zijn nummers op magistrale wijze te brengen. De Roma was dan ook goed volgelopen om te genieten van een leuke muzikale avond van de Amerikaanse band uit Alabama.
‘High energy rock and roll’ hoorden we van het voorprogramma “His Lordship”. “His Lordship” is een duo met James Walborne ( ook gitarist bij The Pretenders) op gitaar en zang en Kristoffer Sonne op drums. Met toevoeging van een bassist treden ze live op als een trio. Ruwe rock and roll met punk en garage rock invloeden, snedig en met veel verve gebracht.
Met ‘What I’ve Done To Help’, openingstrack van zijn nieuwe album ‘Reunions’ openen Isbell en de 400 Unit hun set. Een lang meeslepend nummer met weinig variatie en een beetje een ontypisch geluid van de band. Er passeren trouwens heel wat nummers van dat nieuwe album zoals ‘It Gets Easier’, but it never gets easy, een nummer waar de alcoholverslaving weer ter sprake komt Zijn Grammy Award winning nummer ‘24 Frames’ is nog steeds fantastisch met een heerlijke slide gitaar die het nummer verrijkt . Springsteen heeft zijn E-Street Band, Neil Young zijn Crazy Horse en Jason Isbell zijn 400 Unit, een band die al sinds 2009 Isbell begeleid en waar hij zeker trots mag op zijn. De gitaar blijft het voornaamste instrument zowel Isbell (op Overseas)l als Sadler Vaden (op Last Of My Kind) laten prachtige slide solo’s horen. Op de keyboards vult Derry DeBorja de nummers mooi op en Jimbo Hart (bas) en Chad Gamble (drums) verzorgen de backbeat.
‘Honeysuckle blue’ is een stevig country-rock nummer van de band Drivin’ N Cryin’, gecoverd door Jason Isbell and the 400 Unit voor zijn Georgia Blue project. Een album vol met covers van muziek uit Georgia ter ondersteuning van de verkiezing voor president Biden in de staat Georgia. Gitarist Sadler Vaden maakte ooit deel uit van Drivin’ N Cryin’ en mag het nummer dan ook zingen.
En natuurlijk genoot het publiek van deze heerlijke Americana muziek die soms zeer gevoelig is zoals op ‘Speed Trap Town’ en dan weer wat heftiger zoals op ‘Stockholm’.
Afsluiter ‘Cover Me Up’ laat niemand onberoerd, aangrijpend liefdesnummer waar hij zijn liefde voor zijn vrouw Amanda Shires betuigt en waar hij zijn alcohol demonen probeert af te zweren.
Jason Isbell and the 400 Unit hebben nog twee bisnummers in petto. “If We Were Vampires” bekroond met een Grammy , de liefde kan eeuwig zijn maar het leven spijtig genoeg niet, weer een mooi gevoelig tijdloos nummer. De band neemt definitief afscheid met “Decoration Day”, een nummer dat Isbell schreef toen hij deel uitmaakte van Drive-By Truckers. Lang uitgesponnen nummer met de nodige gitaarsolo’s dat nogmaals laat horen hoe hecht de band speelt.
Eén van de toppers uit het alt-country genre heeft voor de liefhebbers van het genre weeral een fantastisch optreden gegeven.
Luc Nuyts
ASHE @ AB, BRUSSEL 10/06/22
ASHE @ AB, BRUSSEL 10/06/22
Al een uur alvorens het optreden van Ashe moest beginnen, was de zaal reeds meer dan half gevuld met geestdriftige fans, vooral jonge meisjes. Samen zingen en plezier maken, wat kan het leven mooi zijn!
De amerikaanse popzangeres Ashe is dus helemaal geen onbekende meer in België. Met slechts een handvol singles, een paar EP’s en het vorig jaar verschenen debuutalbum “Ashlyn” is ze erg populair bij het pop minnend publiek.
Ashlyn Rae Willson scoorde in 2020 een hit met het nummer “Moral Of The Story” uit de Netflix film “To All The Boys: PS I Still Love You”. Haar daaropvolgende EP werd geproducet door Finneas O'Connell, broer van popster Billie Eilish, die met zijn elektronische klankkleuren de muziek van Ashe richting electropop stuurt .De samenwerking met Finneas is er nog altijd, “Till Forever Falls Apart” is een nummer dat ze samen schreven en de openingstrack is op haar album “Ashlyn”. Ashe is dus niet alleen een steengoede zangeres maar ook een bekwame liedjesschrijfster. Ze studeerde aan het Berklee College of Music in het schrijven van nummers en dat hoor je in haar muziek.
Haar liedjes klinken fris met leuke arrangementen en grootse refreinen, soms luchtig als in een kindermusical, soms dramatisch met een groots broadway geluid.
Niet alleen Ashe mocht vandaag blinken op het podium ook de Australische zanger Sam Fischer was er bij. Sam Fischer scoorde, in samenwerking met Demi Lovato, in 2021 een hitje met het nummer “What Other People Say” en had in 2019 ook al veel succes met het nummer “This City”.
Als voorprogramma voor Ashe haar ’The Fault Line Tour’ in Europa, was het zijn debuut, Voor de shows in Groot-Brittannië, Duitsland en Nederland moest hij wegens ziekte verstek geven.
In Brussel werd hij alleszins enthousiast onthaalt, zodra hij het podium opkwam hoorden we een hysterisch gegil en was het duidelijk dat ook Sam Fischer hier geen onbekende is.
Overladen met cadeautjes door zijn fans die zijn nummers luidkeels meezingen, wat kan een artiest meer wensen. Attent was hij wel toen hij opmerkte dat een fan zich slecht voelde, even stoppen en checken of alles ok was. “Hopeless Romantic”, nieuwe single “All My Loving” en zijn doorbraak “This City”, leuke popnummers die gesmaakt werden door een uitgelaten publiek.
Hoofdact Ashe werd als een echte popdiva ontvangen, de Californische spring in het veld weet met haar fraaie stem, haar toffe popnummers en haar jeugdig enthousiasme de fans een zeer aangename show te geven. Bijgestaan door drums,gitaar,viool en keyboards zingt ze een groot deel van de nummers uit haar debuutalbum “Ashlyn”. Heel wat smartphones staan op ‘rec’ en de a4 velletjes met boodschappen zijn haast niet te tellen. Ashe is erg beweeglijk en rent van de ene naar de andere kant van het podium, ‘I love you Brussels” roept ze meermaals met als repliek ‘We love you too!’. Om deze moeilijke tijden door te komen zingt ze als opsteker “Save Myself”. Even zet ze zich achter de keyboards om een klein stukje van “The Climb” van Miley Cyrus te spelen gevolgd door “Not Mad Anymore”. Ashe scheidde in 2018 van haar man en veel van haar liedjes zijn dan ook break-up nummers. We krijgen een kort akoestisch intermezzo te horen wanneer ze samen met haar gitarist de nummers “Taylor” en “When I’m Older” brengt.
En net als bij Sam Fischer is ook hier een fan onwel geworden en grijpt Ashe meteen in, ‘iedereen moet voor elkaar zorgen’ ! Met een roze cowboyhoed op haar hoofd zingt ze het countrynummer “Another Men’s Jeans”. Haar fans wil ze verrassen met het spelen van een gloednieuwe single, het meer rock georiënteerde “Angry Woman”, maar de die hard fans kenden het nummer reedsl en zongen het met volle borst mee, ‘how is this possible’ reageert Ashe verrast. Ashe belooft dat er dit jaar nog een nieuw album komt als er meer dan 50.000 presales komen voor het nieuwe nummer. Altijd fijn als zowel de artiest als de fans genieten van het optreden en dat was vandaag wel echt het geval. Met haar bekendste nummer “Moral Of The Story” beëindigd ze dit concert mededelend dat dit echt wel het laatste nummer is en er dus geen bisnummers komen.
De zeer getalenteerde Ashe laat horen dat ze alles in huis heeft om een grote te worden, laat maar komen dat tweede album.
Luc Nuyts
Thanks to Mom + Pop Music
ZUCCHERO@VORST-NATIONAAL, BRUSSEL 22/05/2022
ZUCCHERO@VORST-NATIONAAL, BRUSSEL
22/05/2022
Adelmo Fornaciari werd geboren in Roncocesi, Italië op 25 september 1955, zijn bijnaam ‘Zucchero’ kreeg hij van een leraar van zijn lagere school. Begin jaren zeventig richtte hij een aantal bands op om R&B muziek te maken. De doorbraak in Italië kwam er toen hij in 1981 het Castrocaro Festival won met het nummer “Canto Te”. In 1983 verscheen zijn eerste album “Un Po Di Zucchero” waarvan het nummer “Donne” een Italiaanse hit werd, Zucchero’s mix van pop, rock en blues wordt geapprecieerd door een breed publiek en niet alleen in Italië.
Hij begon samen te werken met bekende muzikanten zoals Miles Davis, Eric Clapton, Clarence Clemons, en bracht met de albums “Blue’s” en “Oro Incessa e Birra” twee topalbums uit. Begin jaren negentig verwerft hij internationaal succes, “Wonderful World” met Eric Clapton en vooral “Senza Una Donna” een duet met Paul Young scoorden hoog in de internationale hitlijsten. Ook in het nieuwe millennium blijft Zucchero succesvol, “Baila (Sexy Thing)” scoort hoog in de hitlijsten en de albums “Shake”, “Zu & Co” en “Fly” bevestigen zijn status als gerenommeerd internationaal artiest.
Inmiddels heeft hij al met talloze artiesten samengewerkt waaronder Luciano Pavarotti, John Lee Hooker,Brian May,Randy Crawford … .
In 2019 bracht de Italiaan zijn veertiende album uit “D.O.C” (Disco di Origine Controllata), met het toevoegen van een moderne touch aan zijn vertrouwd geluid horen we een heel eigentijds album. De grootschalige tour die daarbij voorzien was moest wegens de corona pandemie echter uitgesteld worden.
Niet getreurd uitstel is geen afstel en de “World Wild Tour” is eindelijk in Brussel toegekomen.De populariteit van de Italiaanse bard is nog steeds erg groot, Vorst-Nationaal was dan ook meer dan goed gevuld voor deze show. Een live show van Zucchero Fornaciari is een waar spektakelstuk zowel visueel als muzikaal. Bijgestaan door een tienkoppige begeleidingsband, een mooi projectiescherm, zodat de toeschouwers die wat verderaf zitten ook goed kunnen volgen, kregen we inderdaad een mooie verzorgde show.
Met “Spirito Nel Buio”, het openingsnummer van het “D.O.C.” album, begint men het optreden gevolgd door “Soul Mama” ook al een nummer van het nieuwe album. Zucchero heeft natuurlijk voldoende sterk materiaal om het publiek een paar uurtjes zoet te houden. Door het spelen van verschillende muziekgenres krijgen we een heel gevarieerd spektakel. Heerlijke soul/funk horen we in nummers als “Soul Mama” en “Partigiano Reggiano”, jazz in “Dune Mosse”,zuiderse rumba klanken in “L’Urlo” en zelfs opera geluiden in “Miserere” het duet dat hij ooit opnam met Luciano Pavarotti.
Afwisseling genoeg en met twee drummers, organist,pianist, bassist, trompetist, saxofonist twee gitaristen en een achtergrondzangeres krijgt de muziek een rijke invulling.
De aangrijpende bluesslow “Pene” werd voorafgegaan met beelden van de oorlog in Oekraïne,een steunbetuiging aan het getroffen volk. Het publiek genoot en veerde regelmatig recht, zeker bij meezingers als “Baila (Sexy Thing)” en het nummer met de onmogelijke lange titel “Solo una sana e consapevole libidine salva il giovane dallo stress e dall’Azione Cattolica”.
Bij de toeschouwers natuurlijk veel Belgen met italiaanse roots die hem aanmaanden om maar gewoon italiaans te spreken in plaats van engels of frans, wat hij dan ook deed.
Na bijna twee uur spelen verliet Zucchero het podium en mocht de band hun talent tonen met de nummers “Stayin’ Alive” van The Bee Gees en “Honky Tonk Train Blues” van Keith Emerson. Vele fans maakten van dit interludium gebruik om een drankje te gaan halen daar het behoorlijk warm was in de zaal.
“Amore Adesso!” (No Time For Love Right Now) is een nummer geschreven door Michael Stipe en Aaron Dessner, Zucchero maakte er een Italiaanse versie van en speelde het op een verlaten SanMarco plein in Venetië, dit filmpje kregen we nog te zien alvorens het live gebeuren hervatte. Als finale speelde men vier hits op een rij. Het rustige “Il Volo” en “Diamante” beten de spits af waarna de meezinger “X Colpa di chi” en de rocker “Diavola in Me” de zaal helemaal recht kreeg. Als bisnummer speelde men nog het knappe “Chocabeck” waarna Zucchero afscheid nam van zijn publiek, ‘Bella Noche a tutti, Ciao’.
Luc Nuyts
Met dank aan @LiveNation
Met dank aan @UniversalRecords
22/05/2022
Adelmo Fornaciari werd geboren in Roncocesi, Italië op 25 september 1955, zijn bijnaam ‘Zucchero’ kreeg hij van een leraar van zijn lagere school. Begin jaren zeventig richtte hij een aantal bands op om R&B muziek te maken. De doorbraak in Italië kwam er toen hij in 1981 het Castrocaro Festival won met het nummer “Canto Te”. In 1983 verscheen zijn eerste album “Un Po Di Zucchero” waarvan het nummer “Donne” een Italiaanse hit werd, Zucchero’s mix van pop, rock en blues wordt geapprecieerd door een breed publiek en niet alleen in Italië.
Hij begon samen te werken met bekende muzikanten zoals Miles Davis, Eric Clapton, Clarence Clemons, en bracht met de albums “Blue’s” en “Oro Incessa e Birra” twee topalbums uit. Begin jaren negentig verwerft hij internationaal succes, “Wonderful World” met Eric Clapton en vooral “Senza Una Donna” een duet met Paul Young scoorden hoog in de internationale hitlijsten. Ook in het nieuwe millennium blijft Zucchero succesvol, “Baila (Sexy Thing)” scoort hoog in de hitlijsten en de albums “Shake”, “Zu & Co” en “Fly” bevestigen zijn status als gerenommeerd internationaal artiest.
Inmiddels heeft hij al met talloze artiesten samengewerkt waaronder Luciano Pavarotti, John Lee Hooker,Brian May,Randy Crawford … .
In 2019 bracht de Italiaan zijn veertiende album uit “D.O.C” (Disco di Origine Controllata), met het toevoegen van een moderne touch aan zijn vertrouwd geluid horen we een heel eigentijds album. De grootschalige tour die daarbij voorzien was moest wegens de corona pandemie echter uitgesteld worden.
Niet getreurd uitstel is geen afstel en de “World Wild Tour” is eindelijk in Brussel toegekomen.De populariteit van de Italiaanse bard is nog steeds erg groot, Vorst-Nationaal was dan ook meer dan goed gevuld voor deze show. Een live show van Zucchero Fornaciari is een waar spektakelstuk zowel visueel als muzikaal. Bijgestaan door een tienkoppige begeleidingsband, een mooi projectiescherm, zodat de toeschouwers die wat verderaf zitten ook goed kunnen volgen, kregen we inderdaad een mooie verzorgde show.
Met “Spirito Nel Buio”, het openingsnummer van het “D.O.C.” album, begint men het optreden gevolgd door “Soul Mama” ook al een nummer van het nieuwe album. Zucchero heeft natuurlijk voldoende sterk materiaal om het publiek een paar uurtjes zoet te houden. Door het spelen van verschillende muziekgenres krijgen we een heel gevarieerd spektakel. Heerlijke soul/funk horen we in nummers als “Soul Mama” en “Partigiano Reggiano”, jazz in “Dune Mosse”,zuiderse rumba klanken in “L’Urlo” en zelfs opera geluiden in “Miserere” het duet dat hij ooit opnam met Luciano Pavarotti.
Afwisseling genoeg en met twee drummers, organist,pianist, bassist, trompetist, saxofonist twee gitaristen en een achtergrondzangeres krijgt de muziek een rijke invulling.
De aangrijpende bluesslow “Pene” werd voorafgegaan met beelden van de oorlog in Oekraïne,een steunbetuiging aan het getroffen volk. Het publiek genoot en veerde regelmatig recht, zeker bij meezingers als “Baila (Sexy Thing)” en het nummer met de onmogelijke lange titel “Solo una sana e consapevole libidine salva il giovane dallo stress e dall’Azione Cattolica”.
Bij de toeschouwers natuurlijk veel Belgen met italiaanse roots die hem aanmaanden om maar gewoon italiaans te spreken in plaats van engels of frans, wat hij dan ook deed.
Na bijna twee uur spelen verliet Zucchero het podium en mocht de band hun talent tonen met de nummers “Stayin’ Alive” van The Bee Gees en “Honky Tonk Train Blues” van Keith Emerson. Vele fans maakten van dit interludium gebruik om een drankje te gaan halen daar het behoorlijk warm was in de zaal.
“Amore Adesso!” (No Time For Love Right Now) is een nummer geschreven door Michael Stipe en Aaron Dessner, Zucchero maakte er een Italiaanse versie van en speelde het op een verlaten SanMarco plein in Venetië, dit filmpje kregen we nog te zien alvorens het live gebeuren hervatte. Als finale speelde men vier hits op een rij. Het rustige “Il Volo” en “Diamante” beten de spits af waarna de meezinger “X Colpa di chi” en de rocker “Diavola in Me” de zaal helemaal recht kreeg. Als bisnummer speelde men nog het knappe “Chocabeck” waarna Zucchero afscheid nam van zijn publiek, ‘Bella Noche a tutti, Ciao’.
Luc Nuyts
Met dank aan @LiveNation
Met dank aan @UniversalRecords
Larkin Poe @Koninklijk Circus 07/05/2022
LARKIN POE @ KONINKLIJK CIRCUS BRUSSEL 8-5-2022
De zussen Megan en Rebecca Lovell zijn inmiddels al meer dan tien jaar muziek aan het maken onder de naam
Larkin Poe. Voorheen vormden ze met hun jongere zus Jessica de band The Lovell Sisters en speelden ze voornamelijk akoestische rootsmuziek. De muziekstijl verandert met het uitbrengen van het album Skin (2014) dat twee jaar later heruitgebracht wordt met een aantal herwerkte nummers. Met een steviger rockgeluid proberen de meiden een groter publiek te bereiken. Stevige gitaarriffs, beklijvende samenzang en het unieke geluid van de lapsteel gitaar zijn de fundamenten van het Larkin Poe geluid.
Het in 2017 uitgebrachte “Peach” laat een steviger blues geluid horen, het album bestaat dan ook uit een aantal oude blues covers en origineel materiaal. Samen met de zuiderse roots elementen en een stevige rock basis, blijft de blues op hun volgende albums de belangrijkste pijler waarop hun muziek is gebaseerd.
Tijdens de pandemie blijven de zussen erg actief, in 2020 verschijnt het vijfde album “Self Made Man” alsook het coveralbum “Kindred Spirit”. Op “Kindred Spirit” spelen ze akoestische covers van nummers van hun muzikale helden, bijzonder leuke interpretaties in hun eigen unieke roots stijl. Het verleden jaar verschenen “Paint The Roses” is een live album met het Nu Deco Ensemble,de orkestrale toevoeging laat een herinterpretatie van het rootsrock geluid horen, een aangename ervaring.
Het concert van Larkin Poe in het Koninklijk Circus is ook weer één van die vele concerten die verplaatst werden omwille van de pandemie. Gelukkig zijn de fans de weg naar de concertzalen nog niet vergeten en is er aardig wat volk opgedaagd voor dit optreden.
De Ier Ryan McMullan mocht zich al in de kijker spelen als voorprogramma van Snow Patrol en Ed Sheeran nu dus voor Larkin Poe. Dat hij talent heeft staat buiten kijf , zijn akoestische indie popnummers worden gesmaakt door het publiek. We kijken alvast uit naar zijn debuutalbum “Redesign” dat binnenkort verschijnt.
Tijd voor Larkin Poe, heel energiek en met een grote glimlach verschijnen ze op het podium, “Self Made Man” en “Keep Digging” van het nieuwe studioalbum zorgen onmiddellijk voor de nodige sfeer. Tijdens “Trouble In Mind” van het “Reskinned” album gaan de handjes de lucht in en wordt er meegezongen. Rebecca en Megan zijn een leuke verschijning op het podium en weten hun publiek te bekoren. Dat hun muziekstijl meer en meer in de richting van de blues is geëvolueerd is normaal, de blues is de grondlegger van zovele muziekgenres en ze zijn opgegroeid met het horen van talrijke blueslegendes. Hun versie van “Preachin’ Blues’ van Son House is dan ook geweldig, een prachtige lapsteel gitaar solo van Megan, heerlijke zang van Rebecca en een stevige begeleiding door Tarka Layman (bas) en Kevin MacGowan (drums). Dit is zowat het muzikale concept doorheen het hele optreden, heel wat gitaarsolo’s die de virtuositeit van de zussen bevestigt. Megan die niet alleen met haar slide gitaar bekoord maar ook met haar backing vocals de uitstekende zang van Rebecca net dat beetje meer geeft.
“The healing power of music” dat is waar het nummer “Holy Ghost Fire” over gaat, een stevige bluesrocker., “John The Revelator” laat dan weer de traditionele blues horen, gespeeld in de gekende ‘Larkin Poe’ stijl. “Back Down South” is een nummer dat Rebecca schreef met haar man Tyler Bryant, een typisch southern rock nummer. Goed nieuws voor de fans, dit jaar zou er een nieuw album verschijnen, als voorproefje spelen ze de eerste single daaruit “Bad Spell” dat enthousiast door het publiek werd ontvangen. Een nummer dat al erg lang op de setlist staat is “Mad As A Hatter”, Rebecca schreef het op 17 jarige leeftijd over de mentale gezondheidsproblemen van haar grootvader, een pakkend nummer. Het enthousiast publiek wordt nog verwend met het swingende “Blue Ridge Mountains” en de onstuimige afsluiter “Wanted Woman - AC/DC”.
Het traditionele bluesnummer “Come on in my kitchen” van Robert Johnson wordt als enige bisnummer gespeeld,
Rebecca laat horen dat ze een ware blueszangeres is en de slide partij van Megan is weer fenomenaal, een waardige afsluiter van een concert
waarvan de blues(rock) liefhebbers zeker zullen genoten hebben.
Luc Nuyts Met dank aan Gracia Live
Strand Of Oaks @De Roma, Borgerhout 17/04/2022
STRAND OF OAKS @ DE ROMA, BORGERHOUT
17/04/22
Dat @TimothyShowalter aka Strand Of Oaks een speciale band met België heeft bewijst hij nog eens door op zijn ééntje de grote plas over te steken om in De Roma zijn uitgesteld concert van februari te komen spelen. Dit is het enige concert in Europa, in mei gaat hij van start met zijn uitgebreide Amerikaanse tour waarna hij in augustus terug Europa aandoet.
Sinds het uitbrengen van zijn doorbraakalbum “HEAL” in 2014 kan hij in België rekenen op een grote fanbase die hij telkens weet te overtuigen met zijn boeiende aangrijpende muziek.
Vorig jaar bracht hij met “In Heaven” zijn zevende album uit, een indrukwekkend album met een aantal goed in het oor liggende folksongs die met synths en soms een loeiende rockgitaar de gevoelens van Tim perfect weten over te brengen.
Het album werd geschreven tijdens de pandemie, eenzaamheid is niet besteed aan Timothy, hij heeft mensen rondom hem nodig, geen leuke periode dus. Daarbij kwam zijn schoonmoeder te overlijden waar hij toch een hele goed band met had en ook zijn kat Stan verloor de strijd tegen kanker. Droevige tijden voor de Amerikaan maar door de alcohol te laten staan begon hij het leven toch met veel meer kleur te bekijken en trachtte hij alles een plaats te geven. Het album is dan ook geen donker album geworden, droevige teksten waarbij steeds een ‘happy vibe’ aanwezig is.
Als Strand Of Oaks Europa aandoet is Jimmy Diamond steevast zijn begeleidingsband. Deze Nederlandse band speelt een originele mix van americana,indie en rootsrock en zit muzikaal dus in hetzelfde vaarwater als Strand Of Oaks. De band mag dan ook het voorprogramma verzorgen, persoonlijk aangekondigd door hun vriend Timothy
Showalter, speelden ze een leuke set met veel gitaarwerk in emotionele meeslepende nummers.
Omstreeks 9 uur verschijnen de heren van Jimmy Diamond met Timothy terug op het podium op de klanken van “I Can Hear Music” van de Beach Boys. ‘I really did miss you’ roept Showalter en men zet er meteen de beuk in met de rocker “Rest Of It” gevolgd door het zeer toegankelijke “Ruby”, de sfeer zit er dan ook meteen in. Het titelnummer van zijn nieuw album “Galacticana” schreef hij met zijn laatste concert voor de pandemie in gedachten,6 februari 2020 in de AB te Brussel. Timothy Showalter komt erg emotioneel, minzaam en aardig over, steeds verschijnt er een lach op zijn gezicht. “Jimi and Stan” nog een nummer uit zijn recent album is een nummer over zijn dierbare overleden kat, waarvan hij hoopt dat hij nu zit te feesten met Jimi Hendrix in het hiernamaals.
Muzikaal passeren er ook enkele wat langere uitgesponnen nummers zoals “Same Emotions” en “Hurry” met een zeker Neil Young gehalte, de muzikanten van Jimmy Diamond laten horen dat ze hun job onder de knie hebben.
“Sunbathers” en “Horses At Night” worden solo door Showalter gespeeld, nieuwe nummers die zeker een verrijking zijn voor het oeuvre van Strand Of Oaks. Misschien had hij hier wel zijn elektrische gitaar even mogen ruilen met een akoestische, daar het album “In Heaven” dit jaar in een erg gesmaakte akoestische versie verscheen.
Tijdens het nummer “Carbon” krijgen we een heerlijke pedal steel solo te horen en “Plymouth” wordt met een fijne ‘funky vibe’ gespeeld.
Zijn muzikale held van de Midwest is John Prine, het erg meezingbare “Somewhere In Chicago” schreef hij als eerbetoon aan John. Wat er nog volgt is een erg sterke finale, “Forever Chords” wordt enthousiast door het publiek onthaald waarna de fans nog worden verwend met de bekende songs “Weird Ways” en het talrijk meegezongen “Goshen 97”.
Een heerlijke setlist waarbij nog één nummer ontbreekt, een magistrale versie van “JM” wordt als enig bisnummer gespeeld, langer dan een kwartier laat Strand Of Oaks horen waarom hij zijn populariteit in België verdient. Top!
Luc Nuyts
|
Skunk Anansie @ Lotto Arena, Antwerpen 03/04/2022 |
Skunk Anansie@Lotto Arena Antwerpen 02/04/2022
De Britse rockband Skunk Anansie werd in 1994 opgericht door Deborah ‘Skin’ Dyer (zang), Martin ‘Ace’ Kent (gitaar), Richard ‘Cass’ Lewis (bas) en Robbie France (drums). In 1995 nam Skunk Anansie hun debuutalbum “Paranoid & Sunburnt” op waarna Robbie France de groep verliet om gaan te trommelen bij de Duitse band Alphaville, hij werd vervangen door Mark Richardson.
Al van bij hun debuut is Skunk Anansie een buitenbeentje in de muziekscene met hun ruwe harde sound die toch melodisch is en doorspekt met allerlei genre invloeden, soul, funk,metal…. Hun stijl is erg verschillend met de toen heersende Britpop muziek (Oasis, Blur). Met confronterende teksten over onder meer religie, politiek, rassenhaat wil frontvrouw Skin de maatschappij wakker houden. Het erg succesvolle debuutalbum werd in 1996 opgevolgd door “Stoosh” en in 1999 werd “Post Orgasmic Chill” uitgebracht waarna men besloot de band een tijdje ‘on hold’ te zetten. Het was pas in 2010 dat de groep hun vierde album uitbracht “Wonderlustre” dat ook weer een aantal tijdloze nummers bevatte. In 2019 was het 25 jaar geleden dat de band werd opgericht en besloot men een live album “25 Live@25” uit te brengen met daarop hun hitnummers, samen met een grootse bijhorende concerttour moest het een feestjaar worden. Helaas stak een virusje daar een stokje voor en moest de band, zoals wij allemaal, thuisblijven.
Ook het concert in de Lotto Arena moest tweemaal verplaatst worden maar uiteindelijk, twee jaar na datum, mogen we Skunk Anansie dan toch verwelkomen in Antwerpen. Een band met een carrière van reeds 27 jaar heeft natuurlijk een al wat ouder publiek, een publiek dat echter wel talrijk aanwezig is en er duidelijk zin in heeft. De uitstraling van Skin op een podium blijft betoverend, met een roze ‘Grace Jones’ achtig pak, haar hoofd bedekt met een zestal tentakels en een zelfverzekerde uitstraling verschijnt ze op het podium. “Yes, It's Fucking Political” is de opener van het feestje, ‘everything is political’ wordt er mee geschreeuwd. Al bij het tweede nummer “I Can Dream” wordt er interactie van het publiek verwacht, ‘up and down’ , iedereen recht,
iedereen meezingen.
Het blijft een rollercoaster van hits die elke fan kent, geregistreerd door de charismatische frontvrouw Skin die het publiek blijft betrekken bij het gebeuren. “Wanneer bassist Cass in de hoek van het podium staat is het tijd om te dansen” en dat doet het publiek ook. Skin wordt meermaals bijgestaan door de extra bijgevoegde muzikante Erika Footman (keyboards, percussie, zang) die met haar dansjes en backing vocals zeker een meerwaarde is voor de band. De nieuwe single “Can’t Take You Anywhere” laat horen dat de band nog steeds een leuk nummer kan schrijven. “My Ugly Boy” , een mooie jongen zijn maar een slecht karakter hebben, nee niet gitarist Ace was ‘My Ugly Boy’, die was jarig vandaag. Hun grootste hits “Weak” en vooral “Hedonism” werden met volle overtuiging meegezongen, iedereen voelde zich plots een stuk jonger. Skin kon het niet laten om haar standpunten als politieke en sociale activiste te laten horen, “iedereen moet gelijk behandeld worden (voortvluchtigen), ieder mag zijn eigen religie hebben met respect voor een andere en de brexit had er nooit mogen komen”, het rebelse “This Means War” volgt. Nog wat jumpen en met de voeten stampen tijdens “Tear The Place Up” en iedereen recht en enthousiast met het onvermijdelijke “Charlie Big Potato” dat de prima setlist mag afsluiten. Een toegift kwam er ook nog, weliswaar in een beknopte vorm want Skin had stemproblemen, dat hadden we ook al gehoord tijdens de laatste nummers waar ze niet voluit ging. “Brazen (Weep” )van hun tweede album “Stoosh” speelde ze nog eens in de originele versie. Tijdens een verkorte uitvoering van “Highway To Hell” (Ac/Dc) werden de bandleden voorgesteld en bij het afsluitnummer “The Skank Heads” zong Skin ongeremd voor een uitbundig publiek. “Best Of You” van de Foo Fighters schalt door de boxen, als eerbetoon aan de overleden Taylor Hawkins, de band blijft het volledige nummer op het podium als eerbetoon. Skunk Anansie blijft bekoren als live band, sterke nummers die voor velen waarschijnlijk onvergetelijk zullen zijn. De energieke presence van Skin is er nog altijd en maakt deze band dan ook een unicum.
Luc Nuyts
Met dank aan Live Nation en V2 Records.
De Britse rockband Skunk Anansie werd in 1994 opgericht door Deborah ‘Skin’ Dyer (zang), Martin ‘Ace’ Kent (gitaar), Richard ‘Cass’ Lewis (bas) en Robbie France (drums). In 1995 nam Skunk Anansie hun debuutalbum “Paranoid & Sunburnt” op waarna Robbie France de groep verliet om gaan te trommelen bij de Duitse band Alphaville, hij werd vervangen door Mark Richardson.
Al van bij hun debuut is Skunk Anansie een buitenbeentje in de muziekscene met hun ruwe harde sound die toch melodisch is en doorspekt met allerlei genre invloeden, soul, funk,metal…. Hun stijl is erg verschillend met de toen heersende Britpop muziek (Oasis, Blur). Met confronterende teksten over onder meer religie, politiek, rassenhaat wil frontvrouw Skin de maatschappij wakker houden. Het erg succesvolle debuutalbum werd in 1996 opgevolgd door “Stoosh” en in 1999 werd “Post Orgasmic Chill” uitgebracht waarna men besloot de band een tijdje ‘on hold’ te zetten. Het was pas in 2010 dat de groep hun vierde album uitbracht “Wonderlustre” dat ook weer een aantal tijdloze nummers bevatte. In 2019 was het 25 jaar geleden dat de band werd opgericht en besloot men een live album “25 Live@25” uit te brengen met daarop hun hitnummers, samen met een grootse bijhorende concerttour moest het een feestjaar worden. Helaas stak een virusje daar een stokje voor en moest de band, zoals wij allemaal, thuisblijven.
Ook het concert in de Lotto Arena moest tweemaal verplaatst worden maar uiteindelijk, twee jaar na datum, mogen we Skunk Anansie dan toch verwelkomen in Antwerpen. Een band met een carrière van reeds 27 jaar heeft natuurlijk een al wat ouder publiek, een publiek dat echter wel talrijk aanwezig is en er duidelijk zin in heeft. De uitstraling van Skin op een podium blijft betoverend, met een roze ‘Grace Jones’ achtig pak, haar hoofd bedekt met een zestal tentakels en een zelfverzekerde uitstraling verschijnt ze op het podium. “Yes, It's Fucking Political” is de opener van het feestje, ‘everything is political’ wordt er mee geschreeuwd. Al bij het tweede nummer “I Can Dream” wordt er interactie van het publiek verwacht, ‘up and down’ , iedereen recht,
iedereen meezingen.
Het blijft een rollercoaster van hits die elke fan kent, geregistreerd door de charismatische frontvrouw Skin die het publiek blijft betrekken bij het gebeuren. “Wanneer bassist Cass in de hoek van het podium staat is het tijd om te dansen” en dat doet het publiek ook. Skin wordt meermaals bijgestaan door de extra bijgevoegde muzikante Erika Footman (keyboards, percussie, zang) die met haar dansjes en backing vocals zeker een meerwaarde is voor de band. De nieuwe single “Can’t Take You Anywhere” laat horen dat de band nog steeds een leuk nummer kan schrijven. “My Ugly Boy” , een mooie jongen zijn maar een slecht karakter hebben, nee niet gitarist Ace was ‘My Ugly Boy’, die was jarig vandaag. Hun grootste hits “Weak” en vooral “Hedonism” werden met volle overtuiging meegezongen, iedereen voelde zich plots een stuk jonger. Skin kon het niet laten om haar standpunten als politieke en sociale activiste te laten horen, “iedereen moet gelijk behandeld worden (voortvluchtigen), ieder mag zijn eigen religie hebben met respect voor een andere en de brexit had er nooit mogen komen”, het rebelse “This Means War” volgt. Nog wat jumpen en met de voeten stampen tijdens “Tear The Place Up” en iedereen recht en enthousiast met het onvermijdelijke “Charlie Big Potato” dat de prima setlist mag afsluiten. Een toegift kwam er ook nog, weliswaar in een beknopte vorm want Skin had stemproblemen, dat hadden we ook al gehoord tijdens de laatste nummers waar ze niet voluit ging. “Brazen (Weep” )van hun tweede album “Stoosh” speelde ze nog eens in de originele versie. Tijdens een verkorte uitvoering van “Highway To Hell” (Ac/Dc) werden de bandleden voorgesteld en bij het afsluitnummer “The Skank Heads” zong Skin ongeremd voor een uitbundig publiek. “Best Of You” van de Foo Fighters schalt door de boxen, als eerbetoon aan de overleden Taylor Hawkins, de band blijft het volledige nummer op het podium als eerbetoon. Skunk Anansie blijft bekoren als live band, sterke nummers die voor velen waarschijnlijk onvergetelijk zullen zijn. De energieke presence van Skin is er nog altijd en maakt deze band dan ook een unicum.
Luc Nuyts
Met dank aan Live Nation en V2 Records.
Malford Milligan & The Southern Aces @ GC De Wildeman Herent 18/03/2022
Intergalactic Lovers@ De Roma, Borgerhout 10/03/2022
INTERGALACTIC LOVERS - 10/03/2022 – De Roma, Antwerpen
https://www.facebook.com/IntergalacticLovers/
Nu de covid beperkingen opgeheven zijn kan men weer als van ouds naar een concert gaan, geen mondmaskers meer en volle zalen, eindelijk !!!
De Roma was al een tijdje uitverkocht voor het optreden van Intergalactic Lovers, die op 18 februari met hun vierde album op de proppen kwamen namelijk "Liquid Love". Muzikaal is er niet echt een koerswijziging, leuke frisse indie pop nummers waarbij de synths misschien wel een meer belangrijke rol kregen. De teksten van zangeres Lara Chedraoui zijn wat donkerder, een relatiebreuk, het weerzien van haar vader in Libanon en zwaar ziek geweest door covid, het laat een mens niet onbetuigt. Positief blijven is de boodschap en dat heeft ze deze avond ook proberen over te brengen. Van "Liquid Love" werd er trouwens ook een kortfilm gemaakt door Lara Chedraoui en Charlotte De Cort. En de filmambities van Lara gaan nog verder dan dit want ze heeft een hoofdrol in een nieuwe fictiereeks over de aanslagen in Zaventem.
De opener van de avond, de jonge 'girlsband' BLUAI is jeugdig talent van eigen bodem dat we moeten koesteren. Aangename zang van Catherine Smet die de nummers schrijft en dat met verve doet. Met het nummer "Dime Store" wonnen ze trouwens De Nieuwe Lichting van Studio Brussel.
Radiovriendelijke, emotionele popsongs, hebben van Intergalactic Lovers een band gemaakt van internationale allure. Muziek voor jong en oud en het was inderdaad een heel gemengd publiek dat de Roma vulde. Met hun vierde album zijn ze na vier jaar afwezigheid back to business en ze hadden er best wel zin in. De set werd geopend met twee nummers van hun nieuw album, "Lost" en de oorwurm "Bobby" dat onmiddelijk voor de juiste sfeer zorgde. Vroeg in de set ook enkele oudere bekenden, "No Regrets" en het volop meegezongen "Islands". Dat frontvrouw Lara Chedraoui een moeilijke tijd heeft gehad verbergt ze niet "een verpletterend gevoel waarbij je leven plots heel anders is", maar ze blijft positief, met liefde bereik je heel veel, "Crushing" zingt ze heel emotievol. "La Folie" (de waanzin) en "My Old Mind" uit hun nieuw album misstaan zeker niet tussen hun oudere successen, de band speelt solide, Lara met haar gekende dansstijl en haar blik dikwijls op oneindig geeft het beste van zichzelf. Feel good muziek en daar is het publiek voor gekomen, met hits als "Shewolf" en "Northern Rd" wordt er lekker meegezongen.
"De tijd vliegt als je je amuseert" en gelijk heeft Lara, met hun eerste hit "Delay" en "Between The Lines" besluiten ze de set. Al snel zijn ze terug om te bissen met "Give It Up", een nummer geschreven naar aanleiding van de aanslagen in Parijs, en het kwellende "Bruises" uit hun eerste album.
Het is de eerste keer dat de Aalsterse band in de Roma speelde en het zal zeker niet de laatste keer zijn. Wie de band in België nog eens aan het werk wel zien kan terecht op enkele zomerfestivals, Cactus festival 08/07, Rock Olmen 22/07, Midzomer 31/07, Olt Rivierenhof 30/08.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
https://www.facebook.com/IntergalacticLovers/
Nu de covid beperkingen opgeheven zijn kan men weer als van ouds naar een concert gaan, geen mondmaskers meer en volle zalen, eindelijk !!!
De Roma was al een tijdje uitverkocht voor het optreden van Intergalactic Lovers, die op 18 februari met hun vierde album op de proppen kwamen namelijk "Liquid Love". Muzikaal is er niet echt een koerswijziging, leuke frisse indie pop nummers waarbij de synths misschien wel een meer belangrijke rol kregen. De teksten van zangeres Lara Chedraoui zijn wat donkerder, een relatiebreuk, het weerzien van haar vader in Libanon en zwaar ziek geweest door covid, het laat een mens niet onbetuigt. Positief blijven is de boodschap en dat heeft ze deze avond ook proberen over te brengen. Van "Liquid Love" werd er trouwens ook een kortfilm gemaakt door Lara Chedraoui en Charlotte De Cort. En de filmambities van Lara gaan nog verder dan dit want ze heeft een hoofdrol in een nieuwe fictiereeks over de aanslagen in Zaventem.
De opener van de avond, de jonge 'girlsband' BLUAI is jeugdig talent van eigen bodem dat we moeten koesteren. Aangename zang van Catherine Smet die de nummers schrijft en dat met verve doet. Met het nummer "Dime Store" wonnen ze trouwens De Nieuwe Lichting van Studio Brussel.
Radiovriendelijke, emotionele popsongs, hebben van Intergalactic Lovers een band gemaakt van internationale allure. Muziek voor jong en oud en het was inderdaad een heel gemengd publiek dat de Roma vulde. Met hun vierde album zijn ze na vier jaar afwezigheid back to business en ze hadden er best wel zin in. De set werd geopend met twee nummers van hun nieuw album, "Lost" en de oorwurm "Bobby" dat onmiddelijk voor de juiste sfeer zorgde. Vroeg in de set ook enkele oudere bekenden, "No Regrets" en het volop meegezongen "Islands". Dat frontvrouw Lara Chedraoui een moeilijke tijd heeft gehad verbergt ze niet "een verpletterend gevoel waarbij je leven plots heel anders is", maar ze blijft positief, met liefde bereik je heel veel, "Crushing" zingt ze heel emotievol. "La Folie" (de waanzin) en "My Old Mind" uit hun nieuw album misstaan zeker niet tussen hun oudere successen, de band speelt solide, Lara met haar gekende dansstijl en haar blik dikwijls op oneindig geeft het beste van zichzelf. Feel good muziek en daar is het publiek voor gekomen, met hits als "Shewolf" en "Northern Rd" wordt er lekker meegezongen.
"De tijd vliegt als je je amuseert" en gelijk heeft Lara, met hun eerste hit "Delay" en "Between The Lines" besluiten ze de set. Al snel zijn ze terug om te bissen met "Give It Up", een nummer geschreven naar aanleiding van de aanslagen in Parijs, en het kwellende "Bruises" uit hun eerste album.
Het is de eerste keer dat de Aalsterse band in de Roma speelde en het zal zeker niet de laatste keer zijn. Wie de band in België nog eens aan het werk wel zien kan terecht op enkele zomerfestivals, Cactus festival 08/07, Rock Olmen 22/07, Midzomer 31/07, Olt Rivierenhof 30/08.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
BLUAI opener voor Intergalactic Lovers...een nieuwe lichting om te volgen!
Jade Bird @De Botainque, Brussel 07/03/2020
JADE BIRD @ BOTANIQUE, BRUSSEL 07/03/2020
http://jadebird.com/
https://www.facebook.com/JadeBird/
De nu 22-jarige Britse muzikante Jade Bird in een muzikaal hokje plaatsen is erg moeilijk. In het begin van haar nog jonge carrière, zou het volgens de marketing machine om ‘americana’ gaan, maar die term slaat de bal toch wel wat mis. De jonge singer-songwriter manoeuvreert zicht door meerdere genres, rock en pop als hoofdmoot maar ook blues, folk en country beïnvloeden haar muziek. In 2017, pas afgestudeerd, ging ze op tour in de States met de Amerikaanse country artiest Brent Cobb. Dat leverde haar wel wat naambekendheid op en enkele lucratieve optredens als openingsact voor andere artiesten. Haar eerste single ‘Lottery’ deed het in de States dan ook niet slecht en belandde op de eerste plaats van de ‘Adult Alternative Songs’. In eigen land werd ze beschreven als één van de grote beloftevolle talenten.
Haar debuut EP “Something American” (2017) werd opgenomen in New York en geproducet door Felice Simone (Felice Brothers, The Lumineers) en David Baron en levert een mooi visitekaartje af van haar muzikale kunnen. Verleden jaar bracht ze dan haar langverwachte debuutalbum uit “Jade Bird” (2019), een album dat zeker niet teleurstelde. Variërend van stevige rocksongs met meezingbare refreinen tot gevoelige piano ballades in een sobere productie van het duo Felice/Baron, met natuurlijk Bird’s betoverende stem in de hoofdrol.
Optreden doet ze veel en graag, eind 2016 stond ze voor de eerste keer in België op de planken in dezelfde Botanique waar ze vandaag haar vijfde Belgische optreden geeft, ditmaal voor een zo goed als uitverkochte Rotonde.
Vergezeld van drie begeleidingsmuzikanten betreedt ze stipt om 9 uur met een stralende glimlach het podium. Nog steeds spelend op dezelfde hagelwitte akoestische gitaar start ze met “Ruins” openingsnummer van het nieuwe album. Wat meteen opvalt is hoe moeiteloos ze met haar krachtige stem toonvast zingt. Een sterk openingsnummer en aan sterke nummers ontbreekt het haar niet, “Side Effects” is nog zo’n juweeltje, heerlijk opbouwend met een leuk refrein. Live klinken de nummers als “Uh, uh” en “Good At It” nog een stuk steviger, haar stem heeft trouwens ook een fijn ruig randje dat perfect past bij deze nummers.
De gitaren worden even opgeborgen om de nieuwe single “My Motto” te spelen. Blijkbaar is Jade Bird al bezig met de opvolger van haar debuutalbum want ze heeft een nieuw nummer voor ons in petto “Prototype” een folknummer waarbij zelfs de mondharmonica wordt bovengehaald. Het erg populaire “What Am I Here For” speelt ze solo waarna haar gitarist haar begeleid voor weer een nieuw nummer “Golden”. Wat opvalt is hoe kort de nummers wel zijn, een goede drie minuten, langer duren ze niet. Een voordeel is dat de setlist snel varieert en de nummers ‘catchy’ zijn nadelig is echter dat haar songkeuze nog niet zo uitgebreid is. Een paar covers brengen soelaas, Blondie’s “Call Me” wordt met een jeugdig temperament gezongen waar Debbie Harry jaloers op mag zijn. “Black Star” van Radiohead zingt ze in duet met haar gitarist, de Rotonde verstilt voor deze beklijvende uitvoering van het nummer. Het tempo wordt de hoogte in gejaagd met haar bekendste nummer “Lottery” en met het door country beïnvloede “Going Gone” is de sfeer in de zaal optimaal. Helaas na amper vijftig minuten waarbij ze zeventien nummers speelde verlaat de jonge Britse al het podium. Snel staat ze weer op de planken om het vrolijke “Love Has All Been Done Before” te spelen, waarna de sympathieke, Jade Bird het voor bekeken houdt. Een korte krachtige set van een jonge dame die nog in het begin staat van een hopelijk succesvolle carrière, we kijken alvast uit naar haar tweede album.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Thanks to @V2records.be
|
The Pale White
Sam Fender @ AB Brussel 25/02/2020
SAM FENDER @ ANCIENNE BELGIQUE, BRUSSEL 25/02/20
http://samfender.com/
https://www.facebook.com/SamFender/
Een blitzcarrière in de muziek het is lang niet iedereen gegund. Talent had Sam Fender zeker al toen hij optrad in The Low Light Tavern, een pub in zijn woonplaats North Shields (Newcastle), waar hij ontdekt werd door Ben Howard’s manager en een contract scoorde bij de platenfirma Polydor.
Nee Sam Fender hoort niet thuis in het rijtje populaire Britse jongensartiesten zoals George Ezra, Tom Odell of James Bay. Muzikaal bevaart hij andere wateren, muziek die wel wat steviger is, melodische indie-rock met bewustvolle maatschappijkritische teksten, gezongen met een grootse doch gevoelige stem. Zijn succesvolle eerste single “Play God” (2017) is daar een mooi voorbeeld van.
Eind 2018 verschijnt er een EP met daarop nog enkele succesrijke nummers en gaat het plots erg snel voor de Brit, vooral in thuisland Groot-Brittannië maar ook in België. Eind 2018 speelde hij nog in de Witloofbar van de Botanique, een goede twee jaar later is de veel grotere AB in Brussel in een wip uitverkocht. Ondertussen bracht hij zijn eerste volwaardig album uit “Hypersonic Missiles” (2019) een album dat ook in ons land een succes werd.
De meesten die Fender al eens live meemaakten weten wat ze mochten verwachten, met slechts één EP en een album achter zijn naam is zijn oeuvre nog beperkt en dat laat zich ook vertalen in de setlist. Degenen die Fender nog niet aan het werk zagen kregen vandaag waarschijnlijk het beste concert, tot nu toe, van de man in België te horen. Met zijn vijfkoppige band zette hij een perfect geluid neer met een bijhorende waardige belichting.
Met het swingende “Will We Talk”, één van zijn weinige nummers over de liefde, ging de set van start. In het nummer “Hold Out”, tevens nieuwe single, krijgen we een mooie chemie tussen gitaar en de saxofoon, een geluid dat ons natuurlijk ook aan The Boss doet denken en waar Fender wel eens mee vergeleken wordt, een verdiend compliment. Op het volgende nummer “All Is On My Side”, weer een nummer dat niet op het album aanwezig is, krijgen we puik gitaarwerk van zijn jeugdvriend Dean Thompson.
‘Wat een beleefd publiek vandaag’, leuk applausje na het nummer en dan dadelijk weer stil, respectvol dat wel. Vandaag heeft hij wat te snel gegeten en krijgt daardoor wat oprispingen, niet ideaal om te zingen, maar daar is niets van te merken in het volgende nummer “Dead Boys”, een song over twee vrienden die zelfmoord pleegden in Tynemouth nabij North Shields. Ondanks het moeilijke thema van het nummer is het muzikaal wel een voltreffer en wordt er volop meegeklapt vanuit de zaal. Zijn eerste opname was het nummer “Play God” opgenomen in krakkemikkige omstandigheden met sjofel materiaal, alléén de drums werden professioneel ingespeeld en toegevoegd, toch werd het nummer een instant succes.
‘Laten we zeggen dat “Hypersonic Missiles” het laatste nummer van de set is’ zegt Fender, maar we komen zeker terug als het applaus luid genoeg is. Natuurlijk worden er nog enkele nummers toegevoegd aan de set. Solo op elektrische gitaar speelt hij het politiek geladen “White Privilege” waarna hij even toelicht dat het volgend nummer “Poundshop Kardashians” het album niet haalde wegens controversieel taalgebruik in een strofe, “Beautiful people devoid of emotion… thick as fuck and soulless”, niet iedereen kon zich vinden in deze tekst, live speelt hij het nummer natuurlijk wel zo is hij. Vrijgevig is hij tegenover de juffrouw die een drumstick vraagt maar als iemand anders een selfie vraagt wordt het uiteindelijk toch maar een njet, too much smartphones here. Allemansvriend zijn is moeilijk! Het aanstekelijke “Saturday” en het ook bij ons erg bekende “That Sound” laten nog eens horen dat Fender fijne songs kan schrijven en de band een prima geluid neerzet. Afsluiten doet hij met een hommage aan zijn muzikale held Bruce Springsteen, spijtig genoeg wederom een overbodige versie van Springsteen’s “Dancing In The Dark”.
Met flink wat nieuwsgierigheid kijken we uit naar het volgend album van deze beloftevolle singer-songwriter waarvan we vermoeden dat zijn populariteit nog niet op zijn hoogtepunt is !
Luc nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Thanks to LiveNationBelgium
http://samfender.com/
https://www.facebook.com/SamFender/
Een blitzcarrière in de muziek het is lang niet iedereen gegund. Talent had Sam Fender zeker al toen hij optrad in The Low Light Tavern, een pub in zijn woonplaats North Shields (Newcastle), waar hij ontdekt werd door Ben Howard’s manager en een contract scoorde bij de platenfirma Polydor.
Nee Sam Fender hoort niet thuis in het rijtje populaire Britse jongensartiesten zoals George Ezra, Tom Odell of James Bay. Muzikaal bevaart hij andere wateren, muziek die wel wat steviger is, melodische indie-rock met bewustvolle maatschappijkritische teksten, gezongen met een grootse doch gevoelige stem. Zijn succesvolle eerste single “Play God” (2017) is daar een mooi voorbeeld van.
Eind 2018 verschijnt er een EP met daarop nog enkele succesrijke nummers en gaat het plots erg snel voor de Brit, vooral in thuisland Groot-Brittannië maar ook in België. Eind 2018 speelde hij nog in de Witloofbar van de Botanique, een goede twee jaar later is de veel grotere AB in Brussel in een wip uitverkocht. Ondertussen bracht hij zijn eerste volwaardig album uit “Hypersonic Missiles” (2019) een album dat ook in ons land een succes werd.
De meesten die Fender al eens live meemaakten weten wat ze mochten verwachten, met slechts één EP en een album achter zijn naam is zijn oeuvre nog beperkt en dat laat zich ook vertalen in de setlist. Degenen die Fender nog niet aan het werk zagen kregen vandaag waarschijnlijk het beste concert, tot nu toe, van de man in België te horen. Met zijn vijfkoppige band zette hij een perfect geluid neer met een bijhorende waardige belichting.
Met het swingende “Will We Talk”, één van zijn weinige nummers over de liefde, ging de set van start. In het nummer “Hold Out”, tevens nieuwe single, krijgen we een mooie chemie tussen gitaar en de saxofoon, een geluid dat ons natuurlijk ook aan The Boss doet denken en waar Fender wel eens mee vergeleken wordt, een verdiend compliment. Op het volgende nummer “All Is On My Side”, weer een nummer dat niet op het album aanwezig is, krijgen we puik gitaarwerk van zijn jeugdvriend Dean Thompson.
‘Wat een beleefd publiek vandaag’, leuk applausje na het nummer en dan dadelijk weer stil, respectvol dat wel. Vandaag heeft hij wat te snel gegeten en krijgt daardoor wat oprispingen, niet ideaal om te zingen, maar daar is niets van te merken in het volgende nummer “Dead Boys”, een song over twee vrienden die zelfmoord pleegden in Tynemouth nabij North Shields. Ondanks het moeilijke thema van het nummer is het muzikaal wel een voltreffer en wordt er volop meegeklapt vanuit de zaal. Zijn eerste opname was het nummer “Play God” opgenomen in krakkemikkige omstandigheden met sjofel materiaal, alléén de drums werden professioneel ingespeeld en toegevoegd, toch werd het nummer een instant succes.
‘Laten we zeggen dat “Hypersonic Missiles” het laatste nummer van de set is’ zegt Fender, maar we komen zeker terug als het applaus luid genoeg is. Natuurlijk worden er nog enkele nummers toegevoegd aan de set. Solo op elektrische gitaar speelt hij het politiek geladen “White Privilege” waarna hij even toelicht dat het volgend nummer “Poundshop Kardashians” het album niet haalde wegens controversieel taalgebruik in een strofe, “Beautiful people devoid of emotion… thick as fuck and soulless”, niet iedereen kon zich vinden in deze tekst, live speelt hij het nummer natuurlijk wel zo is hij. Vrijgevig is hij tegenover de juffrouw die een drumstick vraagt maar als iemand anders een selfie vraagt wordt het uiteindelijk toch maar een njet, too much smartphones here. Allemansvriend zijn is moeilijk! Het aanstekelijke “Saturday” en het ook bij ons erg bekende “That Sound” laten nog eens horen dat Fender fijne songs kan schrijven en de band een prima geluid neerzet. Afsluiten doet hij met een hommage aan zijn muzikale held Bruce Springsteen, spijtig genoeg wederom een overbodige versie van Springsteen’s “Dancing In The Dark”.
Met flink wat nieuwsgierigheid kijken we uit naar het volgend album van deze beloftevolle singer-songwriter waarvan we vermoeden dat zijn populariteit nog niet op zijn hoogtepunt is !
Luc nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Thanks to LiveNationBelgium
The Darkness@De Casino, Sint Niklaas 22/02/2020
THE DARKNESS @ DE CASINO, SINT-NIKLAAS 22/02/20
http://thedarkness.com/
https://www.facebook.com/TheDarkness/
In 2003 brachten de broers Justin (zang, lead gitaar) en Dan Hawkins (rythm gitaar, backing vocals) samen met bassist Frankie Poullain en drummer Ed Graham, onder de naam The Darkness hun debuutalbum “Permission To Land” uit. Het werd een verrassend succes voor de Britten, met hun retro rock geluid gebaseerd op de glamrock van eind jaren zeventig en de metal invloeden van de jaren tachtig. De band leek erg op een marketing stunt, retro muziek, retro outfits, theatrale shows, we denken terug aan de hoogdagen van Kiss, Van Halen en Queen, bands waar The Darkness veel van geleend heeft. Muzikaal was het album dik in orde en vond het vlot de weg naar het grote publiek die de band een unicum vond. Met zijn falsetto uithalen, traditionele rockposes is zanger, gitarist Justin Hawkins de ideale frontman van de groep. “A Believe In A Thing Called Love” is de wereldhit op het album, een klassieker in het genre.
Opvolger “One Way Ticket To Hell … And Back” (2005) was al een stuk minder succesvol, hoewel nog goed voor een platinum album in de UK. Tijdens de tour van dit album moest zanger Justin Hawkins opgenomen worden om te rehabiliteren van zijn alcohol en cocaïne gebruik, later dat jaar stapte hij uit de band en werd The Darkness ontbonden.
In 2011 komt de band echter terug samen om wat liveoptredens te doen, om uiteindelijk in 2012 een derde album “Hot Cakes” uit te brengen. Drummer Ed Graham verliet in 2014 de band en werd vervangen door Rufus Tiger Taylor, jawel zoon van Queen drummer Roger Taylor.
Vorig jaar verscheen het zesde album van The Darkness, “Easter Is Cancelled”, zestien jaar na hun debuutalbum weet de band met hun frivole, glamrock(metal) nog steeds een publiek te bekoren. De Casino in Sint-Niklaas was helemaal uitverkocht om de energieke band nog eens live aan het werk te zien.
Blijkbaar hebben de heren alle geloof in hun laatste album want dit werd integraal gespeeld, gedurfd, maar de tien nummers uit het album zijn het waard. Opener “Rock And Roll Deserves To Die” is een staalkaartje van de band, met een oerschreeuw van Justin wordt het muzikale akoestische voorspel doorbroken en horen we de band op volle sterkte. “How Can I Lose Your Love”, “Live Till I Die” en “Heart Explodes” zijn vlotte meezingers terwijl “Deck Chair” het vreemde eendje is, rustig nummer met een duidelijke Queen invloed. De temperatuur in de Casino stijgt almaar, ‘it’s sweaty here’ en Justin trekt zijn jasje uit om met zijn beste falsetto het titelnummer van het album te zingen, een nummer met wel wat metal invloeden. Fijne riffs, melodieuze solo’s, uniek stemgeluid soms vergeten we wel eens dat The Darkness meer is dan Justin Hawkins, het is gewoon een goed draaiende live machine waar elk onderdeel zijn rol heeft. De knappe tempowisselingen in “Heavy Metal Lover” bewijzen dat het een goed geoliede machine is, broer Dan mag even ‘rapper’ van dienst spelen, het kan allemaal in een show van The Darkness! “We’re The Guitar Men” het laatste nummer uit het album speelt Justin solo op akoestische gitaar, ‘we’re the guitar men, long live rock and roll’.
Na een korte pauze komt de band terug het podium op, hun witte outfit verwisseld, bassist Frankie Poullain is een geisha geworden en Justin Hawkins heeft zijn witte jumpsuit verruilt voor een doorzichtiger exemplaar, de band heeft een reputatie hoog te houden op dit gebied. Het gedeelte ‘Fan Favourits’ wordt aangevat met de meebruller “One Way Ticket”, gevolgd door de potige bas riff van “Barbarian”. De frontman speelt wat met het publiek, deelt wat plectrums uit, reageert op een Vlaamse opmerking achter in de zaal die hij niet verstaat en krijgt een vervelende vraag van een juffrouw uit de zaal, ‘may i see your ass?’, ‘of course’ reageert hij en begint zijn gewaagde jumpsuit uit te trekken, stopt dan toch maar om met ontblote borst verder te spelen. Natuurlijk krijgen we nog een aantal nummers uit hun succesalbum “Permission To Land” waaronder “Growing On Me” en “Love Is Only A Feeling”. “Street Spirit” is een cover van Radiohead en staat op hun “Hot Cakes” album, een waardige uitvoering ten opzichte van het origineel met tevens een stukje “While My Guitar Gently Weeps” ertussen geweven. Er worden veel nummers aangevraagd vanuit het publiek, helaas kan men daar niet aan voldoen maar ‘the opportunity to ask’ is ook al mooi! Pure rock and roll in afsluiter ‘Get Your Hands Off My Woman”, met een volle zaal onder stoom. Ontbreekt nog één nummer, “I Believe In A Thing Called Love”, het enige bisnummer wordt luidkeels meegezongen. Justin vond dat de ‘vibes’ vandaag anders waren dan in andere shows, een andere beleving daar is niks mis mee, ‘enjoy it in your own way’!
Luc Nuyts
Foto's: ©Sonja Schepers
BLACK PUMAS@TRIX, ANTWERPEN 14/02/2020
http://blackpumas.com/
https://www.facebook.com/BlackPumas/
Black Pumas zijn het nieuwe fenomeen in het soulwereldje, door de vele muzikale invloeden die ze toevoegen aan hun ‘vintage soul’ krijgen we een leuk verfrissend soul geluid te horen. Verantwoordelijk voor hiervoor zijn multi-instrumentalist en producer Adrian Quesada, die met de Latin funk band Grupo Fantasma al succes oogstte en gitarist, zanger Eric Burton, die de straten van Austin opfleurde met zijn gloedvolle soulstem. Samen namen ze hun debuutalbum op onder de naam “Black Pumas”. Een ijzersterk debuut dat hen dit jaar een Grammy nominatie opleverde voor Best New Artist.
En dan gaat het razendsnel voor de Texanen, live breidden ze de groep uit tot een zevenkoppige formatie, die hun muziek tot leven brengt in een sensationele show met vooral frontman Eric Burton in de hoofdrol.
Vorig jaar speelde de band voor een uitverkochte AB Club, nu is ook de grotere Trix zaal in een wip uitverkocht, een portie sexy soulmuziek voor een romantische Valentijn avond, velen zien het wel zitten en heupwiegend laten velen zich meedrijven met het ritme.
Eric Burton is niet alleen een fantastische zanger maar ook een charismatische frontman die zijn publiek weet te begeesteren. Al vanaf het eerste nummer weet hij de menigte te bespelen door gewoon tussen de fans in de zaal te gaan en hen te begroeten, een selfie hier en daar en ja hoor ‘dank u wel’ en ‘goedenavond’ heeft hij ook al geleerd. Muzikaal worden we op onze wenken bediend met die heerlijke songs uit hun debuutalbum, “Old Man”, “Know You Better” en “Black Moon Rising” knallen uit de boxen, sprankelende soulmuziek die de boodschap van de Pumas trachten over te brengen, haat en racisme tussen de mensen uitroeien. Toeval of niet Black Pumas zijn een band bestaande uit mannen, vrouwen, blank, zwart en Latino die samen een ware eendracht vormen op het podium.
Dat Eric Burton buiten een begenadigd zanger ook nog een prima gitarist is bewijst hij in het nummer “Touch The Sky”.
Dit nummer, waar een likje blues aan de soul wordt toegevoegd, krijgt nog een zinderende gitaarsolo van Quesada mee, terwijl “Mrs Postman” op een basrifje van Brendan Bond deint. Bij het swingende funky “I Am Ready” toont Burton nogmaals zijn ‘dance moves’ en hitst het publiek op met “Go Belgium, go”, geen verveling in de zaal iedereen is in ‘the soul mood’. De ballade “OCT33”, een nummer dat Eric Burton zowat alleen op gitaar speelt, brengt de zaal dan weer in een ‘Valentijn mood’. Met de heerlijke backing vocals van Lauren Cervantes en Angela Miller is dit een pareltje in het oeuvre van de band.
“Colors” is een nummer dat meteen herkend wordt, een nummer dat ook bij ons op de radio regelmatig te beluisteren was. Opgesmukt met een gierende gitaarsolo van Quesada en dito toetsenwerk van JaRon Marshall, een meesterwerkje van de groep. Helaas na een goed uurtje zijn de Pumas reeds uitgeraasd en verlaten het podium, een geestdriftig publiek achterlatend.
Het duurt wat langer dan gewoonlijk maar dan komt toetsenist JaRon Marshall terug het podium op en wordt even later vervoegd door de overige bandleden. Missing in action is onze gouden soulstem die plots opduikt in het midden van de zaal om het nummer “Fire” te zingen, met een sterke funky groove doet het nummer denken aan “Vintage Trouble”. ‘When there’s a fire, call the fireman’ was trouwens wel toepasselijk voor sommige fans die redelijk ‘on fire’ waren.
Als afsluiter van de avond kregen we een solo moment van zanger Eric Burton die zich op akoestische gitaar begeleidde voor Otis Redding’s (Sittin’ On) The Dock Of The Boy, een waar buskermoment, vlot meegezongen door het publiek dat zonder twijfel genoten heeft van een wervelend optreden van deze Black Pumas.
Luc Nuyts
Foto's: ©Sonja Schepers
Thanks to @PiasBelgium
Frank Turner & The Sleeping Souls, opener for Dropkick Murphys
Dropkick Murphys @ Vorst Nationaal, Brussel
DROPKICK MURPHYS @ VORST-NATIONAAL, BRUSSEL 07/02/20
http://dropkickmurphys.com/
https://www.facebook.com/DropkickMurphys/
Het beloofde een pittige muziekavond te worden in een goedgevuld Vorst-Nationaal met als headliner Dropkick Murphys natuurlijk als apotheose. Voor een kwartgevulde zaal mocht americana troubadour Jesse Ahern om 19 uur, ontstellend vroeg om op te treden, een staalkaartje geven van zijn talent. In een korte set, solo met gitaar, wist hij ons met zijn heerlijk schor stemgeluid en zijn ‘blue collar’ americana nummers te overtuigen.
Frank Turner & The Sleeping Souls mochten hun 2452e show spelen, ja hij volgt dit strikt op, en deed dit weer met veel allure. Begonnen als zanger bij de hardcore punkband “Million Dead” is zijn muzikale stijl toch wel wat veranderd, zijn punkatittude echter niet. Een uur lang mocht de band het beste van zichzelf geven, en met veel overgave trachtte hij het publiek in de juiste sfeer te krijgen. Dit lukte pas bij de slotnummers “I Still Believe” en “Four Simple Words” wanneer hij al stagedivend het publiek indook, een dansje maakte met een plaatselijke schone en meedeed met de moshpit.
Next, The Dropkick Murphys, het zestal uit Boston, Massachusetts, staat reeds 24 jaren op de planken en hebben door de vele optredens hun grote bekendheid verworven. Opgegroeid in een Ierse buurt van Boston maken de heren ‘Celtic punk’, een mix van traditionele Ierse deuntjes en punk. Geen hitsingles, wel was er “I’m Shipping Up To Boston”, een nummer gemaakt op een gevonden tekst van Woody Guthrie. Het nummer werd gebruikt in de Academy Award-winning film The Departed van Martin Scorsese en kreeg zo grote bekendheid. Tot nu toe bracht de band negen albums uit waarbij de “Warrior’s Code” uit 2005 hun bekendste is en 11 Short Stories of Pain & Glory uit 2017 voorlopig hun laatste.
Dropkick Murphys is een echte live band die elk jaar in België wel op een podium staat of op een festival of in zaal. Waar ze vorig jaar nog in een uitverkochte AB stonden, en ook op de Lokerse Feesten en Groezrock aanwezig waren is nu het veel grotere Vorst-Nationaal aan de beurt, niet uitverkocht maar toch weer een grote belangstelling voor een band zonder hits die veel optreedt in ons land.
Wanneer de lichten doven en we het Iers verzetslied “Foggy Dew” horen in een versie van The Dubliners en Sinead O’Connor kan het feestje beginnen. Het instrumentale “The Lonesome Boatman” van hun laatste album opent waarna het ruigere werk eraan komt met “The Boys Are Back”. Middels een groot projectiescherm krijgen we tijdens de show de verschillende logo’s van de band te zien, soms wat teksten en jeugdfilmpjes, leuke aanvulling van het toch al volle podium met de zes vaste bandleden en twee tourleden.
De harde kern fans die zich op de eerste rijen bevinden worden verwend door de twee zangers, Ken Casey en Al Barr, die hun fans steeds opzoeken. In het middenveld bevindt zich blijkbaar veel testosteron, en wordt er veelvuldig met bier gegooid en natuurlijk is het crowdsurfen erg populair bij deze muziek. Muzikaal staat de band garant voor een perfecte sound waarbij de accordeon en doedelzak voortreffelijk geïntegreerd worden in de punksongs. De nieuwe single die verleden week verscheen “Smash Shit Up” wordt ook gespeeld wederom een typische Dropkick Murphys song, meezingen met de vuisten omhoog, “I Wanna Be A Rebel, I Wanna Smash Shit Up”! Een cover van “Amazing Grace” is overbodig, een rauwe versie van “Citizen C.I.A” bekoort ons des te meer, helaas gevolgd door het Iers getinte smartlap nummer “Jimmy Colins Wake”. De gedrevenheid bij het publiek is er een beetje uit, er volgt een tijdje een soort gelatenheid maar men herpakt zich. “Let’s Go Murphys, Let’s Go Murphys” brult de zaal wanneer de band de toepasselijke cover “I Fought The Law” speelt en hun set richting finale stuurt met hun ‘hometown’ nummer ‘State Of Massachusetts” en de meezinger “Out Of Our Heads”, om uiteindelijk met “Going Out Of Style” te eindigen.
Wild en omstuimig zo kunnen we de sfeer tijdens de bisnummers wel noemen, “Rose Tattoo” wordt uit volle borst meegezongen en laat ook het publiek op de tribunes opveren waarna het onvermijdbare “Shipping Up To Boston” het hele middenveld omtovert in een uitgelaten massa met een grote moshpit en talrijke crowdsurfers. Een fantastisch einde ware het niet dat de band het melige “Until The Next Time”, hun “Thank You For The Music” (Abba), er nog wou tegen aan gooien en een dertigtal fans toeliet op het podium in een groen-witte setting met de groene shamrock in de achtergrond. Nog wat confetti spuiten en het feestje is compleet, vreemd einde voor een band die hun roots in de punk hebben !!!
Desondanks werd dit toch wel gesmaakt door het uitgelaten publiek.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Thanks to #LiveNationBelgium
Thanks to @PiasBelgium
F
Whispering Sons voorprogramma Editors, Sportpaleis, Antwerpen
Editors @Sportpaleis, Antwerpen 01/02/2020
EDITORS @ SPORTPALEIS, ANTWERPEN 01/02/2020
http://editors.com/
https://www.facebook.com/Editors/
Na een carrière van meer dan 15 jaar bracht de band verleden jaar een verzamelalbum met hun grootste hits uit, “Black Gold: Best Of Editors”. Dit album geeft een mooi overzicht van de muzikale hoogtepunten van de Britse band en dat zijn er nogal wat.
Zes albums hebben ze reeds op hun teller staan waarbij de band zich steeds probeerde muzikaal te vernieuwen. Waar hun ‘donkere’ indie rock, op hun debuutalbum “The Back Room” (2005) en opvolger “An End Has A Start” (2007) vooral door een gitaargeluid bepaald werd, met een laagje synths als ondersteuning, wordt de synthesizer vanaf hun derde album “In This Light And On This Evening” belangrijker. De band kende in al die jaren één belangrijke personeelswissel toen gitarist en medeoprichter Chris Urbanowicz wegens muzikale meningsverschillen vervangen werd door Justin Lockey.
Met de geweldige stem van zanger Tom Smith, leuke postpunk nummers met meezingbare refreinen hebben de Editors België allang weten in te pakken. Bij hun passage in 2010 op Rock Werchter waarbij een fan het toen nog onbekende nummer “No Sound But The Wind” emotioneel helemaal meezingt en het nummer in België een nummer 1 hit werd is de groep niet meer weg te denken op de Belgische podia. Waar ze hier voor een uitverkocht Sportpaleis spelen, toch wel 20.000 man, is dit in hun eigen land al een stuk minder en in andere Europese landen zijn ze blij als er 1.000 fans komen opdagen.
De Black Gold, Best Of tour belooft een optreden met al hun bekendste nummers en dit in een bomvol Sportpaleis, het zoveelste feestje van de Editors in België?
Opgewarmd werd er door onze eigen vaderlandse postpunkband in volle progressie “The Whispering Sons” die tijdens deze Europese toer van de Editors het voorprogramma mogen verzorgen. Donker, meeslepend, met de stem van zangeres Fenne Kuppens in een toch wel prominente rol, ideale opener voor de headliner.
Openen doen de Editors met ouder werk, “An End Has A Start”, “Bullets” en “Bones”, terwijl frontman Tom Smith met zijn gekende bewegingen het podium beheerst, zorgt de rest van de band, Russell Leetch (bas, synts, backing vocals), Ed Lay (drums), Justin Lockey (gitaar) en Elliott Williams (keyboards, backing vocals) voor een stevige begeleiding, live blijft het gewoon een sterke band. Zoals beloofd krijgen we inderdaad een fraai overzicht van hun carrière, waarbij ook twee gloednieuwe nummers van hun verzamelalbum gespeeld worden. “Upside Down” een ‘funky’ vlot nummer, “Frankenstein” is andere koek, electro- funk waarbij de keyboards overheersen. Een mooie afwisseling krijgen we wanneer Tom solo een aandoenlijke akoestische versie speelt van “The Weight Of The World”.
Hun eerste nummer 1 hit in België “Papillon” krijgt al vroeg een plekje in de setlist, het publiek wordt dan ook eigenlijk voor de eerste keer echt enthousiast bij deze ‘klassieker’. Er worden inderdaad heel wat bekende nummers gespeeld, herkend door het publiek, maar echt uit de bol gaan, nee dat zeker niet. Interactie tussen publiek en band is er niet, geen bindteksten, het is meer een jukebox achtig gebeuren. Nochtans zijn alle elementen aanwezig om er een feestje van te maken, opwindende beats, meezingbare refreinen en Russell en Williams die hun best doen om het publiek mee te trekken in het optreden. Misschien wil men gewoon zoveel mogelijk nummers spelen, want we zijn al aan nummertje 22, “You Are Fading” als Smith ons bedankt om ‘those miserable bastards from the UK’ hier te laten spelen.
‘Save the best for last’ hebben de Britten gedacht want de encore mag er best wezen, sterke uitvoeringen van “The Racing Rats” en “Munich” en eindelijk gaat de zaal dan toch in euforie met het aanstekelijke “Smokers Outside The Hospital Doors”. En nog is het niet gedaan want wanneer de andere bandleden het podium verlaten, omgord Smith zijn akoestische gitaar om wederom een aandoenlijke versie van “No Sound But The Wind” te spelen, ‘our little secret’ speciaal voor het Belgisch publiek. Bedankt Editors !
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Thanks to @LiveNationBelgium
Thanks to @piasbelgium
Sum41@ AB, Brussel.
SUM 41 @ LOTTO ARENA, ANTWERPEN 14/01/2020
http://sum41.com/
https://www.facebook/Sum41/
Het was vooral met hun debuutalbum “All Killer No Filler” (2001) en de opvolger “Does This Look Infected” dat de punkrock van Sum 41 wereldberoemd werd. Albums die erg gesmaakt werden door de toenmalige jeugd, veelal een skatepubliek, met wereldhits als “Fat Lip” en “Still Waiting”.
De Canadese punkrockers zijn de laatste jaren zowel in de studio als op de bühne terug erg actief na toch wel ernstige problemen. Na hun vijfde album, “Screaming Bloody Murder” (2011) zag het er even slecht uit voor de band. Nadat gitarist Dave Baksh wegens muzikale meningsverschillen al eerder opstapte, verliet ook de originele drummer Steve Jocz de groep. Bovendien bleek dat frontman Deryck Whibley een ernstig alcoholprobleem had en niet in staat was om nog op te treden. De comeback werd echter ingezet in 2016, gitarist Baksh keerde terug en met een sterk nieuw album “13 Voices” haalden ze meteen met het nummer “Fake My Own Death” een Canadese en Amerikaanse hitsingle.
In 2016 speelden ze op het Groezrock festival in Meerhout waarna ze een jaar later een pittige uitverkochte show speelden in de AB en ook dat jaar hun opwachting maakten op Graspop. Hun nieuwste album “Order In Decline” (2019) komen ze voorstellen in een ook nu weer goedgevulde Lotto Arena. Het is de eerste show van hun Europese Tour waarbij niet alleen het nieuwste album in the picture staat, maar ook hun derde “Chuck” zijn 15e verjaardag viert. Het belooft dus weer een feestje te worden in Antwerpen.
Afgetrapt wordt er met een nummer uit “Order In Decline”, “Turning Away” een storend basgeluid zorgt voor wat wrevel maar de spetterende gitaarsolo van Dave Baksh maakt veel goed. Het propvolle middenveld mag al dadelijk helemaal uit de bol gaan met “The Hell Song” gevolgd door nog enkele catchy hitnummers. Met de nodige rook en siersnippers wordt “Motivation” begeleid waarna men de snelheid nog wat verhoogd met “Over My Head”. Een overweldigend begin waarbij het publiek onmiddellijk in de juiste sfeer zit. Het album “Chuck” staat in de bloemetjes en nummers als “We’re All To Blame” en “No Reason” zijn zeker geen madeliefjes, stevige punkrock voor de echte liefhebber.
Het tempo van de setlist verandert een beetje met rustigere nummers als “War” en “With You” maar toch weet de band met snedige songs als “Fake My Own Death” en “Death In The Family ”in hun ‘punkrock’, te overtuigen. De lichtjes van de smartphones tijdens het rustige begin van “Walking Disaster”, de talrijke ‘hands up!’ en ‘make a big circle’, het hoort er allemaal bij, maar het zijn natuurlijk de hits waarvoor het merendeel van het publiek gekomen is, ze worden massaal meegezongen. Muziek om plezier op te maken dat was de initiële bedoeling van Whibley en zijn band en daarvoor moet je geen groot zanger zijn maar wel het publiek het nodige entertainment geven.
Voor het spelen van het rustige “Pieces” maakt Whibley even een ommetje om het achteraan in de zaal te spelen, een leuk surplusje voor de mensen ver van het podium. Na het spelen van “Makes No Difference”, een nummer uit de EP “Half Hour Of Power” uit jawel 2000 wordt er een flitsende finale gespeeld. ‘This Is The Canadian National Anthem’ roept Deryck Whibley waarna de band hun monsterhit “Fat Lip” begint, de sfeer in de Lotto Arena borrelt omhoog en ontploft zowaar met “Still Waiting” nog steeds één van de favoriete nummers van de band zelf en zeker van hun talrijke fans
Het wachten op de bisnummers wordt beloond met hun versie van “We Will Rock You” (Queen), een nummer dat het altijd wel goed doet maar misschien wel overbodig is. Nee geef ons dan maar afsluiter “In Too Deep”, vintage Sum en al even meezingbaar wat dan ook massaal gebeurde. Plezier alom, missie geslaagd voor de Canadezen.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Luc Nuyts
Mario Goossens @ De Muze, Heusden-Zolder
MARIO GOOSSENS & KAREL VAN MILEGHEM BAND
@ DE MUZE, HEUSDEN-ZOLDER, 21/12/19
http:/paradisecitytour.be//
https://www.facebook.com/paradisecityseries//
Onder de naam “Paradise City” maakten bedenker Karel Van Mileghem en Triggerfinger drummer Mario Goossens een reeks van zes reportages over steden die getroffen werden door een catastrofe veroorzaakt door de mens zelf of door de natuur. Aangrijpende reportages waar men op zoek ging naar de helende werking van muziek, in hoeverre kan muziek het menselijk leed verzachten en de mens versterken om uit een tragedie te komen. Het bleef niet bij deze zes televisiereportages er werd tevens een radioreeks gemaakt, een muziekalbum uitgebracht onder de artiestennaam Starman, een (foto)boek en een theatertournee van negentien optredens.
Het optreden in het sfeervolle CC van Heusden-Zolder, De Muze, is het laatste in de reeks en tevens een thuismatch voor drummer Mario Goossens met een uitverkochte zaal als gevolg. Een twee uur durend concert met videobeelden uit de televisiereeks muzikaal omlijst door de band en aaneengepraat door Karel en Mario, een boeiend concept.
De gewelddadige burgeroorlog in Noord-Ierland, ‘The Troubles’, mag de spits afbijten. Bij het bezoek aan de stad Belfast, dikwijls het decor van deze oorlog, mag op papier dit conflict gedaan zijn, in de stad zelf is er nog steeds een afscheidingsmuur om protestanten en katholieken uit elkaars buurt te houden. Het ultieme protestlied tegen deze oorlog “Sunday Bloody Sunday” van U2 mag natuurlijk niet ontbreken op de setlist.
Schokkende beelden over de genocide in Rwanda, hoe is dit in godsnaam mogelijk geweest. Een volkerenmoord waarbij in 100 dagen zowat 1 miljoen mensen op gruwelijke wijze werden vermoord. Hier speelde het medium ‘radio’ een belangrijke rol, Radio Télévision Libre des Mille Collines verspreidde haat, hitste de Hutu’s op om alle Tutsi’s te vermoorden. Belgisch topartiest Stromae verloor zijn vader in deze oorlog en schreef het nummer “Papaoutai”, papa waar ben je? De schrijnende videobeelden die getoond werden terwijl de band dit nummer speelde doet een mens al eens nadenken, maar ook hier is er terug hoop, de ditmaal positieve invloed van de radio probeert mensen terug tot elkaar te brengen.
Muziek is nog steeds een universeel gegeven en doet deuren opengaan. Zo belandde Mario in Port-Au-Prince in een opnamestudio en het nummer “Money”, geschreven door Mario en Karel werd geïnspireerd door dit bezoek. De hoofdstad van Haïti probeert, na de verschrikkelijke aardbeving van 2010, waarbij bijna twee miljoen mensen dakloos werden, zich te herstellen. Het koloniale verleden van Haïti speelt ook nog altijd in de hoofden van de bevolking, de slavernij van vroeger is men nog steeds niet vergeten. “Redemption Song” van Bob Marley is een zeer toepasselijk nummer.
Komen we bij New Orleans, nog een stad met een koloniaal verleden en niet gespaard gebleven van ellende. De gitaren van Karel Van Mileghem en Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs) scheuren door de boxen tijdens het spelen van “Like A Hurricane” (Neil Young), zo heftig moet ook de orkaan Katrina te werk zijn gegaan. Door dijkbreuken overstroomde de stad en moest de bevolking hun huizen verlaten. Tijdens hun bezoek aan de stad van de ‘Mardi Gras’ ontmoetten ze straatmuzikant Grandpa Elliott die met het nummer “Stand By Me” door de vele hits op YouTube tijdelijke bekendheid kreeg maar door het verlies van zijn woning terug aan lagerwal is beland. Mario helpt de man door zelf een dagje als straatmuzikant aan de slag te gaan en zo Grandpa Elliott een beetje geld kan toestoppen.
“My Name Is” van Eminem mag de passage in Detroit begeleiden, de ooit zo rijke Motorcity is nu verdeeld door de ‘8 Mile’, een weg die de arme binnenstad afscheidt van de rijkere buitenbuurt. De verhuizing van de grote autofabrikanten naar de buitenstad heeft vooral de zwarte bevolking getroffen, zij waren niet meer welkom in de fabrieken en bleven in het centrum wonen, het zorgde voor de verloedering van de binnenstad en racisme. In het meeslepende “Bricks Are Gold” wordt deze problematiek bezongen.
Bar ‘Musica’ bevindt zich in Hiroshima en werd na het droppen van de atoombom op de stad geopend door Tadakata Yanagawa, niet alleen koffie en thee is er verkrijgbaar maar ook een portie muziek om het leed van de bevolking te verzachten. Van één van de overlevenden van dit atoomdrama leert Mario Taiko drum spelen, blijkbaar een fysieke beproeving.
Met hun versie van “Enola Gay” van OMD, het onheilbrengende atoomvliegtuig, en het hoopvolle “Here Comes The Sun” wordt deze muzikale trip beëindigd. Een verdiende staande ovatie voor dit boeiend concept, aangrijpende verhalen met een prima muzikale begeleiding van niet alleen Mario en Karel maar ook David Poltrock (keyboards), Jan Bas (zang, bas, gitaar) en Gertjan Van Hellemont (zang, bas, gitaar). “Peace, Love And Understanding” van Nick Lowe is de hoopgevende uitzwaaier!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
@ DE MUZE, HEUSDEN-ZOLDER, 21/12/19
http:/paradisecitytour.be//
https://www.facebook.com/paradisecityseries//
Onder de naam “Paradise City” maakten bedenker Karel Van Mileghem en Triggerfinger drummer Mario Goossens een reeks van zes reportages over steden die getroffen werden door een catastrofe veroorzaakt door de mens zelf of door de natuur. Aangrijpende reportages waar men op zoek ging naar de helende werking van muziek, in hoeverre kan muziek het menselijk leed verzachten en de mens versterken om uit een tragedie te komen. Het bleef niet bij deze zes televisiereportages er werd tevens een radioreeks gemaakt, een muziekalbum uitgebracht onder de artiestennaam Starman, een (foto)boek en een theatertournee van negentien optredens.
Het optreden in het sfeervolle CC van Heusden-Zolder, De Muze, is het laatste in de reeks en tevens een thuismatch voor drummer Mario Goossens met een uitverkochte zaal als gevolg. Een twee uur durend concert met videobeelden uit de televisiereeks muzikaal omlijst door de band en aaneengepraat door Karel en Mario, een boeiend concept.
De gewelddadige burgeroorlog in Noord-Ierland, ‘The Troubles’, mag de spits afbijten. Bij het bezoek aan de stad Belfast, dikwijls het decor van deze oorlog, mag op papier dit conflict gedaan zijn, in de stad zelf is er nog steeds een afscheidingsmuur om protestanten en katholieken uit elkaars buurt te houden. Het ultieme protestlied tegen deze oorlog “Sunday Bloody Sunday” van U2 mag natuurlijk niet ontbreken op de setlist.
Schokkende beelden over de genocide in Rwanda, hoe is dit in godsnaam mogelijk geweest. Een volkerenmoord waarbij in 100 dagen zowat 1 miljoen mensen op gruwelijke wijze werden vermoord. Hier speelde het medium ‘radio’ een belangrijke rol, Radio Télévision Libre des Mille Collines verspreidde haat, hitste de Hutu’s op om alle Tutsi’s te vermoorden. Belgisch topartiest Stromae verloor zijn vader in deze oorlog en schreef het nummer “Papaoutai”, papa waar ben je? De schrijnende videobeelden die getoond werden terwijl de band dit nummer speelde doet een mens al eens nadenken, maar ook hier is er terug hoop, de ditmaal positieve invloed van de radio probeert mensen terug tot elkaar te brengen.
Muziek is nog steeds een universeel gegeven en doet deuren opengaan. Zo belandde Mario in Port-Au-Prince in een opnamestudio en het nummer “Money”, geschreven door Mario en Karel werd geïnspireerd door dit bezoek. De hoofdstad van Haïti probeert, na de verschrikkelijke aardbeving van 2010, waarbij bijna twee miljoen mensen dakloos werden, zich te herstellen. Het koloniale verleden van Haïti speelt ook nog altijd in de hoofden van de bevolking, de slavernij van vroeger is men nog steeds niet vergeten. “Redemption Song” van Bob Marley is een zeer toepasselijk nummer.
Komen we bij New Orleans, nog een stad met een koloniaal verleden en niet gespaard gebleven van ellende. De gitaren van Karel Van Mileghem en Gertjan Van Hellemont (Douglas Firs) scheuren door de boxen tijdens het spelen van “Like A Hurricane” (Neil Young), zo heftig moet ook de orkaan Katrina te werk zijn gegaan. Door dijkbreuken overstroomde de stad en moest de bevolking hun huizen verlaten. Tijdens hun bezoek aan de stad van de ‘Mardi Gras’ ontmoetten ze straatmuzikant Grandpa Elliott die met het nummer “Stand By Me” door de vele hits op YouTube tijdelijke bekendheid kreeg maar door het verlies van zijn woning terug aan lagerwal is beland. Mario helpt de man door zelf een dagje als straatmuzikant aan de slag te gaan en zo Grandpa Elliott een beetje geld kan toestoppen.
“My Name Is” van Eminem mag de passage in Detroit begeleiden, de ooit zo rijke Motorcity is nu verdeeld door de ‘8 Mile’, een weg die de arme binnenstad afscheidt van de rijkere buitenbuurt. De verhuizing van de grote autofabrikanten naar de buitenstad heeft vooral de zwarte bevolking getroffen, zij waren niet meer welkom in de fabrieken en bleven in het centrum wonen, het zorgde voor de verloedering van de binnenstad en racisme. In het meeslepende “Bricks Are Gold” wordt deze problematiek bezongen.
Bar ‘Musica’ bevindt zich in Hiroshima en werd na het droppen van de atoombom op de stad geopend door Tadakata Yanagawa, niet alleen koffie en thee is er verkrijgbaar maar ook een portie muziek om het leed van de bevolking te verzachten. Van één van de overlevenden van dit atoomdrama leert Mario Taiko drum spelen, blijkbaar een fysieke beproeving.
Met hun versie van “Enola Gay” van OMD, het onheilbrengende atoomvliegtuig, en het hoopvolle “Here Comes The Sun” wordt deze muzikale trip beëindigd. Een verdiende staande ovatie voor dit boeiend concept, aangrijpende verhalen met een prima muzikale begeleiding van niet alleen Mario en Karel maar ook David Poltrock (keyboards), Jan Bas (zang, bas, gitaar) en Gertjan Van Hellemont (zang, bas, gitaar). “Peace, Love And Understanding” van Nick Lowe is de hoopgevende uitzwaaier!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Mika @ Vorst Nationaal, Brussel
MIKA @ VORST-NATIONAAL, BRUSSEL 15/12/19
http://mika.com//
https://www.facebook.com/Mika/
Zijn debuutalbum “Life In Cartoon Motion” (2007) met daarop de hitsingle “Grace Kelly” werd een wereldwijd succes, de naam Mika werd vooral dan in Europa, een gevestigde waarde. Met zijn frisse, vrolijke popdeuntjes, dikwijls gezongen met zijn falsetstem, brengt Mika een uniek popgeluid met een alternatief randje.
Michael ‘Mika’ Holbrook Penniman werd geboren in Beirut, Libanon (18/08/1983), zijn vader is Amerikaan zijn moeder Libanese. Door de gevaarlijke oorlogsomstandigheden in Beirut besluit de familie te verhuizen naar Parijs. Op negenjarige leeftijd wordt de Franse hoofdstad ingeruild voor het Britse, Londen. Zanglessen krijgt hij van een Russische operazanger, piano leerde hij al in Parijs spelen. In 2006 wordt de single “Grace Kelly” voor de eerste keer uitgebracht, zonder succes. Mika krijgt te weinig inspraak in zijn eigen muzikale carrière van de platenmaatschappij zodat hij besluit alles zelf te doen, dit met behulp van zijn familie. Hij creëert voor zijn debuutalbum een platenhoes van een muzikale fantasiewereld die hij door zijn muziek tot leven brengt. Alhoewel de volgende albums van de Brit de verkoopcijfers van het debuutalbum niet kunnen evenaren blijven zijn nummers bekoren.
Met een volledig nieuw team bracht Mika dit jaar zijn vijfde album uit, “My Name Is Michael Holbrook”. Een volwassen album dat nummers brengt over de emotionele staat van de mensen, een album gemaakt voor zichzelf op zoek naar zijn identiteit, met de typische mainstream pop van Mika natuurlijk. België is één van de landen waar Mika zeer populair blijft, ook dit jaar weet hij Vorst-Nationaal weer uit te verkopen.
Na de “Tiny Tour” die ze vooral in de VS speelden, kleinere zalen met de nadruk op de muziek, krijgen we in Europa de “Revelation Tour”, een spektakelstuk waar ook het visuele aspect belangrijk is. Dat merken we aan het podium dat met de regenboogkleuren uitgerust is, iedereen moet zich goed in zijn vel voelen al is hij anders dan anderen.
Een spektakelstuk maakt hij er wel van, de flamboyante Brit weet zijn fans het beste van zichzelf te geven. Met een lange intro waarin we de reprise van het nummer “Tiny Love” horen en de foto’s van de ouders verschijnen wordt “Ice Cream” ingezet, disco pop met de nodige danspasjes uit het nieuwste album. Al vroeg in de set wordt “Relax, Take It Easy” gespeeld, één van de hitsingles van zijn debuutalbum, dit wordt natuurlijk vlotjes meegezongen door een publiek van alle leeftijden. Aan kleuren op het podium geen gebrek, roos is de kleur van het verlangen zegt hij waarop hij “Origin Of Love” inzet. Dat Mika nog steeds zeer catchy popnummers kan schrijven bewijst hij met “Platform Ballerinas”, ‘feel good’ pop waar je van opkikkert.
Fans zijn belangrijk voor artiesten, Mika beloont ze door tijdens het nummer “Big Girl”, een stevige ronde te maken in het publiek, een beetje handjes schudden, knuffelen, het blijft een charismatisch figuur. De piano die verborgen was in het podium wordt bovengehaald waarop hij “Tiny Love” inzet, kleine dingen in de liefde kunnen belangrijk zijn, ‘you get me high on your tiny love’ en de piano zweeft enkele meters boven het podium. Tijdens “Underwater” ziet Mika een jongeman met een papier waarop staat ‘May I Play A Song On The Piano’, tja waarom niet, hij deed het heel aardig. “Elle Me Dit” is een Franstalig nummer, duidelijk populair bij onze Waalse bevolking die volle bak aan het dansen gaan.
Hij heeft al vele concerten gespeeld in Vorst-Nationaal, één van zijn favoriete concertzalen, lelijk van buiten maar sfeervol binnen, steeds onthaald door een warm publiek. Blijft het taalprobleem in België, Frans en Engels zijn geen probleem voor hem maar Nederlands is een ander paar mouwen. Gelukkig spreekt de drummer van de band Nederlands en probeert Mika de eerste zinnen van “Lollypop” in het Nederlands, een eervolle poging. Als slot krijgen we “Happy Ending” en het vlotte “Love Today” waarbij Mika nog eens alles haalt uit zijn tengere lijf, “We Are Golden” is de afsluiter waarbij de zaal haar appreciatie toont, zingen, dansen , handjes klappen.
Ontbreekt natuurlijk nog zijn topnummer “Grace Kelly”, dat wordt dan het eerste bisnummer, gracieus, speels en het statement makend dat hij geen bemoeienis van een platenmaatschappij nodig heeft om het te maken. Een hoop ballonnen maakt de zaal een stuk kleurrijker en wanneer een groot rood hart uit de piano tevoorschijn komt tijdens het laatste nummer “Stay High” kan Mika met een grote glimlach afscheid nemen van zijn trouw Belgisch publiek.
Mika, een popsensatie die te ‘vreemd’ voor mainstream en ‘te melodisch’ voor de alternatieve scene maar live zeer entertainend is.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
The Paper Kites @ Trix Antwerpen
THE PAPER KITES @ TRIX, ANTWERPEN 03/12/19
http://thepaperkites.com/
https://www.facebook.com/ThePaperKites/
Sinds 2010 proberen The Paper Kites hun warme, akoestische indie folkpop vanuit Melbourne, Australië de wereld in te sturen. Met hun single “Bloom” (2010) lukt het hen vrij aardig om media-aandacht te krijgen, inmiddels werd dit nummer bijna 150 miljoen keer gestreamd, voor de band dus een echte hitsingle al werd het nummer nooit fysiek als single uitgebracht. Hun eerste EP “Woodland” (2011) deed het vrij behoorlijk, opvolger “Young North” (2012), ook al een EP, confirmeert dit succes. Debuutalbum “States” ziet het licht in 2013, het live gebeuren van de band blijft voorlopig beperkt tot voornamelijk Australië en de USA.
Op zoek naar een nieuw geluid voor de ‘moeilijke’ opvolger van het debuutalbum belandt men bij producer Phil Ek (Fleet Foxes) die samen met de band de nadruk legt op de synthesizer en bas waardoor de dromerige folkpopnummers een ‘ambient’ gevoel meekrijgen. Het album “Twelvefour” brengt de band ook naar Europa waarbij ze er niet voor terugschrikken om een gedeelte van het optreden volledig in het duister te spelen kwestie van de emotionele songs volledig tot je door te laten dringen. Vorig jaar verraste de band ons met het uitbrengen van twee albums in één jaar, “On The Train Ride Home” (2018) is een vooral akoestisch album met spaarzame instrumentatie waarbij de stem van zanger Bentley de nummers stuurt. Later op het jaar kwam men met het album “On The Corner Where You Lived” dat geluidsmatig dicht aanleunt bij “Twelvefour”, co-producer Peter Katis (The National, Interpol) geeft een iets hipper geluid aan de alweer emotioneel geladen nummers van de band.
De US is inmiddels de primaire afzetmarkt van de band maar ook in Europa blijft hun succes in stijgende lijn gaan. Een Europees luik van hun jongste tour mag dan ook niet ontbreken, in februari stonden ze reeds in de AB-club, vandaag is het de Trix club in Antwerpen die het Australische vijftal mag ontvangen.
Om hun optreden onmiddellijk in de juiste sfeer te brengen wordt het openingsnummer van hun laatste album “A Gathering On 57” op band afgespeeld, de instrumentale muziek met warme saxofoontonen doet aan Van The Man denken. Wanneer de vijf muzikanten het podium betreden en het nummer “Give Me Your Fire, Give Me Your Rain”en “Revelator Eyes” door de boxen knallen weten we dat de huidige Paper Kites niet alleen voor dromerige folkpop staan. De band speelt een mooie mix van nieuwe en oudere nummers, centraal staat steeds de stem van Sam Bentley die vaak met zijn ogen dicht een emotionele weerspiegeling van zijn songpersonages bezingt. De band zorgt voor steeds een integrerende begeleiding met de indringende gitaar van David Powys en het nu al kenmerkende bas-synth geluid van drummer Josh Bentley, bassist Sam Rasmussen en keyboardspeelster Christina Lacy.
Toch kunnen ook de oudere nummers rekenen op heel wat meeval, “Arms” dat ingezet wordt met zacht gitaargetokkel, de mooie stem van Bentley erover heen waarna de voltallige band laat horen dat ze vocaal een erg aantrekkelijke samenzang bezitten. Ook het volgende nummer “Paint” is van die orde, een nummer voor de liefhebbenden die elkaar niet kunnen loslaten tijdens de show, maar vooral geschreven voor de eenzame singles die stiekem een traan wegpinken. Ja het publiek is stil, maar dat is goed, geen geschreeuw of gekrijs tijdens deze weemoedige, vaak trieste laatavond nummers. Tijdens “Deep Burn Blue” moet de basstem van Bentley erg laag gaan, een hoogtepunt uit het nieuwe album. Voor deze reeks concerten speelt de band exclusief een nieuw nog niet verschenen nummer, “Straight To You”, het doet erg denken aan de AOR-muziek van de jaren 80 met een prominente synth, nogal glad nummer wel radiogevoelig. Wanneer gitarist Powys zijn banjo tijdens “St. Clarity” bespeelt is er een eerste, kort meeklapmoment van het publiek. ‘Ook op het volgend nummer mag je gerust proberen mee te klappen of beter zingen’ zegt Bentley, ‘het is een happy song’ waarna hij “Bloom” start, mooi, gevoelig, warm en meezingbaar.
“Electric Indigo” blijft een topnummer uit het vorige album met ook weer een refererend geluid naar de jaren 80. Afsluiten doet men met “Don’t Keep Driving” een nummer waarvan de intro verdacht lijkt op die van “Purple Rain” van Prince, och ja ook van de jaren tachtig waar ze dus danig door beïnvloed zijn. De band komt nog voor één nummer terug “On The Train Ride Home”, gespeeld met vier gitaren en een bas, fraaie leadzang en heerlijke samenzang.
The Paper Kites een band die we zeker nog niet voor het laatst gezien hebben, fraaie nummers met een unieke muzikale omlijsting.
Luc Nuyts
Foto's©Sonja Schepers
http://thepaperkites.com/
https://www.facebook.com/ThePaperKites/
Sinds 2010 proberen The Paper Kites hun warme, akoestische indie folkpop vanuit Melbourne, Australië de wereld in te sturen. Met hun single “Bloom” (2010) lukt het hen vrij aardig om media-aandacht te krijgen, inmiddels werd dit nummer bijna 150 miljoen keer gestreamd, voor de band dus een echte hitsingle al werd het nummer nooit fysiek als single uitgebracht. Hun eerste EP “Woodland” (2011) deed het vrij behoorlijk, opvolger “Young North” (2012), ook al een EP, confirmeert dit succes. Debuutalbum “States” ziet het licht in 2013, het live gebeuren van de band blijft voorlopig beperkt tot voornamelijk Australië en de USA.
Op zoek naar een nieuw geluid voor de ‘moeilijke’ opvolger van het debuutalbum belandt men bij producer Phil Ek (Fleet Foxes) die samen met de band de nadruk legt op de synthesizer en bas waardoor de dromerige folkpopnummers een ‘ambient’ gevoel meekrijgen. Het album “Twelvefour” brengt de band ook naar Europa waarbij ze er niet voor terugschrikken om een gedeelte van het optreden volledig in het duister te spelen kwestie van de emotionele songs volledig tot je door te laten dringen. Vorig jaar verraste de band ons met het uitbrengen van twee albums in één jaar, “On The Train Ride Home” (2018) is een vooral akoestisch album met spaarzame instrumentatie waarbij de stem van zanger Bentley de nummers stuurt. Later op het jaar kwam men met het album “On The Corner Where You Lived” dat geluidsmatig dicht aanleunt bij “Twelvefour”, co-producer Peter Katis (The National, Interpol) geeft een iets hipper geluid aan de alweer emotioneel geladen nummers van de band.
De US is inmiddels de primaire afzetmarkt van de band maar ook in Europa blijft hun succes in stijgende lijn gaan. Een Europees luik van hun jongste tour mag dan ook niet ontbreken, in februari stonden ze reeds in de AB-club, vandaag is het de Trix club in Antwerpen die het Australische vijftal mag ontvangen.
Om hun optreden onmiddellijk in de juiste sfeer te brengen wordt het openingsnummer van hun laatste album “A Gathering On 57” op band afgespeeld, de instrumentale muziek met warme saxofoontonen doet aan Van The Man denken. Wanneer de vijf muzikanten het podium betreden en het nummer “Give Me Your Fire, Give Me Your Rain”en “Revelator Eyes” door de boxen knallen weten we dat de huidige Paper Kites niet alleen voor dromerige folkpop staan. De band speelt een mooie mix van nieuwe en oudere nummers, centraal staat steeds de stem van Sam Bentley die vaak met zijn ogen dicht een emotionele weerspiegeling van zijn songpersonages bezingt. De band zorgt voor steeds een integrerende begeleiding met de indringende gitaar van David Powys en het nu al kenmerkende bas-synth geluid van drummer Josh Bentley, bassist Sam Rasmussen en keyboardspeelster Christina Lacy.
Toch kunnen ook de oudere nummers rekenen op heel wat meeval, “Arms” dat ingezet wordt met zacht gitaargetokkel, de mooie stem van Bentley erover heen waarna de voltallige band laat horen dat ze vocaal een erg aantrekkelijke samenzang bezitten. Ook het volgende nummer “Paint” is van die orde, een nummer voor de liefhebbenden die elkaar niet kunnen loslaten tijdens de show, maar vooral geschreven voor de eenzame singles die stiekem een traan wegpinken. Ja het publiek is stil, maar dat is goed, geen geschreeuw of gekrijs tijdens deze weemoedige, vaak trieste laatavond nummers. Tijdens “Deep Burn Blue” moet de basstem van Bentley erg laag gaan, een hoogtepunt uit het nieuwe album. Voor deze reeks concerten speelt de band exclusief een nieuw nog niet verschenen nummer, “Straight To You”, het doet erg denken aan de AOR-muziek van de jaren 80 met een prominente synth, nogal glad nummer wel radiogevoelig. Wanneer gitarist Powys zijn banjo tijdens “St. Clarity” bespeelt is er een eerste, kort meeklapmoment van het publiek. ‘Ook op het volgend nummer mag je gerust proberen mee te klappen of beter zingen’ zegt Bentley, ‘het is een happy song’ waarna hij “Bloom” start, mooi, gevoelig, warm en meezingbaar.
“Electric Indigo” blijft een topnummer uit het vorige album met ook weer een refererend geluid naar de jaren 80. Afsluiten doet men met “Don’t Keep Driving” een nummer waarvan de intro verdacht lijkt op die van “Purple Rain” van Prince, och ja ook van de jaren tachtig waar ze dus danig door beïnvloed zijn. De band komt nog voor één nummer terug “On The Train Ride Home”, gespeeld met vier gitaren en een bas, fraaie leadzang en heerlijke samenzang.
The Paper Kites een band die we zeker nog niet voor het laatst gezien hebben, fraaie nummers met een unieke muzikale omlijsting.
Luc Nuyts
Foto's©Sonja Schepers
Title Text.
Marble Sounds @ De Muze, Heusden-Zolder.
MARBLE SOUNDS @ CC DE MUZE, HEUSDEN-ZOLDER 23/11/2019
http://marblesounds.com/
https://www.facebook.com/MarbleSounds/
Het is weer een goed jaar geleden dat Marble Sounds hun vierde langspeler uitbrachten. “The Advice To Travel Light” is weer een album geworden met een trits bloedmooie nummers doordrenkt in het typische melancholische geluid van de band. De groep van bezieler Pieter Van Dessel debuteerde twaalf jaar geleden met een EP’tje waarna in 2010 hun eerste volwaardig album “Nice Is Good” uitkwam. Met de hitsingle “Leave A Light On” van het voortreffelijke album “Dear Me, Look Up” (2013) bereikte de band een ruimer publiek. Inmiddels is Marble Sounds een gevestigde waarde in de Belgische muziekscene, een mooie verrijking van de Belpop.
De geraffineerde melodietjes worden steeds mooi ingekadert door de band, soms heel sober dan weer heel bombastisch. Eén van de sterktes van de band is dan ook deze muziek live te brengen met alle toeters en bellen die men nodig heeft. Bijgestaan door twee strijkers, Beatrijs De Klerck en Stefan Wellens, en de uitstekende backing vocals van Renée Sys staan ze met niet minder dan acht muzikanten op het podium van de prachtige nieuwe zaal in het vernieuwde CC De Muze in Heusden-Zolder.
Dat het laatste album ‘in the picture’ staat is logisch, maar liefst negen van de elf nummers zullen deze avond de revue passeren, met “In Time” als opener. De stevige versie van het openingsnummer laat meteen de bedreven- en vaardigheid van de band horen, na een jaar intensief toeren misschien vanzelfsprekend maar het samenspel van de musici is imponerend. Met het sterk songmateriaal dat Van Dessel de laatste tien jaar heeft bij elkaar geschreven weet het gezelschap een sterk variërend optreden te spelen. Het fijnzinnig melodietje van “Speeches”, een nummer geschreven voor zijn jongste dochter, wordt mooi afgewisseld met het meer uitgesponnen “The Ins And Outs” van het vorige album “Tautou” waarbij bassist Gerd Van Mulders zijn bas even ruilt om een partijtje bugel te blazen. Het geluid van de gitaarpartijen van gitarist Gianni Marzo zijn ook dikwijls bepalend voor het geluid van de band, waarbij zijn spel op de pedal steel ook al impressief is.
De zang van Pieter Van Dessel, die soms wat onduidelijk is, geeft een rustig warm gevoel zeer passend bij de nummers die hij schrijft, zo ook op het subtiele “One Last Regret” waarbij het publiek op het einde wat oohtjes mag meezingen.
Dat de subsidies in de cultuursector alweer worden teruggeschroefd zal bij elke creatieveling in België wel in het verkeerde keelgat geschoten zijn, zo ook bij Marble Sounds, ‘al goed dat dit cultuurcentrum vernieuwd is alvorens de nieuwe regelgeving’ en om de geluids- en lichtman even te laten pauzeren spelen ze drie nummers ‘unplugged’. “Learning All My Roles” is een in België onuitgegeven nummer, het staat als hidden track op de Japanse release van het nieuwe album. “Hazy” is een nummer geschreven voor de tv reeks “TeGek” en als afsluiter van deze aangename unplugged sessie spelen ze een akoestische versie van “The Advice To Travel Light”.
Met een vioolintro en het nodige toetsenwerk van Brecht Plasschaert wordt het gelaagde “How It’s Going To End” gespeeld waarna het tijd is om wat radiovriendelijke nummers te spelen, “Photographs” en natuurlijk hun bekendste “Leave The Light On”, een nummer geschreven voor zijn oudste dochter. Eén van hun sterkste liedjes uit hun nieuwe album, “Keep Repeating” mag afsluiten, prima melodie waarbij de band het nummer naar een wervelend chaotisch einde leidt.
Solo en akoestisch speelt Pieter als eerste bisnummer het korte vrolijke liefdesliedje “About You”, waarna hij met full band de cover “Wicked Game” (Chris Isaak) inzet, de lead vocals zijn ditmaal voor René Sys, een primeurtje voor De Muze want de vorige acht optredens koos men voor “Mandy” van Barry Manilow. De band komt in volle actie bij het slotnummer “Tout Et Partout”, een nummer dat de meer experimentele zijde van de groep laat horen, de klikkende drums van Mattijs Vanderleen gecombineerd met een repeterend deuntje, mooie samenzang met Renée Sys, en als climax de trompetsolo van Gerd Van Mulder, Marble Sounds in volle glorie. Marble Sounds toverde een kille herfstavond om in een warme boeiende luisterervaring.
Luc Nuyts
Foto's©Sonja Schepers
http://marblesounds.com/
https://www.facebook.com/MarbleSounds/
Het is weer een goed jaar geleden dat Marble Sounds hun vierde langspeler uitbrachten. “The Advice To Travel Light” is weer een album geworden met een trits bloedmooie nummers doordrenkt in het typische melancholische geluid van de band. De groep van bezieler Pieter Van Dessel debuteerde twaalf jaar geleden met een EP’tje waarna in 2010 hun eerste volwaardig album “Nice Is Good” uitkwam. Met de hitsingle “Leave A Light On” van het voortreffelijke album “Dear Me, Look Up” (2013) bereikte de band een ruimer publiek. Inmiddels is Marble Sounds een gevestigde waarde in de Belgische muziekscene, een mooie verrijking van de Belpop.
De geraffineerde melodietjes worden steeds mooi ingekadert door de band, soms heel sober dan weer heel bombastisch. Eén van de sterktes van de band is dan ook deze muziek live te brengen met alle toeters en bellen die men nodig heeft. Bijgestaan door twee strijkers, Beatrijs De Klerck en Stefan Wellens, en de uitstekende backing vocals van Renée Sys staan ze met niet minder dan acht muzikanten op het podium van de prachtige nieuwe zaal in het vernieuwde CC De Muze in Heusden-Zolder.
Dat het laatste album ‘in the picture’ staat is logisch, maar liefst negen van de elf nummers zullen deze avond de revue passeren, met “In Time” als opener. De stevige versie van het openingsnummer laat meteen de bedreven- en vaardigheid van de band horen, na een jaar intensief toeren misschien vanzelfsprekend maar het samenspel van de musici is imponerend. Met het sterk songmateriaal dat Van Dessel de laatste tien jaar heeft bij elkaar geschreven weet het gezelschap een sterk variërend optreden te spelen. Het fijnzinnig melodietje van “Speeches”, een nummer geschreven voor zijn jongste dochter, wordt mooi afgewisseld met het meer uitgesponnen “The Ins And Outs” van het vorige album “Tautou” waarbij bassist Gerd Van Mulders zijn bas even ruilt om een partijtje bugel te blazen. Het geluid van de gitaarpartijen van gitarist Gianni Marzo zijn ook dikwijls bepalend voor het geluid van de band, waarbij zijn spel op de pedal steel ook al impressief is.
De zang van Pieter Van Dessel, die soms wat onduidelijk is, geeft een rustig warm gevoel zeer passend bij de nummers die hij schrijft, zo ook op het subtiele “One Last Regret” waarbij het publiek op het einde wat oohtjes mag meezingen.
Dat de subsidies in de cultuursector alweer worden teruggeschroefd zal bij elke creatieveling in België wel in het verkeerde keelgat geschoten zijn, zo ook bij Marble Sounds, ‘al goed dat dit cultuurcentrum vernieuwd is alvorens de nieuwe regelgeving’ en om de geluids- en lichtman even te laten pauzeren spelen ze drie nummers ‘unplugged’. “Learning All My Roles” is een in België onuitgegeven nummer, het staat als hidden track op de Japanse release van het nieuwe album. “Hazy” is een nummer geschreven voor de tv reeks “TeGek” en als afsluiter van deze aangename unplugged sessie spelen ze een akoestische versie van “The Advice To Travel Light”.
Met een vioolintro en het nodige toetsenwerk van Brecht Plasschaert wordt het gelaagde “How It’s Going To End” gespeeld waarna het tijd is om wat radiovriendelijke nummers te spelen, “Photographs” en natuurlijk hun bekendste “Leave The Light On”, een nummer geschreven voor zijn oudste dochter. Eén van hun sterkste liedjes uit hun nieuwe album, “Keep Repeating” mag afsluiten, prima melodie waarbij de band het nummer naar een wervelend chaotisch einde leidt.
Solo en akoestisch speelt Pieter als eerste bisnummer het korte vrolijke liefdesliedje “About You”, waarna hij met full band de cover “Wicked Game” (Chris Isaak) inzet, de lead vocals zijn ditmaal voor René Sys, een primeurtje voor De Muze want de vorige acht optredens koos men voor “Mandy” van Barry Manilow. De band komt in volle actie bij het slotnummer “Tout Et Partout”, een nummer dat de meer experimentele zijde van de groep laat horen, de klikkende drums van Mattijs Vanderleen gecombineerd met een repeterend deuntje, mooie samenzang met Renée Sys, en als climax de trompetsolo van Gerd Van Mulder, Marble Sounds in volle glorie. Marble Sounds toverde een kille herfstavond om in een warme boeiende luisterervaring.
Luc Nuyts
Foto's©Sonja Schepers
Greta Van Fleet @ Lotto Arena, Brussel
GRETA VAN FLEET @ LOTTO ARENA, ANTWERPEN 15/11/2019
http://gretavanfleet.com/
https://www.facebook.com/GretaVanFleet/
Wie kan het wereldwijde succes verklaren van de Amerikaanse rockband Greta Van Fleet uit Frankenmuth, Michigan? Hun muzikale stijl, een allegaartje van blues- en hardrock met méér dan een ferme knipoog naar de jaren ’70, wordt door zoveel artiesten gespeeld maar meestal met een zeer bescheiden succes. Zijn het de hoge stemuithalen van de flamboyante zanger Josh, het snedige gitaarwerk van tweelingbroer Jake of heeft de jeugdige uitstraling van de band er iets mee te maken? In ieder geval blijkt dat de band een nieuwe generatie heeft wakker gemaakt die ook wel open staan voor een portie stevige gitaarrock.
De stijgende populariteit van de band in België is duidelijk, na de Club van de Ab, de grote zaal van de Ab en vervolgens een passage dit jaar op Rock Werchter om dan nu voor een volledige uitverkochte Lotto Arena te spelen. Wetende dat de band tot nu toe slechts één volwaardig album heeft uitgebracht, “Anthem Of The Peaceful Army” (2018) is dit toch wel een unicum. De band, drie broers en hun vriend, bracht in 2017 reeds twee EP’s uit, “Black Smoke Rising” en “From The Fires” waarvan deze laatste een Grammy won voor Best Rock Album.
Eén van de pijlers van hun succes is natuurlijk het vele toeren, sinds 2017 zijn ze constant ‘on tour’, met een korte hiaat om aan hun album te werken. Zelfs voor deze jonge wolven kan het wel eens te veel worden en wegens ‘uitgeput’ werd hun uitverkocht concert van februari dit jaar verhuist naar vandaag, geen probleem de zaak blijkt nog steeds vol te zitten.
Met een kwartiertje vertraging begint de band aan hun bijna twee uur durende show, met een theatrale opening en een stevige “Cold Wind” wordt er stevig geopend. Frontman Josh Kiszka, in strak broekpak en op blote voeten, weet met zijn specifiek (hoog) stemgeluid onmiddellijk indruk te maken. Gitarist Jake is duidelijk de andere spilfiguur van de band, met een geweldig blues riff zet hij het bekende “Safari Song” in en laat horen dat hij een zeer getalenteerd gitarist is. In het begin van de set een drumsolo invoegen is een beetje vreemd maar drummer Daniel Wagner mept zijn vellen bijna aan flarden en met het daaropvolgende “Black Smoke Rising” weet de band een vurige start te maken. Terwijl bassist Sam Kiszka zijn bas aan de kant zet en achter het orgel plaatsneemt kondigt Josh “Flower Power” aan, ‘the celebration of love’. Het nummer wordt wel echt lang uitgesponnen en dit blijkt wel één van de breekpunten te zijn van dit optreden. Hoewel men tracht te variëren in het geluid van de nummers worden de nummers wat té lang en begint het gekrijs van Josh en de zoveelste gitaarsolo van Jack wat te irriteren. Let op, alles wordt vakkundig uitgevoerd maar de connectie met het publiek gaat toch wel verloren met deze langdradige nummers. Daarbij komt dat de band nog niet over de nodige songs beschikt die dezelfde impact hebben als hun pakweg viertal bekendere ’hits’.
Frontman Josh probeert het publiek aan te zetten tot meeklappen en zingen maar dit lukt maar gedeeltelijk. Nog enkele mooie momenten zijn “Age Of Man” waarbij de band even naar de progrock kant leunt, met fijn orgelwerk van Sam. Het met de akoestische gitaar begeleidde “You’re The One” is een verademing bij al dat rockgeweld. Uiteindelijk krijgt de band het publiek toch nog uitzinnig met het bisnummer “Highway Tune”, hun bekendste nummer. Handjes omhoog, lekker meebeuken op het ritme toch nog een hoogtepunt van dit optreden. De band vond het echter nodig om nog een dikke tien minuten te soleren zodat ook dit momentum wat verloren ging.
Deze jonge band staat nog maar aan het begin van een (nu al) succesvolle carrière, helaas beschikken ze over nog te weinig bekendere nummers om een leuke setlist in elkaar te boksen. Gelukkig is er op dat vlak beterschap in zicht want de band komt begin volgend jaar reeds met een tweede volwaardig album met een ietwat verschillend geluid dan hun vorige. Benieuwd!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://gretavanfleet.com/
https://www.facebook.com/GretaVanFleet/
Wie kan het wereldwijde succes verklaren van de Amerikaanse rockband Greta Van Fleet uit Frankenmuth, Michigan? Hun muzikale stijl, een allegaartje van blues- en hardrock met méér dan een ferme knipoog naar de jaren ’70, wordt door zoveel artiesten gespeeld maar meestal met een zeer bescheiden succes. Zijn het de hoge stemuithalen van de flamboyante zanger Josh, het snedige gitaarwerk van tweelingbroer Jake of heeft de jeugdige uitstraling van de band er iets mee te maken? In ieder geval blijkt dat de band een nieuwe generatie heeft wakker gemaakt die ook wel open staan voor een portie stevige gitaarrock.
De stijgende populariteit van de band in België is duidelijk, na de Club van de Ab, de grote zaal van de Ab en vervolgens een passage dit jaar op Rock Werchter om dan nu voor een volledige uitverkochte Lotto Arena te spelen. Wetende dat de band tot nu toe slechts één volwaardig album heeft uitgebracht, “Anthem Of The Peaceful Army” (2018) is dit toch wel een unicum. De band, drie broers en hun vriend, bracht in 2017 reeds twee EP’s uit, “Black Smoke Rising” en “From The Fires” waarvan deze laatste een Grammy won voor Best Rock Album.
Eén van de pijlers van hun succes is natuurlijk het vele toeren, sinds 2017 zijn ze constant ‘on tour’, met een korte hiaat om aan hun album te werken. Zelfs voor deze jonge wolven kan het wel eens te veel worden en wegens ‘uitgeput’ werd hun uitverkocht concert van februari dit jaar verhuist naar vandaag, geen probleem de zaak blijkt nog steeds vol te zitten.
Met een kwartiertje vertraging begint de band aan hun bijna twee uur durende show, met een theatrale opening en een stevige “Cold Wind” wordt er stevig geopend. Frontman Josh Kiszka, in strak broekpak en op blote voeten, weet met zijn specifiek (hoog) stemgeluid onmiddellijk indruk te maken. Gitarist Jake is duidelijk de andere spilfiguur van de band, met een geweldig blues riff zet hij het bekende “Safari Song” in en laat horen dat hij een zeer getalenteerd gitarist is. In het begin van de set een drumsolo invoegen is een beetje vreemd maar drummer Daniel Wagner mept zijn vellen bijna aan flarden en met het daaropvolgende “Black Smoke Rising” weet de band een vurige start te maken. Terwijl bassist Sam Kiszka zijn bas aan de kant zet en achter het orgel plaatsneemt kondigt Josh “Flower Power” aan, ‘the celebration of love’. Het nummer wordt wel echt lang uitgesponnen en dit blijkt wel één van de breekpunten te zijn van dit optreden. Hoewel men tracht te variëren in het geluid van de nummers worden de nummers wat té lang en begint het gekrijs van Josh en de zoveelste gitaarsolo van Jack wat te irriteren. Let op, alles wordt vakkundig uitgevoerd maar de connectie met het publiek gaat toch wel verloren met deze langdradige nummers. Daarbij komt dat de band nog niet over de nodige songs beschikt die dezelfde impact hebben als hun pakweg viertal bekendere ’hits’.
Frontman Josh probeert het publiek aan te zetten tot meeklappen en zingen maar dit lukt maar gedeeltelijk. Nog enkele mooie momenten zijn “Age Of Man” waarbij de band even naar de progrock kant leunt, met fijn orgelwerk van Sam. Het met de akoestische gitaar begeleidde “You’re The One” is een verademing bij al dat rockgeweld. Uiteindelijk krijgt de band het publiek toch nog uitzinnig met het bisnummer “Highway Tune”, hun bekendste nummer. Handjes omhoog, lekker meebeuken op het ritme toch nog een hoogtepunt van dit optreden. De band vond het echter nodig om nog een dikke tien minuten te soleren zodat ook dit momentum wat verloren ging.
Deze jonge band staat nog maar aan het begin van een (nu al) succesvolle carrière, helaas beschikken ze over nog te weinig bekendere nummers om een leuke setlist in elkaar te boksen. Gelukkig is er op dat vlak beterschap in zicht want de band komt begin volgend jaar reeds met een tweede volwaardig album met een ietwat verschillend geluid dan hun vorige. Benieuwd!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Frank Carter and The Rattlesnakes@Trix, Antwerpen
FRANK CARTER & THE RATTLESNAKES @ TRIX, ANTWERPEN 9/11/2019
http://frankcarter.com/
https://www.facebook.com/FrankCarter/
Met de hardcore punk van de Britse band Gallows kende Frank Carter zijn eerste successen, hun debuutalbum “Orchestra Of Wolves” geldt nog steeds als één van de beste hardcore punk albums ooit gemaakt. Hun live reputatie met Carter als frontman was indrukwekkend. In 2011 verliet hij de band wegens muzikale meningsverschillen, en richtte samen met Jim Carroll (The Hope Of Conspiracy) de band Pure Love op. “Anthems” (2013) is het enige album dat de band uitbracht, het hardcore punk geluid wordt op dit album
verruilt voor melodische rockmuziek.
In 2015 vond Frank dat het terug tijd werd om met een nieuwe band een punkrock album op te nemen. Samen met gitarist Dean Richardson werd Frank Carter & The Rattlesnakes opgericht en bracht men in 2015 “Blossom” uit. Muzikaal keert hij terug naar zijn roots, knallende punkrock songs waarbij Frank Carter zijn mentale problemen uitschreeuwt. Opvolger “Modern Ruin” (2017) laat dan weer een heel ander geluid horen, de onderhuidse woede die we op “Blossom” hoorden is er niet meer. Een mengeling van de melodische rock van Pure Love met de punkrock van het album “Blossom” in een veel gladdere productie laat ons een meer indie-rock geluid horen. Het bewijst dat de The Rattlesnakes meer zijn dan een hardcore punkband en Carter wel een begenadigd zanger is.
Het dit jaar uitgekomen “End Of Suffering” zet de lijn van het vorige album verder, de originele hardcore punksound is niet meer. In plaats daarvan krijgen we veelal meezingbare rockmuziek dat een breder publiek aanspreekt. Voor Carter is het de plaat van de hoop, na een donkere periode van enorme twijfels over zichzelf, zelfhaat, zowaar een oorlog tegen zichzelf is hij door zijn muziek en de openheid van zijn gevoelens uit dit dal gekomen, het einde van het lijden.
Voor de fans van het eerste uur is het even slikken natuurlijk, kan Frank Carter & The Rattlesnakes dit album integreren in hun energieke liveoptredens vol met moshpits en crowdsurfen? In elk geval beschikt de band over een leger zeer toegewijde fans die hun band trouw blijven, zaal Trix is zo goed als uitverkocht, klaar voor een anderhalf uur wervelend optreden.
Al tijdens het eerste nummer “Tyrant Lizard King” zoekt de frontman het publiek op en gaat een beetje crowdsurfen, kwestie van een beetje kennis te maken blijkbaar. De fans wachten tot het eerste echte punkrock nummer “Trouble” tot ze zich overgeven aan de handen van een ander. We moeten er geen tekening bijmaken, de hardcore punk rules nog steeds onder de meeste fans en zetten natuurlijk het meeste aan tot crowdsurfen en moshpitten, time to party! De meer gevoelige nummers uit het nieuwe album laten een andere kant van de band horen, “Anxiety” over de angst voor het doorkomen van de dag of “Angel Wings”, het sleutelnummer uit “End Of Suffering”, laat niets opkroppen, probeer je te uiten, zelfmoord is nog steeds één van de hoofdoorzaken van de dood van mannen onder de 45. Deze zware thema’s op toch wel wat rustigere muziek brengen de ‘drive’ wel wat uit het optreden.
Gelukkig genoeg blijven er nog knallers genoeg over om het feestje verder te zetten. “Juggernaut” uit het eerste album natuurlijk, één brok dynamiek die Carter en wanneer een crowdsurfer wat te driftig om zich heen slaat kan Frank zich niet meer beheersen, ‘you don’t do that’, ‘you respect every single one here at this gig, you don’t hurt people’, gitarist Dean Richardson moest de frontman even behoeden om erger te voorkomen want hij had de crowdsurfer al een klap uitgedeeld. Het voorval wordt al snel vergeten. “Lullaby”, een nummer geschreven voor zijn dochtertje Mercy ,en hij opdraagt aan de jeugd, heeft hij de zaak weer volledig onder controle. De gitarist van Kid Kapichi, die met de nodige bijval het voorprogramma verzorgden, had twee uur voor hun optreden zijn vinger verwond en moest met een gespalkte vinger spelen, dat verdient respect, “Devil Inside Me” werd dan ook opgedragen aan Ben Beetham. De moshpitten worden groter, de crowdsurfers talrijker, en met “Crowbar” en “Heartbreaker”, twee onvervalste krakers die live de zaal in vuur en vlam zetten, mogen we stellen dat de live reputatie van de band nog steeds intact is. “I Hate You” is de afsluiter, bijna integraal gezongen door het publiek, haten en toch liefhebben in één nummer.
Het is Frank Carter & The Rattlesnakes weer gelukt om van hun publiek één grote familie te maken. "It doesn't matter how you look, what you wear, what music you listen to, what your sexual preference is. Your race, your religion, your age; it doesn't fucking matter. You're here because you like our band, and we love you, aldus de Sid Vicious van deze tijd.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://frankcarter.com/
https://www.facebook.com/FrankCarter/
Met de hardcore punk van de Britse band Gallows kende Frank Carter zijn eerste successen, hun debuutalbum “Orchestra Of Wolves” geldt nog steeds als één van de beste hardcore punk albums ooit gemaakt. Hun live reputatie met Carter als frontman was indrukwekkend. In 2011 verliet hij de band wegens muzikale meningsverschillen, en richtte samen met Jim Carroll (The Hope Of Conspiracy) de band Pure Love op. “Anthems” (2013) is het enige album dat de band uitbracht, het hardcore punk geluid wordt op dit album
verruilt voor melodische rockmuziek.
In 2015 vond Frank dat het terug tijd werd om met een nieuwe band een punkrock album op te nemen. Samen met gitarist Dean Richardson werd Frank Carter & The Rattlesnakes opgericht en bracht men in 2015 “Blossom” uit. Muzikaal keert hij terug naar zijn roots, knallende punkrock songs waarbij Frank Carter zijn mentale problemen uitschreeuwt. Opvolger “Modern Ruin” (2017) laat dan weer een heel ander geluid horen, de onderhuidse woede die we op “Blossom” hoorden is er niet meer. Een mengeling van de melodische rock van Pure Love met de punkrock van het album “Blossom” in een veel gladdere productie laat ons een meer indie-rock geluid horen. Het bewijst dat de The Rattlesnakes meer zijn dan een hardcore punkband en Carter wel een begenadigd zanger is.
Het dit jaar uitgekomen “End Of Suffering” zet de lijn van het vorige album verder, de originele hardcore punksound is niet meer. In plaats daarvan krijgen we veelal meezingbare rockmuziek dat een breder publiek aanspreekt. Voor Carter is het de plaat van de hoop, na een donkere periode van enorme twijfels over zichzelf, zelfhaat, zowaar een oorlog tegen zichzelf is hij door zijn muziek en de openheid van zijn gevoelens uit dit dal gekomen, het einde van het lijden.
Voor de fans van het eerste uur is het even slikken natuurlijk, kan Frank Carter & The Rattlesnakes dit album integreren in hun energieke liveoptredens vol met moshpits en crowdsurfen? In elk geval beschikt de band over een leger zeer toegewijde fans die hun band trouw blijven, zaal Trix is zo goed als uitverkocht, klaar voor een anderhalf uur wervelend optreden.
Al tijdens het eerste nummer “Tyrant Lizard King” zoekt de frontman het publiek op en gaat een beetje crowdsurfen, kwestie van een beetje kennis te maken blijkbaar. De fans wachten tot het eerste echte punkrock nummer “Trouble” tot ze zich overgeven aan de handen van een ander. We moeten er geen tekening bijmaken, de hardcore punk rules nog steeds onder de meeste fans en zetten natuurlijk het meeste aan tot crowdsurfen en moshpitten, time to party! De meer gevoelige nummers uit het nieuwe album laten een andere kant van de band horen, “Anxiety” over de angst voor het doorkomen van de dag of “Angel Wings”, het sleutelnummer uit “End Of Suffering”, laat niets opkroppen, probeer je te uiten, zelfmoord is nog steeds één van de hoofdoorzaken van de dood van mannen onder de 45. Deze zware thema’s op toch wel wat rustigere muziek brengen de ‘drive’ wel wat uit het optreden.
Gelukkig genoeg blijven er nog knallers genoeg over om het feestje verder te zetten. “Juggernaut” uit het eerste album natuurlijk, één brok dynamiek die Carter en wanneer een crowdsurfer wat te driftig om zich heen slaat kan Frank zich niet meer beheersen, ‘you don’t do that’, ‘you respect every single one here at this gig, you don’t hurt people’, gitarist Dean Richardson moest de frontman even behoeden om erger te voorkomen want hij had de crowdsurfer al een klap uitgedeeld. Het voorval wordt al snel vergeten. “Lullaby”, een nummer geschreven voor zijn dochtertje Mercy ,en hij opdraagt aan de jeugd, heeft hij de zaak weer volledig onder controle. De gitarist van Kid Kapichi, die met de nodige bijval het voorprogramma verzorgden, had twee uur voor hun optreden zijn vinger verwond en moest met een gespalkte vinger spelen, dat verdient respect, “Devil Inside Me” werd dan ook opgedragen aan Ben Beetham. De moshpitten worden groter, de crowdsurfers talrijker, en met “Crowbar” en “Heartbreaker”, twee onvervalste krakers die live de zaal in vuur en vlam zetten, mogen we stellen dat de live reputatie van de band nog steeds intact is. “I Hate You” is de afsluiter, bijna integraal gezongen door het publiek, haten en toch liefhebben in één nummer.
Het is Frank Carter & The Rattlesnakes weer gelukt om van hun publiek één grote familie te maken. "It doesn't matter how you look, what you wear, what music you listen to, what your sexual preference is. Your race, your religion, your age; it doesn't fucking matter. You're here because you like our band, and we love you, aldus de Sid Vicious van deze tijd.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
The Heavy@Botanique, Brussel
THE HEAVY @ BOTANIQUE, BRUSSEL 31/10/2019
http://theheavy.com/
http://www.facebook.com/TheHeavy/
Het is een erg drukke Halloweenavond in de Botanique, alle drie de zalen zijn bezet, waarvan twee uitverkocht één hiervan is de Rotonde. Hier speelt het Britse gezelschap The Heavy, met hun funky neo-soul voorzien van stevig gitaarwerk probeert de band sinds 2007 zich een weg naar het sterrendom in de muziekwereld te spelen.
Het is met hun tweede langspeler, “The House That Dirt Built” (2009), dat ze zijn doorgebroken. Vooral het nummer “How You Like Me Now”, dat ze brachten in de David Letterman show, waar ze als enige band tot nu toe een bisnummer mochten spelen, zorgde voor enige radio airplay. Uiteindelijk werd het geen hit maar werd het wel veelvoudig gebruikt in tv series, films, commercials en games waardoor het toch een bestaanszekerheid werd voor de band. Nadien werden meerdere nummers van de band veelvuldig gebruikt in de media waardoor de band geen echte hit nodig heeft om populair te blijven en geld in het laadje te krijgen. Ook hun vijfde album “Sons” dat dit jaar uitkwam gaat niet veel veranderen aan de strategie van de band. Muzikaal blijven ze dezelfde weg bewandelen, een mix van diverse stijlen, catchy songs, waarvan er ook nu weer een aantal in het medialandschap zullen belanden.
De nummers van The Heavy zijn ‘songs to move’, erg ritmisch, zeer meezingbaar, wat actie beloofd in een volle Rotonde! Buiten de vier vaste leden heeft de band zich live versterkt met twee blazers, een extra gitarist, een keyboardspeler en een backing zangeres, wat een vollere sound geeft aan de vlotte nummers. Tijdens de “Imperial March” uit Star Wars komt de band het podium op waarna de charismatisch frontman Kelvin Swaby het nieuwe “Whole Lot Of Love” inzet, één van de ‘heavy’ nummers uit het nieuwe album. Pittig muziekje met gierende gitaarsolo, old school rock met toch moderne elementen. Ook het titelnummer “Heavy For You” laat een dergelijk geluid horen, overstuurde gitaar, catchy refrein in een stevig ritme waarvoor bassist Spencer Page en drummer Chris Ellul verantwoordelijk zijn. Dit laat het publiek niet onberoerd, dat staat al vanaf het eerste nummer mee te swingen en zingen, de sfeer is optimaal in de kleine gezellige zaal.
‘Happy Halloween’ roept Kelvin Swaby, en zet het zeer toepasselijke “Can’t Play Dead” in, ‘well, hell she walks like a zombie, talk too cold, live in graveyard, like the one I call home’! Hun bekende nummers laten ze natuurlijk niet achterwege. Met een aanstekelijk trompetrifje wordt “Fighting For The Same Thing” ingezet, allemaal samen voor een betere wereld werken luidt de maatschappelijke boodschap van de band. Nummers als “Sixteen” en “Short Change Hero” worden onmiddellijk herkend door het fervente publiek. Beide nummers hebben ook al een rijk verleden als soundtrack voor film of game. Het is allemaal groove en fun, zowel op als voor het podium, zo heeft Swaby het graag, een publiek dat luidkeels meezingt terwijl hij het kan orkestreren. De energie wordt van het podium naar het publiek getransformeerd met nummers als “Same Ol’”, “What Happened To The Love” en “The Thief”, een drieluik met het kenmerkende geluid van de band.
Zingend in een Shure mic 55, met een soortgelijke stem als James Brown, neemt Swaby het hele podium in, waarbij het publiek steeds wordt in mee betrokken. Na het soulvolle “Better As One” verdwijnt de band van het podium, waarna de fans de band terug op het podium schreeuwen om nog een vervolg aan het feestje te breien. Met het ‘tell&response’ nummer “What Makes A Good Man”, met die heerlijke Kinks riff van “You really Got Me” op het einde van het nummer, wordt er nog eens lekker meegebruld, en natuurlijk met het slotnummer, nog steeds hun bekendste, “How You Like Me Now”, gaat iedereen uit de bol. Wel meneer Swaby, we like rock, we like soul, we like funk and we like it Heavy!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://theheavy.com/
http://www.facebook.com/TheHeavy/
Het is een erg drukke Halloweenavond in de Botanique, alle drie de zalen zijn bezet, waarvan twee uitverkocht één hiervan is de Rotonde. Hier speelt het Britse gezelschap The Heavy, met hun funky neo-soul voorzien van stevig gitaarwerk probeert de band sinds 2007 zich een weg naar het sterrendom in de muziekwereld te spelen.
Het is met hun tweede langspeler, “The House That Dirt Built” (2009), dat ze zijn doorgebroken. Vooral het nummer “How You Like Me Now”, dat ze brachten in de David Letterman show, waar ze als enige band tot nu toe een bisnummer mochten spelen, zorgde voor enige radio airplay. Uiteindelijk werd het geen hit maar werd het wel veelvoudig gebruikt in tv series, films, commercials en games waardoor het toch een bestaanszekerheid werd voor de band. Nadien werden meerdere nummers van de band veelvuldig gebruikt in de media waardoor de band geen echte hit nodig heeft om populair te blijven en geld in het laadje te krijgen. Ook hun vijfde album “Sons” dat dit jaar uitkwam gaat niet veel veranderen aan de strategie van de band. Muzikaal blijven ze dezelfde weg bewandelen, een mix van diverse stijlen, catchy songs, waarvan er ook nu weer een aantal in het medialandschap zullen belanden.
De nummers van The Heavy zijn ‘songs to move’, erg ritmisch, zeer meezingbaar, wat actie beloofd in een volle Rotonde! Buiten de vier vaste leden heeft de band zich live versterkt met twee blazers, een extra gitarist, een keyboardspeler en een backing zangeres, wat een vollere sound geeft aan de vlotte nummers. Tijdens de “Imperial March” uit Star Wars komt de band het podium op waarna de charismatisch frontman Kelvin Swaby het nieuwe “Whole Lot Of Love” inzet, één van de ‘heavy’ nummers uit het nieuwe album. Pittig muziekje met gierende gitaarsolo, old school rock met toch moderne elementen. Ook het titelnummer “Heavy For You” laat een dergelijk geluid horen, overstuurde gitaar, catchy refrein in een stevig ritme waarvoor bassist Spencer Page en drummer Chris Ellul verantwoordelijk zijn. Dit laat het publiek niet onberoerd, dat staat al vanaf het eerste nummer mee te swingen en zingen, de sfeer is optimaal in de kleine gezellige zaal.
‘Happy Halloween’ roept Kelvin Swaby, en zet het zeer toepasselijke “Can’t Play Dead” in, ‘well, hell she walks like a zombie, talk too cold, live in graveyard, like the one I call home’! Hun bekende nummers laten ze natuurlijk niet achterwege. Met een aanstekelijk trompetrifje wordt “Fighting For The Same Thing” ingezet, allemaal samen voor een betere wereld werken luidt de maatschappelijke boodschap van de band. Nummers als “Sixteen” en “Short Change Hero” worden onmiddellijk herkend door het fervente publiek. Beide nummers hebben ook al een rijk verleden als soundtrack voor film of game. Het is allemaal groove en fun, zowel op als voor het podium, zo heeft Swaby het graag, een publiek dat luidkeels meezingt terwijl hij het kan orkestreren. De energie wordt van het podium naar het publiek getransformeerd met nummers als “Same Ol’”, “What Happened To The Love” en “The Thief”, een drieluik met het kenmerkende geluid van de band.
Zingend in een Shure mic 55, met een soortgelijke stem als James Brown, neemt Swaby het hele podium in, waarbij het publiek steeds wordt in mee betrokken. Na het soulvolle “Better As One” verdwijnt de band van het podium, waarna de fans de band terug op het podium schreeuwen om nog een vervolg aan het feestje te breien. Met het ‘tell&response’ nummer “What Makes A Good Man”, met die heerlijke Kinks riff van “You really Got Me” op het einde van het nummer, wordt er nog eens lekker meegebruld, en natuurlijk met het slotnummer, nog steeds hun bekendste, “How You Like Me Now”, gaat iedereen uit de bol. Wel meneer Swaby, we like rock, we like soul, we like funk and we like it Heavy!!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
CRAIG FINN AND THE UPTOWN CONTROLLERS @ TRIX, ANTWERPEN 22/10/2019
CRAIG FINN AND THE UPTOWN CONTROLLERS @ TRIX, ANTWERPEN 22/10/2019
https://craigfinn.com//
https://www.facebook.com/CraigFinn//
Het is reeds de tweede keer dat we Craig Finn mogen verwelkomen in een Belgische concertzaal dit jaar. In februari stond hij in de AB en speelde hij een akoestische set ter ondersteuning van zijn nieuw album “I Need A New War”. Het is zijn vierde soloalbum en maakt deel uit van een soort trilogie, zijn laatste drie albums zijn geschreven in éénzelfde periode, in dezelfde plaats opgenomen met dezelfde producer en engineer.
De Amerikaanse verhalende songwriter gebruikt net als sommige soortgelijke muziekcollega’s de rockmuziek als medium. Als zanger en tekstschrijver van The Hold Steady wist hij al enige naambekendheid te verwerven met hun album “Boys And Girls In America” (2006). De portie stevige ‘classic rock’ van de band wordt door Finn voorzien van gedetailleerde grootse verhalen waarbij de personages in zeer dramatische feiten kunnen terechtkomen. Op zijn soloalbums zijn de personages kwetsbaarder en realistischer, mensen die veelal in ongelukkige situaties terechtkomen en een poging doen om hieruit te komen. Dat zijn teksten door een subtieler muzikaal pallet worden geaccentueerd dan bij The Hold Steady wordt door The Uptown Controllers in de Trix met veel bravoure uitgevoerd.
De magere opkomst weerhoudt Craig Finn en zijn vijfkoppige band niet om helemaal op te gaan in hun muziek. Opener “Be Honest” laat een band horen die met veel variatie een nummer helemaal naar zijn hand kan zetten. De toch wat monotone zang van Craig Finn wordt vaak met de nodige breaks en aanzwellend geluid onderbroken. De setlist bestaat uit een mooie verdeling van zijn drie laatste soloalbums.
Craig Finn is opgegroeid in Minnesota maar leeft en werk reeds meer dan 20 jaar in New York, waar hij best gelukkig is. Zijn hoofdpersonage, Francis, in het nummer “A Bathub In The Kitchen” is dit allerminst, een droevig donker nummer met toch een wat komische positiviteit. Het geluid van de band geven nummers als “Birds Trapped In The Airport” en “Maggie I’ve Been Searching For Our Son” een duidelijk meer rock getint geluid dan op het album. Muzikaal tapt deze band uit verschillende vaatjes, van blue-collar rock, punk, jazz, country en rock and roll tot zelfs enkele bigband momenten, dit gecombineerd met de teksten van Finn en je krijgt liedjes met een eigen muzikale stempel.
Uit het stijlvolle “Grant At Galena” komt de titel van zijn nieuw album “I Need A Know War”, “ik heb een nieuwe uitdaging nodig, iets om terug gelukkig te worden” vindt de ongelukkige hoofdpersoon van het verhaal. Bij dit droevig melancholisch nummer wordt Craig Finn vocaal bijgestaan door Laura Stevenson. Deze 35-jarige New Yorkse speelde deze avond het voorprogramma. Met haar droevige emotionele liedjes wist ze bij sommigen zeker een gevoelige snaar te raken mede door haar knappe innemende stem en no nonsens attitude. Met haar subtiele backing vocals geeft ze de nummers van Finn nog een andere dimensie mee, een perfecte match die twee stemmen en beiden genieten van hun performance, er verschijnt zelfs een glimlachje op het gezicht van Craig. Gehuld in donkere kledij en steeds een baseball cap en bril dragend, heeft de man meestal een nors uiterlijk, uitermate geschikt om zijn niet zo vrolijke nummers te brengen. Dit doet hij dan op een zeer eigen manier, met dramatische gebaren en een lichaam dat beweegt in alle richtingen weet hij de aandacht van het publiek te houden. De band brengt een goede uitgebalanceerde set waarbij de tragere, emotionelere nummers afgewisseld worden met meer uptempo materiaal, ja zelfs dansbare, muziek. In het nummer “Newmyer’s Roof” horen we nogmaals een prominente rol van de sax, met zijn snel jazzy spel weet hij ook hier weeral het nummer juist in te kaderen. “Trapper Avenue” een nummer over ‘tellin’ the truth’ krijgt een stevige versie van de Uptown Controllers die er een krachtige portie rock and roll aan toevoegde.
Als bisnummers wordt nog het droevige, emotionele “God In Chicago” gespeeld, een monoloog over een moeder die haar zoon dood aantreft met verborgen drugs, een soort grafrede met een verhaal, begeleid door simpel pianospel en een fraai refrein, een zeer beklijvend nummer. “Ninety Bucks” sluit de avond af, een vrolijker uptempo nummer, zowaar een singalong.
Na een anderhalf uur durende excellent optreden nam Craig Finn met een glimlach afscheid van een zeer aandachtig en dankbaar publiek. Hij bracht zijn ‘sad songs’ met zoveel intensiteit, muzikaal omlijst door een superbe backing band The Uptown Controllers. Diegene die hem ditmaal gemist hebben, de volgende keer als hij nog eens naar België komt, duidt de datum in het rood aan in je agenda! Live verrassend goed !!!
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Arsenal @ Rivierenhof, Antwerpen
ARSENAL@OLT Rivierenhof, Antwerpen 5/09/1/2019
http://arsenal-music.com/
https://facebook.com/Arsenalmusic/
We mogen de band Arsenal zeker in het lijstje “topbands van België” plaatsen. Twintig jaar al zijn de vrienden/producers, Hendrik Willemyns en John Roan, bezig om zwoele Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse ritmes te mixen met pop, hiphop, house en rock. Een soort wereldmuziek die zowel het Tommorowland publiek als de meer kritische luisteraar aanspreekt. Met hun zeer dansbare hits en energieke live shows behoren ze in België dus tot het kransje artiesten die zowat elke zaal in een mum van tijd uitverkopen.
Verleden jaar brachten ze, na een onderbreking van vier jaar, weer een nieuw album uit “In The Rush Of Shoulders”. De inspiratie voor dit album deed men op in Nigeria, waardoor het album meer Afrikaans getint is met een meer organisch geluid, een waardige aanvuller van hun catalogus. De bijhorend tour startte vorig jaar en was overal erg succesvol. Vandaag eindigen ze deze tour met het laatste van de vier uitverkochte optredens in het sfeervolle OLT.
Niet alleen het OLT Rivierenhof was volgelopen, ook het podium was wel erg goed gevuld, zowel met materiaal als muzikanten. Met een dubbele drumkit en congas, de toetsen en knoppenkit van geluidstovenaar Willemyns, bas, gitaar, drie zangeressen en een bijkomende keyboardspeler was er nog juist plaats genoeg om John Roan zijn energieke dance moves te laten tonen.
De band opent de set met een drieluik uit het nieuwe album. Het mooie opbouwende “Low Sung Long Shadow” bijt de spits af en laat horen dat Arsenal meer is dan een dansmachine. Maar al snel wordt het publiek aangemoedigd om de handjes in de lucht te steken en hun lichaam in beweging te brengen. Niet moeilijk met hapklare dansnummers als “Amplify”, “Saudade”, ja nu is de discotrein vertrokken hoor ik Roan zeggen, en “Black Mountain”.
Zangeres Leonie Gysel, zowat het derde lid van de band, blijft met opwindende heupbewegingen het publiek aanmoedigen om uit de bol te gaan. Zelf neemt ze de lead vocals van “Amelaka Motinga” voor haar rekening, een nummer uit het debuutalbum “Oyebo Soul” (2003) van de band, waarna er weer een dancefloorkiller volgt “Estepundo”. Allicht heeft het vele optreden er ook wel mee te maken maar de zang van John Roan is erg matig. Veel maakt hij natuurlijk goed met zijn onvermurwbare energie op het podium en het nodige charisma maar volgende keer misschien weer met enkele gastvocalisten werken?
Paulien Matheus, één van de achtergrondzangeressen en jawel winnaar van The Voice 2013, mag met veel bijval de lead vocals zingen van de rust brengende ballade “Jellyfish” en het daaropvolgende intrigerende “Temul (Lie Low), een welgekomen afwisseling tussen al dat dansgeweld.
‘Summer Never Ends’ zingt men in “High Venus”, ik wou dat het waar was maar de thermometer geeft iets anders aan ondanks de zomerse, zwoele klanken van de band. Volle bak dansen dan maar op hun hits, afsluiter “Lotuk” wordt natuurlijk voltallig meegezongen met de handjes in de lucht.
In de bisnummers blijft men uit hetzelfde vaatje tappen, nummers waarbij men het lijf naar alle kanten kan bewegen met als finale afsluiter hun wereldnummer “Melvis”. Met een welgemeende ‘bedankt’ en ‘tot ziens’ neemt Roan afscheid van het publiek, dit was het laatste optreden van de tour, nieuwe projecten staan te wachten maar terugkomen doen ze zeker!!!
NB. Op 26 oktober start de tour van ‘Birdsong’ een filmconcert van Hendrik Willemyns in de Stadsschouwburg van Kortrijk.
Setlist: Low Sun, Long
Shadow/ Sometimes/ Amplify/ Saudade/ Black Mountain (Beautiful Lover)/ Amelaka Motiga/ Estepundo/ Bend In The River/ Jellyfish/ Temul (LieLow)/ High Venus/ Lotuk
Encores: Whale/ Mr. Doorman/ Stick And Groove/ Melvin
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://arsenal-music.com/
https://facebook.com/Arsenalmusic/
We mogen de band Arsenal zeker in het lijstje “topbands van België” plaatsen. Twintig jaar al zijn de vrienden/producers, Hendrik Willemyns en John Roan, bezig om zwoele Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse ritmes te mixen met pop, hiphop, house en rock. Een soort wereldmuziek die zowel het Tommorowland publiek als de meer kritische luisteraar aanspreekt. Met hun zeer dansbare hits en energieke live shows behoren ze in België dus tot het kransje artiesten die zowat elke zaal in een mum van tijd uitverkopen.
Verleden jaar brachten ze, na een onderbreking van vier jaar, weer een nieuw album uit “In The Rush Of Shoulders”. De inspiratie voor dit album deed men op in Nigeria, waardoor het album meer Afrikaans getint is met een meer organisch geluid, een waardige aanvuller van hun catalogus. De bijhorend tour startte vorig jaar en was overal erg succesvol. Vandaag eindigen ze deze tour met het laatste van de vier uitverkochte optredens in het sfeervolle OLT.
Niet alleen het OLT Rivierenhof was volgelopen, ook het podium was wel erg goed gevuld, zowel met materiaal als muzikanten. Met een dubbele drumkit en congas, de toetsen en knoppenkit van geluidstovenaar Willemyns, bas, gitaar, drie zangeressen en een bijkomende keyboardspeler was er nog juist plaats genoeg om John Roan zijn energieke dance moves te laten tonen.
De band opent de set met een drieluik uit het nieuwe album. Het mooie opbouwende “Low Sung Long Shadow” bijt de spits af en laat horen dat Arsenal meer is dan een dansmachine. Maar al snel wordt het publiek aangemoedigd om de handjes in de lucht te steken en hun lichaam in beweging te brengen. Niet moeilijk met hapklare dansnummers als “Amplify”, “Saudade”, ja nu is de discotrein vertrokken hoor ik Roan zeggen, en “Black Mountain”.
Zangeres Leonie Gysel, zowat het derde lid van de band, blijft met opwindende heupbewegingen het publiek aanmoedigen om uit de bol te gaan. Zelf neemt ze de lead vocals van “Amelaka Motinga” voor haar rekening, een nummer uit het debuutalbum “Oyebo Soul” (2003) van de band, waarna er weer een dancefloorkiller volgt “Estepundo”. Allicht heeft het vele optreden er ook wel mee te maken maar de zang van John Roan is erg matig. Veel maakt hij natuurlijk goed met zijn onvermurwbare energie op het podium en het nodige charisma maar volgende keer misschien weer met enkele gastvocalisten werken?
Paulien Matheus, één van de achtergrondzangeressen en jawel winnaar van The Voice 2013, mag met veel bijval de lead vocals zingen van de rust brengende ballade “Jellyfish” en het daaropvolgende intrigerende “Temul (Lie Low), een welgekomen afwisseling tussen al dat dansgeweld.
‘Summer Never Ends’ zingt men in “High Venus”, ik wou dat het waar was maar de thermometer geeft iets anders aan ondanks de zomerse, zwoele klanken van de band. Volle bak dansen dan maar op hun hits, afsluiter “Lotuk” wordt natuurlijk voltallig meegezongen met de handjes in de lucht.
In de bisnummers blijft men uit hetzelfde vaatje tappen, nummers waarbij men het lijf naar alle kanten kan bewegen met als finale afsluiter hun wereldnummer “Melvis”. Met een welgemeende ‘bedankt’ en ‘tot ziens’ neemt Roan afscheid van het publiek, dit was het laatste optreden van de tour, nieuwe projecten staan te wachten maar terugkomen doen ze zeker!!!
NB. Op 26 oktober start de tour van ‘Birdsong’ een filmconcert van Hendrik Willemyns in de Stadsschouwburg van Kortrijk.
Setlist: Low Sun, Long
Shadow/ Sometimes/ Amplify/ Saudade/ Black Mountain (Beautiful Lover)/ Amelaka Motiga/ Estepundo/ Bend In The River/ Jellyfish/ Temul (LieLow)/ High Venus/ Lotuk
Encores: Whale/ Mr. Doorman/ Stick And Groove/ Melvin
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
LP@OLT RIVIERENHOF, ANTWERPEN - 10/07/19
LP @ OLT RIVIERENHOF, ANTWERPEN 10/07/2019
http://lp.com//
https://www.facebook.com/LP//
Laura Pergolizzi nam reeds in 2000 haar artiestennaam LP aan en wordt nu ook in haar dagelijks leven liefst aangesproken met deze initialen. Haar grootouders en vader zijn afkomstig van het land van de pizza’s en pasta’s, Italië. Haar moeder, een operazangeres, van Ierse afkomst overleed aan kanker toen LP nog een tiener was. Om haar muzikale droom na te streven verhuisde ze van Huntington, het stadje waar ze opgroeide, naar The Big Apple. Daar speelde ze in diverse bandjes en het was David Lowery van de band Cracker die gecharmeerd werd door haar karakteristiek stemgeluid. Lowery produceerde en schreef mee aan haar debuutalbum “Heart-Shaped Scar” (2001), met de attitude van een bad-ass rock chic speelde ze op dit album snedige rock . Het in 2004 opgenomen “Suburban Sprawl & Alcohol” leverde helaas ook niet het nodige succes op. In 2006 tekende ze bij het grote Universal Music Group maar de artistieke bedoelingen van artiest en label lagen te ver uitelkaar dus dit werd ook niets. Ze bleef echter nummers schrijven, niet alleen voor haarzelf maar ook voor andere artiesten. Zo maakten Rihanna (Cheers), Rita Ora (Shin Ya Light), Backstreet Boys, Joe Walsh en nog heel wat artiesten gebruik van het schrijverstalent van LP. In 2011 kreeg ze weer een kans van een groot label Warner Bros, daar bracht ze in 2014 het album “Forever For Now” uit, helaas weer niet met succes en een jaar later werd ze alweer gedropt.
De aanhouder wint echter en in 2016 werd LP in Europa een waar fenomeen. Het nummer “Lost On You” uit het gelijknamig album werd in Griekenland opgepikt en een nummer 1 hit. Al vlug volgden andere Europese landen, Italië, Rusland, Polen .... en ook in België en Nederland werd dit nummer een hit. Eind vorig jaar verscheen haar vijfde album “Heart To Mouth”, een waardige opvolger voor het succesalbum “Lost For You”. Met dit nieuwe album kunnen we LP deze zomer dus terug live aan het werk zien en het openlucht theater van het Rivierenhof is een uitstekende locatie voor een zomers concert.
Het podium wordt in een fel oranje licht gezet wanneer LP en haar band opkomen, de kleur van haar nieuwe album dat vandaag toch wel in the picture staat. LP voelt zich androgyn en dat merk je aan haar uitstraling. Met haar zwarte krullen en tulband lijkt ze sterk op de jonge Bob Dylan ten tijde van ‘Blonde on Blonde’. Openingsnummer van het nieuwe album “Dreamcatcher” mag ook hier het optreden beginnen, haar stem bepaalt grotendeels de klankkleur van haar nummers, een uniek geluid dat weleens aan Stevie Nicks of Janis Joplin doet denken maar vooral LP is, je houdt ervan of niet. Heel wat fans brachten een attentie mee voor hun idool en deze nam alles in dank aan, dat haar fanbasis op de eerste plaats komt is duidelijk.
De setlist bevat enkel nummers uit het nieuwe album en het succesalbum “Lost On You”, meestal poppy werk , meezingbaar en dat wordt dan ook veelvuldig gedaan. Een echte kwajongensuitstraling heeft ze, met een sympathieke glimlach en een spontaniteit die je alleen van een zangeres kan verwachten die zelf plezier aan het gebeuren heeft. In meerdere nummers begeleid ze haar zelf op de ukulele, een instrument dat ze ook gebruikt om haar liedjes te componeren. Kenmerkend aan haar zijn ook de hoge ‘opera’ uithalen, niet altijd even precies, maar het geeft de vlotte nummers een eigen geluid. En soms komt haar liefde voor de rockmuziek weer naar boven, “You Shook Me All Night Long” van AC/DC wordt gecoverd met zowaar een gitaarsolo en ook “Paint It Black” van de Rolling Stones krijgt een LP versie.
Erg mooi is de ballade “Recovery”, gebracht met alleen de toetsen als begeleiding, hier klinkt de stem van LP breekbaar mooi. Fluiten doet ze ook graag ondermeer in “Other People”, het geeft iets vrolijks en spontaan. Menig fan krijgt een selfie van LP die ze maakt terwijl ze een nummer zingt, daardoor mist ze soms wel eens het ritme, maar het blijft een live gebeuren, het hoort er gewoon bij. Voor het laatste nummer “Special” omgordt ze de electrische gitaar en al rockend wordt het optreden afgesloten.
Het goed gevulde OLT wil best nog enkele bisnummers horen en krijgt deze, drie nummers uit het album “Lost On You” waaronder “Muddy Waters” één van de beste nummers die LP tot nu toe geschreven heeft. Onvermijdelijke afsluiter wordt natuurlijk “Lost On You”, een nummer dat, al vind je het niet leuk, toch in je hoofd blijft hangen, dat noemen ze dus een hit. De handjes gaan omhoog, er wordt lekker meegebruld het feestje is compleet. LP ziet dat het goed was en probeert de fans nog te behagen met het nemen van selfies en uitdelen van handtekeningen. Velen zullen met een blijmoedig gevoel en een leuk aandenken naar huis keren.
Luc Nuyts
http://lp.com//
https://www.facebook.com/LP//
Laura Pergolizzi nam reeds in 2000 haar artiestennaam LP aan en wordt nu ook in haar dagelijks leven liefst aangesproken met deze initialen. Haar grootouders en vader zijn afkomstig van het land van de pizza’s en pasta’s, Italië. Haar moeder, een operazangeres, van Ierse afkomst overleed aan kanker toen LP nog een tiener was. Om haar muzikale droom na te streven verhuisde ze van Huntington, het stadje waar ze opgroeide, naar The Big Apple. Daar speelde ze in diverse bandjes en het was David Lowery van de band Cracker die gecharmeerd werd door haar karakteristiek stemgeluid. Lowery produceerde en schreef mee aan haar debuutalbum “Heart-Shaped Scar” (2001), met de attitude van een bad-ass rock chic speelde ze op dit album snedige rock . Het in 2004 opgenomen “Suburban Sprawl & Alcohol” leverde helaas ook niet het nodige succes op. In 2006 tekende ze bij het grote Universal Music Group maar de artistieke bedoelingen van artiest en label lagen te ver uitelkaar dus dit werd ook niets. Ze bleef echter nummers schrijven, niet alleen voor haarzelf maar ook voor andere artiesten. Zo maakten Rihanna (Cheers), Rita Ora (Shin Ya Light), Backstreet Boys, Joe Walsh en nog heel wat artiesten gebruik van het schrijverstalent van LP. In 2011 kreeg ze weer een kans van een groot label Warner Bros, daar bracht ze in 2014 het album “Forever For Now” uit, helaas weer niet met succes en een jaar later werd ze alweer gedropt.
De aanhouder wint echter en in 2016 werd LP in Europa een waar fenomeen. Het nummer “Lost On You” uit het gelijknamig album werd in Griekenland opgepikt en een nummer 1 hit. Al vlug volgden andere Europese landen, Italië, Rusland, Polen .... en ook in België en Nederland werd dit nummer een hit. Eind vorig jaar verscheen haar vijfde album “Heart To Mouth”, een waardige opvolger voor het succesalbum “Lost For You”. Met dit nieuwe album kunnen we LP deze zomer dus terug live aan het werk zien en het openlucht theater van het Rivierenhof is een uitstekende locatie voor een zomers concert.
Het podium wordt in een fel oranje licht gezet wanneer LP en haar band opkomen, de kleur van haar nieuwe album dat vandaag toch wel in the picture staat. LP voelt zich androgyn en dat merk je aan haar uitstraling. Met haar zwarte krullen en tulband lijkt ze sterk op de jonge Bob Dylan ten tijde van ‘Blonde on Blonde’. Openingsnummer van het nieuwe album “Dreamcatcher” mag ook hier het optreden beginnen, haar stem bepaalt grotendeels de klankkleur van haar nummers, een uniek geluid dat weleens aan Stevie Nicks of Janis Joplin doet denken maar vooral LP is, je houdt ervan of niet. Heel wat fans brachten een attentie mee voor hun idool en deze nam alles in dank aan, dat haar fanbasis op de eerste plaats komt is duidelijk.
De setlist bevat enkel nummers uit het nieuwe album en het succesalbum “Lost On You”, meestal poppy werk , meezingbaar en dat wordt dan ook veelvuldig gedaan. Een echte kwajongensuitstraling heeft ze, met een sympathieke glimlach en een spontaniteit die je alleen van een zangeres kan verwachten die zelf plezier aan het gebeuren heeft. In meerdere nummers begeleid ze haar zelf op de ukulele, een instrument dat ze ook gebruikt om haar liedjes te componeren. Kenmerkend aan haar zijn ook de hoge ‘opera’ uithalen, niet altijd even precies, maar het geeft de vlotte nummers een eigen geluid. En soms komt haar liefde voor de rockmuziek weer naar boven, “You Shook Me All Night Long” van AC/DC wordt gecoverd met zowaar een gitaarsolo en ook “Paint It Black” van de Rolling Stones krijgt een LP versie.
Erg mooi is de ballade “Recovery”, gebracht met alleen de toetsen als begeleiding, hier klinkt de stem van LP breekbaar mooi. Fluiten doet ze ook graag ondermeer in “Other People”, het geeft iets vrolijks en spontaan. Menig fan krijgt een selfie van LP die ze maakt terwijl ze een nummer zingt, daardoor mist ze soms wel eens het ritme, maar het blijft een live gebeuren, het hoort er gewoon bij. Voor het laatste nummer “Special” omgordt ze de electrische gitaar en al rockend wordt het optreden afgesloten.
Het goed gevulde OLT wil best nog enkele bisnummers horen en krijgt deze, drie nummers uit het album “Lost On You” waaronder “Muddy Waters” één van de beste nummers die LP tot nu toe geschreven heeft. Onvermijdelijke afsluiter wordt natuurlijk “Lost On You”, een nummer dat, al vind je het niet leuk, toch in je hoofd blijft hangen, dat noemen ze dus een hit. De handjes gaan omhoog, er wordt lekker meegebruld het feestje is compleet. LP ziet dat het goed was en probeert de fans nog te behagen met het nemen van selfies en uitdelen van handtekeningen. Velen zullen met een blijmoedig gevoel en een leuk aandenken naar huis keren.
Luc Nuyts
Little Steven and The Disciples of Soul@
Ancienne Belgique, Brussel
LITTLE STEVEN & THE DISCIPLES OF SOUL @ AB, BRUSSEL 07/06/2019
http://littlestevenandthedisciplesofsoul.com/
https://www.facebook.com/LittleStevenAndTheDisciplesOfSoul/
Bijna 69 jaren geleden werd Steven Lento geboren in Boston, Massachusetts, dezer dagen is hij beter bekend onder één van zijn bijnamen Little Steven, Miami Steve of Steve Van Zandt.
Opgegroeid langs de New Jersey kustlijn maakte hij al snel kennis met enkele andere getalenteerde muzikanten waaronder Bruce Springsteen en Southside Johnny. Met deze laatste richtte hij de band Southside Johnny & The Asbury Jukes op, hij schreef het merendeel van de nummers op de eerste drie albums van de band en produceerde deze ook. Inmiddels werd hij lid van Springsteens E Street Band als lead gitarist en hielp hij ook bij de productie van “The River” en “Born In The USA”. Kort na het maken van dit laatste album, Springsteens meest succesvolle, besloot Little Steven de E Street Band te verlaten om deze in 1999 terug definitief te vervoegen.
Inmiddels had Little Steven al twee soloalbums gemaakt, “Men Without Women” (1982) en “Voice Of America” (1984) en hielp hij samen met The Boss, Gary US Bonds aan een geslaagde comeback met de albums “Dedication” en “On The Line”.
Op het album “Voice Of America” kregen zijn teksten een politiek laagje, dit politiek engagement kreeg een vervolg met het project “Artists United Against Apartheid” (1985). Het nummer “Sun City” dat door 59 topartiesten werd opgenomen en waar ze beloofden nooit meer in dit resort op te treden wegens de apartheid van het regime.
Little Steven is niet alleen een zeer bekwaam songschrijver, producer, radio DJ en activist maar ook een getalenteerd acteur. Zo speelde hij, zonder acteerervaring, in de TV serie “The Sopranos” de rol van stripclub eigenaar Silvio Dante. In 2011 schreef hij mee aan de Noors, Engelse Netflix serie “Lilyhammer” en speelde hij de rol van Frank Tagliano, toevallig ook een maffia personage.
In 2017 kwam Little Steven met het album “Soulfire” op de proppen, een collectie van covers, remakes van eigen nummers en een paar nieuwe nummers. Hij ging met het album ook op toer en met een nieuwe samenstelling van The Disciples Of Soul deed hij ook België aan. Dit jaar kwam hij dan verassend genoeg met een snelle opvolger “Summer Of Sorcery”, een heel stel nieuwe nummers die ons terug katapulteren in de r&b en soul van de jaren zestig. Vermits er ook dit jaar nog geen tour van The Boss met de E Street Band op de kalender staat besloot Little Steven dan zelf nog maar eens de podia in vuur en vlam te zetten.
Even na achten schoof het theatergordijn van een bijna uitverkochte AB-zaal open en stonden The Disciples Of Soul al klaar om ons te vergasten op een magische zomeravond. Nadat de drie achtergrondzangeressen met veel pracht en praal het podium hadden betreden was het tijd voor frontman Little Steven om zich in de spots te plaatsen. Met zijn zigeunerachtige kledij en steeds een bandana dragend die de talrijke littekens verhullen van een auto-ongeluk op jonge leeftijd, geven hem een speciale uitstraling. En alhoewel hij dikwijls een norse blik op zijn gelaat tovert weten we dat we hier met een sympathieke rasartiest te doen hebben. De veertien koppige Disciples Of Soul, vooral ingehuurde sessiemuzikanten, staan onder leiding van gitarist Marc Ribler en creëren een soort “wall of sound” in de trend van Phil Spector. “Communion” is het openingsnummer van het nieuwe album en mag ook nu de set openen. Met ‘somebody open up this door, i wanna rock some more’ opent Little Steven zijn tweeënhalf uur durende show, met talrijke toonwijzingen, breaks en groots geluid weet het nummer van begin tot einde te bekoren. Vele nieuwe nummers in de set die allemaal een gemene deler hebben, erg herkenbare melodieën, waarvan sommige wel erg dicht in de buurt van het origineel komen. Hij weet natuurlijk als niemand anders elk nummer een Little Steven sausje te geven, kleine arrangement veranderingen, andere woorden en een grootse muzikale omlijsting geven elk nummer weer wat nieuws. “Education” is een nummer uit zijn album “Revolution” (1989) en draagt hij op aan al het onderwijzend personeel, leerkrachten dienen gesteund te worden want onderwijs is fundamenteel voor onze samenleving en moet steeds verbeterd worden. Soulblazers mixen met rock and roll gitaren dat is het geluid waarmee Little Steven zijn maat Southside Johnny ruggensteunde, met drie nummers geschreven door Van Zandt/Springsteen bracht hij ook vanavond deze episode weer tot leven tot genoegen van toch wel wat Southside Johnny & The Asbury Jukes fans. Dat Little Steven geen geweldige zangers is wisten we al en was ook wel een paar maal te horen vooral in de tragere nummers zoals “Suddenly You” was hij niet erg toonvast.
Politiek blijft een drijfveer voor de man, Engels is de wereldtaal nee ‘bullshit’ is dezer dagen te wereldtaal. ‘We hebben geen keuze’ zeggen vele politici, we kunnen geen propere omgeving hebben en een goede economie, ‘we hebben altijd een keuze’ verklaart Little Steven maar we moeten met zijn allen samenwerken aan dit wereldprobleem waarna hij “I Am A Patriot’ opdraagt aan Greta Thunberg.
The Disciples Of Soul doen meermaals aan de E Street Band denken, topmuzikanten die een groots geluid voortbrengen, sax speler Stan Harrison geeft ons hetzelfde kippenvel als wijlen Clarence Clemons dat bij de E Street Band deed. De dynamische blazerssectie onder leiding van Eddie Manion speelt natuurlijk een grote rol in deze soulvolle muziek ook zij vertolken hun rol met verve. Het drietallig dameskoortje is niet alleen steeds swingend maar ook hun backing vocals zijn voor Little Steven een hulp om toonvast te blijven, kortom een grandioze band.
Met het nieuwe “Superfly Terraplane” laat hij de band nog eens rocken als nooit tevoren en ook in “Bitter Fruit”, met percussiesolo van Anthony Almonte blijft de sfeer uitbundig. Zijn eerste hitje in de Lage Landen “Forever” uit zijn debuutalbum wordt als laatste nummer aangekondigd maar na een daverend applaus en een grote appreciatie van het publiek, dat steeds uitbundiger wordt, neemt Steven zijn akoestische gitaar om een fijne versie van “Summer Of Sorcery” neer te zetten, het magische gevoel van de zomer dat soms voor tovenarij kan zorgen. Met “Soul Power Twist” horen we even Sam Cooke, een nummer dat menigeen aan het dansen zet. Nog even politiek met “Sun City” om met de arena rocker, het op synths gedreven meezingnummer “Out Of The Darkness” het optreden finaal te besluiten.
Twee en half uur non-stop energie, toewijding en passie dat is waar Little Steven het nog voor doet en met een schitterende band als The Disciples Of Soul lukt hem dat keer op keer.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://littlestevenandthedisciplesofsoul.com/
https://www.facebook.com/LittleStevenAndTheDisciplesOfSoul/
Bijna 69 jaren geleden werd Steven Lento geboren in Boston, Massachusetts, dezer dagen is hij beter bekend onder één van zijn bijnamen Little Steven, Miami Steve of Steve Van Zandt.
Opgegroeid langs de New Jersey kustlijn maakte hij al snel kennis met enkele andere getalenteerde muzikanten waaronder Bruce Springsteen en Southside Johnny. Met deze laatste richtte hij de band Southside Johnny & The Asbury Jukes op, hij schreef het merendeel van de nummers op de eerste drie albums van de band en produceerde deze ook. Inmiddels werd hij lid van Springsteens E Street Band als lead gitarist en hielp hij ook bij de productie van “The River” en “Born In The USA”. Kort na het maken van dit laatste album, Springsteens meest succesvolle, besloot Little Steven de E Street Band te verlaten om deze in 1999 terug definitief te vervoegen.
Inmiddels had Little Steven al twee soloalbums gemaakt, “Men Without Women” (1982) en “Voice Of America” (1984) en hielp hij samen met The Boss, Gary US Bonds aan een geslaagde comeback met de albums “Dedication” en “On The Line”.
Op het album “Voice Of America” kregen zijn teksten een politiek laagje, dit politiek engagement kreeg een vervolg met het project “Artists United Against Apartheid” (1985). Het nummer “Sun City” dat door 59 topartiesten werd opgenomen en waar ze beloofden nooit meer in dit resort op te treden wegens de apartheid van het regime.
Little Steven is niet alleen een zeer bekwaam songschrijver, producer, radio DJ en activist maar ook een getalenteerd acteur. Zo speelde hij, zonder acteerervaring, in de TV serie “The Sopranos” de rol van stripclub eigenaar Silvio Dante. In 2011 schreef hij mee aan de Noors, Engelse Netflix serie “Lilyhammer” en speelde hij de rol van Frank Tagliano, toevallig ook een maffia personage.
In 2017 kwam Little Steven met het album “Soulfire” op de proppen, een collectie van covers, remakes van eigen nummers en een paar nieuwe nummers. Hij ging met het album ook op toer en met een nieuwe samenstelling van The Disciples Of Soul deed hij ook België aan. Dit jaar kwam hij dan verassend genoeg met een snelle opvolger “Summer Of Sorcery”, een heel stel nieuwe nummers die ons terug katapulteren in de r&b en soul van de jaren zestig. Vermits er ook dit jaar nog geen tour van The Boss met de E Street Band op de kalender staat besloot Little Steven dan zelf nog maar eens de podia in vuur en vlam te zetten.
Even na achten schoof het theatergordijn van een bijna uitverkochte AB-zaal open en stonden The Disciples Of Soul al klaar om ons te vergasten op een magische zomeravond. Nadat de drie achtergrondzangeressen met veel pracht en praal het podium hadden betreden was het tijd voor frontman Little Steven om zich in de spots te plaatsen. Met zijn zigeunerachtige kledij en steeds een bandana dragend die de talrijke littekens verhullen van een auto-ongeluk op jonge leeftijd, geven hem een speciale uitstraling. En alhoewel hij dikwijls een norse blik op zijn gelaat tovert weten we dat we hier met een sympathieke rasartiest te doen hebben. De veertien koppige Disciples Of Soul, vooral ingehuurde sessiemuzikanten, staan onder leiding van gitarist Marc Ribler en creëren een soort “wall of sound” in de trend van Phil Spector. “Communion” is het openingsnummer van het nieuwe album en mag ook nu de set openen. Met ‘somebody open up this door, i wanna rock some more’ opent Little Steven zijn tweeënhalf uur durende show, met talrijke toonwijzingen, breaks en groots geluid weet het nummer van begin tot einde te bekoren. Vele nieuwe nummers in de set die allemaal een gemene deler hebben, erg herkenbare melodieën, waarvan sommige wel erg dicht in de buurt van het origineel komen. Hij weet natuurlijk als niemand anders elk nummer een Little Steven sausje te geven, kleine arrangement veranderingen, andere woorden en een grootse muzikale omlijsting geven elk nummer weer wat nieuws. “Education” is een nummer uit zijn album “Revolution” (1989) en draagt hij op aan al het onderwijzend personeel, leerkrachten dienen gesteund te worden want onderwijs is fundamenteel voor onze samenleving en moet steeds verbeterd worden. Soulblazers mixen met rock and roll gitaren dat is het geluid waarmee Little Steven zijn maat Southside Johnny ruggensteunde, met drie nummers geschreven door Van Zandt/Springsteen bracht hij ook vanavond deze episode weer tot leven tot genoegen van toch wel wat Southside Johnny & The Asbury Jukes fans. Dat Little Steven geen geweldige zangers is wisten we al en was ook wel een paar maal te horen vooral in de tragere nummers zoals “Suddenly You” was hij niet erg toonvast.
Politiek blijft een drijfveer voor de man, Engels is de wereldtaal nee ‘bullshit’ is dezer dagen te wereldtaal. ‘We hebben geen keuze’ zeggen vele politici, we kunnen geen propere omgeving hebben en een goede economie, ‘we hebben altijd een keuze’ verklaart Little Steven maar we moeten met zijn allen samenwerken aan dit wereldprobleem waarna hij “I Am A Patriot’ opdraagt aan Greta Thunberg.
The Disciples Of Soul doen meermaals aan de E Street Band denken, topmuzikanten die een groots geluid voortbrengen, sax speler Stan Harrison geeft ons hetzelfde kippenvel als wijlen Clarence Clemons dat bij de E Street Band deed. De dynamische blazerssectie onder leiding van Eddie Manion speelt natuurlijk een grote rol in deze soulvolle muziek ook zij vertolken hun rol met verve. Het drietallig dameskoortje is niet alleen steeds swingend maar ook hun backing vocals zijn voor Little Steven een hulp om toonvast te blijven, kortom een grandioze band.
Met het nieuwe “Superfly Terraplane” laat hij de band nog eens rocken als nooit tevoren en ook in “Bitter Fruit”, met percussiesolo van Anthony Almonte blijft de sfeer uitbundig. Zijn eerste hitje in de Lage Landen “Forever” uit zijn debuutalbum wordt als laatste nummer aangekondigd maar na een daverend applaus en een grote appreciatie van het publiek, dat steeds uitbundiger wordt, neemt Steven zijn akoestische gitaar om een fijne versie van “Summer Of Sorcery” neer te zetten, het magische gevoel van de zomer dat soms voor tovenarij kan zorgen. Met “Soul Power Twist” horen we even Sam Cooke, een nummer dat menigeen aan het dansen zet. Nog even politiek met “Sun City” om met de arena rocker, het op synths gedreven meezingnummer “Out Of The Darkness” het optreden finaal te besluiten.
Twee en half uur non-stop energie, toewijding en passie dat is waar Little Steven het nog voor doet en met een schitterende band als The Disciples Of Soul lukt hem dat keer op keer.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Trixie Whitley@Ancienne Belgique, Brussel
TRIXIE WHITLEY @ AB, BRUSSEL 29/05/2019
http://trixiewhitley.com/
https://www.facebook.com/TrixieWhitley/
Haar thuisbasis is tegenwoordig de wereldstad New York maar nog steeds strijkt ze regelmatig neer in Gent, de stad van haar moeder. Net als haar vader, de in 2005 overleden singer-songwriter Chris Whitley, is ze niet erg honkvast en houdt ze van vele culturen. Haar muzikaal talent komt allicht van haar vader, die muzikaal vooral de tradionele blues als uitgangspunt nam. Die blues heeft Trixie ook meegenomen in haar muziek, niet zozeer uit muzikaal oogpunt, maar wel op emotioneel vlak, de emotionele diepgang in veel van haar nummers vinden we ook terug in de blues.
In 2005 nam icoon Daniel Lanois Trixie onder zijn vleugels als muzikale mentor. De jonge Whitley mocht participeren in zijn nieuwe band “Black Dub”, met Brian Blade op drums en Daryl Johnson op bas namen ze in 2009 een album op. Bij Trixie Whitley onstond als snel het idee om een eigen solo album te realiseren. Dat kwam er in 2013 als “Fourth Corner”, een album dat internationaal goede commentaren kreeg en in België een succes werd. Opvolger “Porta Bohemica” kwam er twee jaar later, een album doorspekt met allerlei genres, blues,soul triphop, pop, badend in een emotionele sfeer waarin haar veelzijdige stem de nummers erg gevoelig maakte.
We moesten tot maart dit jaar wachten alvorens Trixie met een nieuw album kwam aandraven, “Lacuna”, de release liep een beetje vertraging op want was eigenlijk voorzien voor midden 2018. Het meer op electronica georienteerde album “Lacuna” is een volgende stap in de muzikale wereld van Trixie, geproducet door Little Shamar, bekend van de triphop formatie Run The Jewels, is het even wennen aan deze nieuwe muzikale verpakking van haar nummers.
Dat Trixie Whitley in België nog steeds op handen gedragen wordt bewijzen de twee uitverkochte concerten in de Ancienne Belgique. De optredens staan helemaal in het teken van het nieuw album “Lacuna” dat dan ook integraal gespeeld wordt.
In een strak blauw-zwarte bodysuit komt ze het podium op en zingt ze, in een oosterse muzikale sfeer, de intro van het nieuwe album, waarna het goed in het oor liggend “Heartbeat” volgt. Multi-instrumentaliste Whitley (zang, gitaar, drums, toetsen) wordt bijgestaan door de Amerikaanse drummer/toetsenist Chris Vatalaro. Met z’n tweeën weten ze een volwaardig geluid neer te zetten. Met strak, ruw gitaarwerk en krachtige drumbeats volgt de nieuwe single “Long Time Coming”.
“May Cannan” brengt ze als een echte ‘powermachine’, gedreven, rammend op de gitaar een nummer dat live aan kracht wint. Buiten het nieuwe werk krijgen we ook een betoverend mooie versie van “Closer”. Muisstil was het ineens, met Chris Vatalaro achter de vleugelpiano en Trixie naast hem zittend, zingt ze het uitgeklede nummer uit het album “Porta Bohemica” op een erg emotionele, breekbare manier.
Inmiddels zoekt ze ook de nabijheid van het publiek op en zet zich aan de rand van het podium om op de akoestische gitaar een versie van het nummer “Bleak” te spelen. Ontwapenend hoe ze met haar guitige blik en gulle glimlach het publiek niet alleen muzikaal weet te bekoren. “Fishing For Stars”, een nummer geschreven voor haar dochter, beëindigt het rustige, akoestische drieluik waarbij vooral de warme, bekoorlijke stem van Trixie goed uit de verf komt.
Met een doordringende beat en een beklijvend gitaarspel, voorzien van een laagje electronica weet ze ook nummers als “Dare To Imagine” en “The Hotter I Burn” boeiend te houden. Voor afsluiter “Dandy” doet ze even haar schoenen uit en kruipt ze achter de drums. Met een opzwepend ritme, soulvolle zang en een handvol electronica bliepjes krijgen we een waardige afsluiter.
Chris Vatalaro mag voor de bisnummers in de coulissen blijven, Trixie plaatst zicht achter de vleugelpiano en speelt een meeslepende versie van “Breathe You In My Dreams” waarop weeral de bezielende zang er een pakkend nummer van maakt. Voor het slotnummer neemt ze haar elektrische gitaar weer ter hand en met het oudere “Oh, The Joy” uit haar debuutalbum “Fourth Corner” neemt ze afscheid van een dankbaar publiek.
Trixie Whitley heeft zich inmiddels opgewerkt als een unieke persoonlijkheid met een eigen artistieke identiteit waar haar creatieve ideeën voor ons waarschijnlijk nog veel moois in petto zullen hebben.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://trixiewhitley.com/
https://www.facebook.com/TrixieWhitley/
Haar thuisbasis is tegenwoordig de wereldstad New York maar nog steeds strijkt ze regelmatig neer in Gent, de stad van haar moeder. Net als haar vader, de in 2005 overleden singer-songwriter Chris Whitley, is ze niet erg honkvast en houdt ze van vele culturen. Haar muzikaal talent komt allicht van haar vader, die muzikaal vooral de tradionele blues als uitgangspunt nam. Die blues heeft Trixie ook meegenomen in haar muziek, niet zozeer uit muzikaal oogpunt, maar wel op emotioneel vlak, de emotionele diepgang in veel van haar nummers vinden we ook terug in de blues.
In 2005 nam icoon Daniel Lanois Trixie onder zijn vleugels als muzikale mentor. De jonge Whitley mocht participeren in zijn nieuwe band “Black Dub”, met Brian Blade op drums en Daryl Johnson op bas namen ze in 2009 een album op. Bij Trixie Whitley onstond als snel het idee om een eigen solo album te realiseren. Dat kwam er in 2013 als “Fourth Corner”, een album dat internationaal goede commentaren kreeg en in België een succes werd. Opvolger “Porta Bohemica” kwam er twee jaar later, een album doorspekt met allerlei genres, blues,soul triphop, pop, badend in een emotionele sfeer waarin haar veelzijdige stem de nummers erg gevoelig maakte.
We moesten tot maart dit jaar wachten alvorens Trixie met een nieuw album kwam aandraven, “Lacuna”, de release liep een beetje vertraging op want was eigenlijk voorzien voor midden 2018. Het meer op electronica georienteerde album “Lacuna” is een volgende stap in de muzikale wereld van Trixie, geproducet door Little Shamar, bekend van de triphop formatie Run The Jewels, is het even wennen aan deze nieuwe muzikale verpakking van haar nummers.
Dat Trixie Whitley in België nog steeds op handen gedragen wordt bewijzen de twee uitverkochte concerten in de Ancienne Belgique. De optredens staan helemaal in het teken van het nieuw album “Lacuna” dat dan ook integraal gespeeld wordt.
In een strak blauw-zwarte bodysuit komt ze het podium op en zingt ze, in een oosterse muzikale sfeer, de intro van het nieuwe album, waarna het goed in het oor liggend “Heartbeat” volgt. Multi-instrumentaliste Whitley (zang, gitaar, drums, toetsen) wordt bijgestaan door de Amerikaanse drummer/toetsenist Chris Vatalaro. Met z’n tweeën weten ze een volwaardig geluid neer te zetten. Met strak, ruw gitaarwerk en krachtige drumbeats volgt de nieuwe single “Long Time Coming”.
“May Cannan” brengt ze als een echte ‘powermachine’, gedreven, rammend op de gitaar een nummer dat live aan kracht wint. Buiten het nieuwe werk krijgen we ook een betoverend mooie versie van “Closer”. Muisstil was het ineens, met Chris Vatalaro achter de vleugelpiano en Trixie naast hem zittend, zingt ze het uitgeklede nummer uit het album “Porta Bohemica” op een erg emotionele, breekbare manier.
Inmiddels zoekt ze ook de nabijheid van het publiek op en zet zich aan de rand van het podium om op de akoestische gitaar een versie van het nummer “Bleak” te spelen. Ontwapenend hoe ze met haar guitige blik en gulle glimlach het publiek niet alleen muzikaal weet te bekoren. “Fishing For Stars”, een nummer geschreven voor haar dochter, beëindigt het rustige, akoestische drieluik waarbij vooral de warme, bekoorlijke stem van Trixie goed uit de verf komt.
Met een doordringende beat en een beklijvend gitaarspel, voorzien van een laagje electronica weet ze ook nummers als “Dare To Imagine” en “The Hotter I Burn” boeiend te houden. Voor afsluiter “Dandy” doet ze even haar schoenen uit en kruipt ze achter de drums. Met een opzwepend ritme, soulvolle zang en een handvol electronica bliepjes krijgen we een waardige afsluiter.
Chris Vatalaro mag voor de bisnummers in de coulissen blijven, Trixie plaatst zicht achter de vleugelpiano en speelt een meeslepende versie van “Breathe You In My Dreams” waarop weeral de bezielende zang er een pakkend nummer van maakt. Voor het slotnummer neemt ze haar elektrische gitaar weer ter hand en met het oudere “Oh, The Joy” uit haar debuutalbum “Fourth Corner” neemt ze afscheid van een dankbaar publiek.
Trixie Whitley heeft zich inmiddels opgewerkt als een unieke persoonlijkheid met een eigen artistieke identiteit waar haar creatieve ideeën voor ons waarschijnlijk nog veel moois in petto zullen hebben.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
Glen Hansard@Koninklijk Circus, Brussel.
GLEN HANSARD @ KONINKLIJK CIRCUS, BRUSSEL 6/05/2019
http://glenhansard.com/
https://www.facebook.com/GlenHansard/
Na het uitbrengen van drie succesvolle soloalbums, Rhythm And Repose (2012), Didn’t He Ramble (2017) en Between Two Shores (2018), vindt Glen Hansard het even welletjes en zoekt wat rust in Parijs. Het vele toeren wordt hem eventjes te veel en samen met zijn vroegere kompaan bassist Joe Doyle van The Frames huurt hij er een opnamestudio om in alle rust aan een nieuw album te werken. Een toevallige ontmoeting met de Khoshraveski broers, drie klassiek geoefende Iraanse muzikanten, zet hem aan om zijn muzikale horizon te verruimen. De Perzische invloeden op de door hem geschreven nummers werden aangevuld met ‘elektronica’ muziek wat resulteerde in een experimentele mix van oriëntaalse geluiden met elektronica, piano en strijkers, een muzikaal landschap dat hij zeker niet voor ogen had maar dat hem wel een geweldig nieuw album oplevert “This Wild Willing”.
Zijn vorige doortocht in België dateert van vorig jaar februari om zijn toenmalig album “Between Two Shores” te promoten, ja het gaat snel voor de Ierse troubadour, een zinderend concert gaf hij toen, hopelijk kan hij dit met toevoeging van fijn nieuw materiaal nog eens presteren in een goed gevuld Koninklijk Circus.
Bij de setting van het podium blijft hij gebruik maken van de huiskamerlampjes en een spaarzaam rustig licht wat een rustgevend gevoel opwekt. Met een vervormde stem, à la Bon Iver, opent hij de set met “Fool’s Game”, mooie melodielijn spaarzaam begeleid door elektronica en strijkers, helaas is er een storing op zijn microfoon waardoor hij noodgedwongen het nummer even zonder zingt, voor Hansard geen probleem. “Fool’s Game” is één van de langzaam opbouwende nummers uit het nieuwe album met een explosief crescendo. Ook de twee volgende nummers komen uit “This Wild Willing”, “I’ll Be You, Be Me” en “Don’t Settle” met Hansard op piano. Het is duidelijk dat de langzaam opgebouwde nummers meer emotionele diepgang hebben.
Dat Glen Hansard al een rijkgevulde carrière achter de rug heeft weten velen inmiddels. Na één van de hoofdrollen vertolkt te hebben in de Alan Parker film “The Commitments” richtte hij in 1992 The Frames op. In 2006 richtte hij samen met de Tsjechische zangeres Marketa Irglova het duo “The Swell Season” op. Ze speelden samen in de Ierse film “Once” en scoorden een Grammy Award met een nummer uit de soundtrack van de film “Falling Slowly”.
“When Your Mind’s Made Up” speelt hij vandaag, een nummer uit de film “Once”, hij doet dat met zo een beleving dat hij bij het beëindigen van het nummer zich realiseert dat hij een strofe is vergeten! Glen Hansard wordt begeleid door een uitgebreide band inclusief een strijkersensemble en sax speler. Midden op het podium zittend op een stoel vinden we de Spaanse gitarist Javier Mas terug, Mas speelde in de begeleidingsband van Leonard Cohen. De prachtige gitaarintro bij het nummer “Closing Door” bevestigt wat een enorm getalenteerd gitaarspeler deze Mas wel is. De praatgrage Hansard verteld ons dat “Closing Door” geïnspireerd is door Bob Dylan, na een optreden zou hij Dylan ontmoeten maar Bob vertrok zonder iemand te spreken de deur achter zich toetrekkend. “Long Way To The Top” van AC/DC inspireerde hem tot de titel “Race To The Bottom” grapte hij, “Race To The Bottom” handelt over het protest van de gele hesjes in Parijs die tijdens de opnames van “This Wild Willing” plaats vonden.
Wanneer Hansard de elektrische gitaar omgord is het blues-time, tijdens het nummer “Didn’t He Ramble” geeft hij zijn gitaar aan Javier Mas die weet er een stevige blues solo uit te halen terwijl Glen zijn beste dance-moves bovenhaalt.
Akoestisch en solo speelt hij “Leave A Light On” voor zijn dierbaar Ierland. “Grace Beneath The Pines” zingt hij dan zonder microfoon, de zaal wordt muisstil en zijn unieke stem weet dit gevoelig nummer gracieus en zeer kwetsbaar neer te zetten. Na Grammy Award winner “Falling Slowly” en het aan Leonard Cohen opgedragen ingetogen “Her Mercy” mag het voorprogramma, het multi-instrumentalistisch Franse duo Joe Quartz, nog eens in de spotlights staan. Met hun flamboyant nummer in hun eigen stijl weten ze de zaal wel te bekoren. Daarna zet Glen Hansard zelf de finale in met het meest bekende Frames nummer “Fitzcarraldo”.
Uit het nieuwe album wordt “Good Life Of Our Song” nog gespeeld, een nummer over zijn zwerversbestaan, hij is zelden lange tijd op eenzelfde plaats, maar is wel gelukkig met de kansen die hij daardoor krijgt en de vele vrienden die hij maakt. Afsluiten doet hij met “Song Of Good Hope”, een positieve boodschap. Met een stevig lang applaus van het vooral aandachtige publiek floepten de lichten van de schouwburg weer aan, maar onze Ierse vriend wilde best nog een toegift spelen en samen met zijn begeleidingsband, en het publiek, werd het klassieke Pete Seeger nummer “Passing Through” gezongen. Heel intiem en zonder geluidsversterking, wat toch wel een extra band creëert tussen een artiest en zijn publiek.
Muzikaal weer een sterke performance van deze Ierse singer-songwriter die met zijn nieuw materiaal zich weer meer profileert in zijn gedroomde driehoek Bob Dylan – Leonard Cohen – Van Morrison.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
http://glenhansard.com/
https://www.facebook.com/GlenHansard/
Na het uitbrengen van drie succesvolle soloalbums, Rhythm And Repose (2012), Didn’t He Ramble (2017) en Between Two Shores (2018), vindt Glen Hansard het even welletjes en zoekt wat rust in Parijs. Het vele toeren wordt hem eventjes te veel en samen met zijn vroegere kompaan bassist Joe Doyle van The Frames huurt hij er een opnamestudio om in alle rust aan een nieuw album te werken. Een toevallige ontmoeting met de Khoshraveski broers, drie klassiek geoefende Iraanse muzikanten, zet hem aan om zijn muzikale horizon te verruimen. De Perzische invloeden op de door hem geschreven nummers werden aangevuld met ‘elektronica’ muziek wat resulteerde in een experimentele mix van oriëntaalse geluiden met elektronica, piano en strijkers, een muzikaal landschap dat hij zeker niet voor ogen had maar dat hem wel een geweldig nieuw album oplevert “This Wild Willing”.
Zijn vorige doortocht in België dateert van vorig jaar februari om zijn toenmalig album “Between Two Shores” te promoten, ja het gaat snel voor de Ierse troubadour, een zinderend concert gaf hij toen, hopelijk kan hij dit met toevoeging van fijn nieuw materiaal nog eens presteren in een goed gevuld Koninklijk Circus.
Bij de setting van het podium blijft hij gebruik maken van de huiskamerlampjes en een spaarzaam rustig licht wat een rustgevend gevoel opwekt. Met een vervormde stem, à la Bon Iver, opent hij de set met “Fool’s Game”, mooie melodielijn spaarzaam begeleid door elektronica en strijkers, helaas is er een storing op zijn microfoon waardoor hij noodgedwongen het nummer even zonder zingt, voor Hansard geen probleem. “Fool’s Game” is één van de langzaam opbouwende nummers uit het nieuwe album met een explosief crescendo. Ook de twee volgende nummers komen uit “This Wild Willing”, “I’ll Be You, Be Me” en “Don’t Settle” met Hansard op piano. Het is duidelijk dat de langzaam opgebouwde nummers meer emotionele diepgang hebben.
Dat Glen Hansard al een rijkgevulde carrière achter de rug heeft weten velen inmiddels. Na één van de hoofdrollen vertolkt te hebben in de Alan Parker film “The Commitments” richtte hij in 1992 The Frames op. In 2006 richtte hij samen met de Tsjechische zangeres Marketa Irglova het duo “The Swell Season” op. Ze speelden samen in de Ierse film “Once” en scoorden een Grammy Award met een nummer uit de soundtrack van de film “Falling Slowly”.
“When Your Mind’s Made Up” speelt hij vandaag, een nummer uit de film “Once”, hij doet dat met zo een beleving dat hij bij het beëindigen van het nummer zich realiseert dat hij een strofe is vergeten! Glen Hansard wordt begeleid door een uitgebreide band inclusief een strijkersensemble en sax speler. Midden op het podium zittend op een stoel vinden we de Spaanse gitarist Javier Mas terug, Mas speelde in de begeleidingsband van Leonard Cohen. De prachtige gitaarintro bij het nummer “Closing Door” bevestigt wat een enorm getalenteerd gitaarspeler deze Mas wel is. De praatgrage Hansard verteld ons dat “Closing Door” geïnspireerd is door Bob Dylan, na een optreden zou hij Dylan ontmoeten maar Bob vertrok zonder iemand te spreken de deur achter zich toetrekkend. “Long Way To The Top” van AC/DC inspireerde hem tot de titel “Race To The Bottom” grapte hij, “Race To The Bottom” handelt over het protest van de gele hesjes in Parijs die tijdens de opnames van “This Wild Willing” plaats vonden.
Wanneer Hansard de elektrische gitaar omgord is het blues-time, tijdens het nummer “Didn’t He Ramble” geeft hij zijn gitaar aan Javier Mas die weet er een stevige blues solo uit te halen terwijl Glen zijn beste dance-moves bovenhaalt.
Akoestisch en solo speelt hij “Leave A Light On” voor zijn dierbaar Ierland. “Grace Beneath The Pines” zingt hij dan zonder microfoon, de zaal wordt muisstil en zijn unieke stem weet dit gevoelig nummer gracieus en zeer kwetsbaar neer te zetten. Na Grammy Award winner “Falling Slowly” en het aan Leonard Cohen opgedragen ingetogen “Her Mercy” mag het voorprogramma, het multi-instrumentalistisch Franse duo Joe Quartz, nog eens in de spotlights staan. Met hun flamboyant nummer in hun eigen stijl weten ze de zaal wel te bekoren. Daarna zet Glen Hansard zelf de finale in met het meest bekende Frames nummer “Fitzcarraldo”.
Uit het nieuwe album wordt “Good Life Of Our Song” nog gespeeld, een nummer over zijn zwerversbestaan, hij is zelden lange tijd op eenzelfde plaats, maar is wel gelukkig met de kansen die hij daardoor krijgt en de vele vrienden die hij maakt. Afsluiten doet hij met “Song Of Good Hope”, een positieve boodschap. Met een stevig lang applaus van het vooral aandachtige publiek floepten de lichten van de schouwburg weer aan, maar onze Ierse vriend wilde best nog een toegift spelen en samen met zijn begeleidingsband, en het publiek, werd het klassieke Pete Seeger nummer “Passing Through” gezongen. Heel intiem en zonder geluidsversterking, wat toch wel een extra band creëert tussen een artiest en zijn publiek.
Muzikaal weer een sterke performance van deze Ierse singer-songwriter die met zijn nieuw materiaal zich weer meer profileert in zijn gedroomde driehoek Bob Dylan – Leonard Cohen – Van Morrison.
Luc Nuyts
Foto's ©Sonja Schepers
#TedeschiTrucksBand @ #Ancienne Belgique, Brussel
De Tedeschi Trucks Band is een twaalftallig muzikaal gezelschap met als uithangbord de echtgenoten Derek Trucks en Susan Tedeschi. Derek Trucks blijkt al van jongs af een zeer getalenteerd gitaarspeler te zijn en vooral zijn slide gitaartechniek is fenomenaal. In 1994 richtte hij zijn eigen band, “The Derek Trucks Band” op en haalde met het album “Already Free” (2009) een Grammy Award binnen voor Best Blues Album. In 1999 werd hij als vast lid ingelijfd bij de “Allman Brothers Band”, de band waar zijn oom Butch Trucks één van de oprichters was en drums speelde.
Susan Tedeschi probeert in 1993 haar carrière te starten met de “The Susan Tedeschi Band”, met haar krachtige stem die men veelal vergelijkt met Bonnie Raitt, slaagt ze erin met een mix van soul, blues en gospel haar naam enige bekendheid te geven wat resulteerde in openingsoptredens voor onder meer Bob Dylan, John Mellencamp, The Rolling Stones en The Allman Brothers Band. Het was tijdens een optreden met deze laatste band dat ze Derek leerde kennen. In 2001 trouwden de twee en braken hun solocarrière af om samen op tour te gaan onder de naam “Derek Trucks & Susan Tedeschi’s Soul Stew Revival” wat in 2010 uiteindelijk de “Tedeschi Trucks Band” werd.
Hun debuutalbum “Revelator” (2011) werd een instant succes, de mengeling van rootsy blues met allerhande muzikale stijlen, de fraaie stem van Tedeschi en het wervelend gitaarspel van Trucks leverde hen een Grammy Award voor Best Blues Album op. Ook hun live album “Live From The Fox Oakland” (2018) werd genomineerd voor een Grammy Award wat bevestigt dat de band een stevige live reputatie heeft. Dit jaar kwam hun vierde reguliere album “Signs” uit, een album waarbij men de grenzen van de roots muziek verder uitbreidt met invloeden van onder meer “qawwali”, een populaire muziekvorm in Pakistan en Oost-India en teksten die onder meer het politieke landschap in de wereld verhalen. Daarnaast staat de muziek ook in het teken van afscheid nemen, Butch Trucks, Gregg Allman en hun vriend Colonel Bruce Hampton verlieten het tijdelijke voor de eeuwige jachtvelden. Daar bovenop verloor ook hun keyboardspeler/fluitist Kofi Burbridge de strijd tegen een slepende ziekte, en overleed vlak voor het uitbrengen van het album.
Derek Trucks en een kortgerokte Susan Tedeschi, stappen samen met tien excellente muzikanten het podium van de AB op, “Shame” een nummer uit het nieuwe album opent de set en laat al dadelijk de kracht van deze band horen. Twee drummers, basspeler, keyboardspeler, een drietallige blazerssectie (saxofoon, trompet en schuiftrombone) en een trio van achtergrondvocalisten/percussie aangevuurd door een virtuoze gitarist en begenadigde blueszangeres laten hun muzikale klasse in elk nummer horen. Dat het gitaarspel van Derek het meest in de picture staat is normaal, zijn magistrale gitaartechniek demonstreert hij onder meer in “Do I Look Worried” en in Bob Dylan’s “Down In The Flood”, een nummer uit zijn soloalbum “Already Free”. Dat men zich niet aan één stijl houdt is evident, Willie Nelson’s “Somebody Pick Up My Pieces” is een vintage countrynummer, Spooner Oldman’s “Sweet Inspiration”, dat gezongen werd door backing-vocalist Mike Mattison, is dan weer schatplichtig aan gospel. Hun erg genietbare, soulvolle “You Don’t Know What That Means” wordt opgesmukt door de sax van Kebbi Williams wat hij nadien nog eens mag doen bij het ook al in de soul gedrenkte “Part Of Me”. En zo krijgt elke muzikant zijn gloriemoment het ene maakte al wat meer indruk dan het andere, maar dat het topmuzikanten zijn is wel duidelijk. Misschien soms wat te lange gitaarsolo’s, Derek Trucks laat zijn gitaar van geen ophouden weten, die dan soms ook wat langdradig overkomen. Ook jammer dat hij dikwijls met zijn rug naar het publiek staat te soleren, interactie is duidelijk geen prioriteit voor de band want ook frontvrouw Susan Tedeschi is weinig van zeggen, maar natuurlijk de muziek primeert. Het publiek is duidelijk tevreden met Trucks gitaarsolo’s in nummers als “Let Me Get By” en “Laugh About It”, vooral het soloduel tussen keyboardspeler Gabe Dixon en de gitaarvirtuoos kunnen op de nodige bijval rekenen. Tussen het gospelachtige “When Will I Begin” en het schitterende “Midnight In Harlem” maken we kennis met ‘qawwali’ invloeden op gitaar die samen met de sax een heel andere muzikale sfeer brengen. Het lange afsluitnummer “I Want More” laat ons een bassolo horen van de nieuwe ingelijfde bassist Brandon Boone waarna de twee drummers een samba ritme uit hun drums toveren. Een ideaal ritme voor Derek om er in ware Santana stijl met een scheurende gitaar er nog eens een potige solo uit te sleuren tot tevredenheid van het publiek.
Het bisnummer de Joe Cocker cover “Space Captain” brengt ons nog solo’s van trompettist Ephraim Owens en de schuiftrombone van Elizabeth Lea waarvan die laatste ons verbaast door in duel te gaan met de slide van Trucks, dit levert wel een heerlijk geluid op. Na een meer dan twee uur durend concert neemt Susan Tedeschi afscheid: “Thank you for listening”, ja dit was muziek ‘for music lovers’ eerlijk, groots en imponerend.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Susan Tedeschi probeert in 1993 haar carrière te starten met de “The Susan Tedeschi Band”, met haar krachtige stem die men veelal vergelijkt met Bonnie Raitt, slaagt ze erin met een mix van soul, blues en gospel haar naam enige bekendheid te geven wat resulteerde in openingsoptredens voor onder meer Bob Dylan, John Mellencamp, The Rolling Stones en The Allman Brothers Band. Het was tijdens een optreden met deze laatste band dat ze Derek leerde kennen. In 2001 trouwden de twee en braken hun solocarrière af om samen op tour te gaan onder de naam “Derek Trucks & Susan Tedeschi’s Soul Stew Revival” wat in 2010 uiteindelijk de “Tedeschi Trucks Band” werd.
Hun debuutalbum “Revelator” (2011) werd een instant succes, de mengeling van rootsy blues met allerhande muzikale stijlen, de fraaie stem van Tedeschi en het wervelend gitaarspel van Trucks leverde hen een Grammy Award voor Best Blues Album op. Ook hun live album “Live From The Fox Oakland” (2018) werd genomineerd voor een Grammy Award wat bevestigt dat de band een stevige live reputatie heeft. Dit jaar kwam hun vierde reguliere album “Signs” uit, een album waarbij men de grenzen van de roots muziek verder uitbreidt met invloeden van onder meer “qawwali”, een populaire muziekvorm in Pakistan en Oost-India en teksten die onder meer het politieke landschap in de wereld verhalen. Daarnaast staat de muziek ook in het teken van afscheid nemen, Butch Trucks, Gregg Allman en hun vriend Colonel Bruce Hampton verlieten het tijdelijke voor de eeuwige jachtvelden. Daar bovenop verloor ook hun keyboardspeler/fluitist Kofi Burbridge de strijd tegen een slepende ziekte, en overleed vlak voor het uitbrengen van het album.
Derek Trucks en een kortgerokte Susan Tedeschi, stappen samen met tien excellente muzikanten het podium van de AB op, “Shame” een nummer uit het nieuwe album opent de set en laat al dadelijk de kracht van deze band horen. Twee drummers, basspeler, keyboardspeler, een drietallige blazerssectie (saxofoon, trompet en schuiftrombone) en een trio van achtergrondvocalisten/percussie aangevuurd door een virtuoze gitarist en begenadigde blueszangeres laten hun muzikale klasse in elk nummer horen. Dat het gitaarspel van Derek het meest in de picture staat is normaal, zijn magistrale gitaartechniek demonstreert hij onder meer in “Do I Look Worried” en in Bob Dylan’s “Down In The Flood”, een nummer uit zijn soloalbum “Already Free”. Dat men zich niet aan één stijl houdt is evident, Willie Nelson’s “Somebody Pick Up My Pieces” is een vintage countrynummer, Spooner Oldman’s “Sweet Inspiration”, dat gezongen werd door backing-vocalist Mike Mattison, is dan weer schatplichtig aan gospel. Hun erg genietbare, soulvolle “You Don’t Know What That Means” wordt opgesmukt door de sax van Kebbi Williams wat hij nadien nog eens mag doen bij het ook al in de soul gedrenkte “Part Of Me”. En zo krijgt elke muzikant zijn gloriemoment het ene maakte al wat meer indruk dan het andere, maar dat het topmuzikanten zijn is wel duidelijk. Misschien soms wat te lange gitaarsolo’s, Derek Trucks laat zijn gitaar van geen ophouden weten, die dan soms ook wat langdradig overkomen. Ook jammer dat hij dikwijls met zijn rug naar het publiek staat te soleren, interactie is duidelijk geen prioriteit voor de band want ook frontvrouw Susan Tedeschi is weinig van zeggen, maar natuurlijk de muziek primeert. Het publiek is duidelijk tevreden met Trucks gitaarsolo’s in nummers als “Let Me Get By” en “Laugh About It”, vooral het soloduel tussen keyboardspeler Gabe Dixon en de gitaarvirtuoos kunnen op de nodige bijval rekenen. Tussen het gospelachtige “When Will I Begin” en het schitterende “Midnight In Harlem” maken we kennis met ‘qawwali’ invloeden op gitaar die samen met de sax een heel andere muzikale sfeer brengen. Het lange afsluitnummer “I Want More” laat ons een bassolo horen van de nieuwe ingelijfde bassist Brandon Boone waarna de twee drummers een samba ritme uit hun drums toveren. Een ideaal ritme voor Derek om er in ware Santana stijl met een scheurende gitaar er nog eens een potige solo uit te sleuren tot tevredenheid van het publiek.
Het bisnummer de Joe Cocker cover “Space Captain” brengt ons nog solo’s van trompettist Ephraim Owens en de schuiftrombone van Elizabeth Lea waarvan die laatste ons verbaast door in duel te gaan met de slide van Trucks, dit levert wel een heerlijk geluid op. Na een meer dan twee uur durend concert neemt Susan Tedeschi afscheid: “Thank you for listening”, ja dit was muziek ‘for music lovers’ eerlijk, groots en imponerend.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Larkin Poe @La Madeleine, Brussel
Rebecca & Megan Lovell aka as Larkin Poe speelden voor de eerste keer een concert in België als headliner, en wat voor één!!! De talentrijke zussen wisten met hun set van frisse, moderne blues en rocknummers het talrijke publiek in La Madeleine te overtuigen in een sensationeel optreden.
De Lovell zussen zijn afkomstig uit Atlanta, Georgia opgegroeid in een wereld van bluegrass en americana muziek. Samen met hun oudere zus Jessica vormden ze de band The Lovell Sisters en brachten onder die naam twee albums uit. Wanneer Jessica in 2009 besloot de muziekwereld te verlaten besloten Rebecca en Megan door te gaan onder de naam Larkin Poe, de naam van een verre achter-achter-achter-achter grootvader en jawel familie van Edgar Allan Poe. Niet alleen de naam wijzigde, ook de muziek, een mengeling van blues en rootsrock overgoten met een zuiders sausje werd de nieuwe muzikale koers. In 2004 brachten ze hun eerste volwaardig album uit “KIN”, in 2016 krijgt dit album een remake onder de naam “Reskinned”, geproducet met een breder rockgeluid. De meisjes doen veel live ervaring op door onder meer met Elvis Costello en Conor Oberst te toeren. Het album “Peach”, genaamd naar de vrucht van hun thuisstaat Georgia, verschijnt in 2017. Het moderne jasje waarin ze de blues hier brengen zal ook hun volgend album, het verleden jaar verschenen “Venom & Faith” bepalen, een mix van eigen nummers en oude Delta blues nummers. Het steeds aanwezige lapsteel gitaarspel van Megan bepaalt inmiddels een groot stuk van het geluid en de krachtige zang van zus Rebecca en haar ronkende riffs geven de nummers een intenser rockgevoel.
Larkin Poe koos ervoor om als ‘independent musicians’ door het leven te gaan omdat het genre dat ze spelen toch een beetje in een hoekje zit, southern roots music staat nu eenmaal niet in de hitlijsten en krijgt weinig airplay op de radio dus ze moeten het van hun fanbasis en hun live gigs hebben, dit kan makkelijker zonder de bemoeienissen van een platenmaatschappij. Door remakes te maken van bekende nummers in hun eigen stijl en deze op YouTube te plaatsen verzorgen ze hun eigen marketing. Dat hun succes stijgende is merken ze, er komt steeds meer volk opdagen bij shows en na het concert in La Madeleine zullen ze zeker weeral wat zieltjes voor hun gewonnen hebben.
Als een volleerde ‘rockmadam’ trapt Rebecca het concert op gang, ‘do you want to hear some rock and roll’ gevolgd door een stevige riff en we zijn vertrokken voor 90 minuten rock and roll plezier. Rebecca springt in het rond met een brede glimlach terwijl zus Megan met haar eerste slidegitaarnoten laat horen waarom ze de ‘slide queen” is, “Summertime Sunset” zet de toon. De Lovell zussen worden live bijgestaan door drummer Kevin McGowan en bassist Tarka Layman hun vaste backing band. De leuke rocksong “Trouble In My Mind” is het enige nummer dat ze spelen van hun beginperiode. De meeste onder ons kennen het nummer “Black Betty” in de ‘Ram Jam’ versie van de jaren zeventig, maar het is bam-ba-lam er nog aan toe een oud bluesnummer van Huddie Ledbetter leert Rebecca ons, de versie van Larkin Poe mag er best wezen.
Hun nieuwe album “Venom & Faith” heeft het tot de eerste plaat in de Billboard Blues Albums geschopt en daar zijn ze zeer trots op en dankbaar naar de fans toe want zonder hun staan ze nergens. Rebecca Lovell is een echte frontvrouw, steeds met de glimlach op het gezicht, solide gitaarspel en zang, een grote podiumpresence. Zus Megan verrijkt de muziek met haar prachtig lapsteelspel, ze speelt al staande de lapsteelgitaar horizontaal, mooie harmony vocals en wandelt goedgeluimd het podium rond. Het is hun laatste show van deze tour in Europa en als blues ambassadrices halen ze de gospelblues van Robert Johnson nog eens van stal “Preacher Blues”. Na een stevig begin van de show is het tijd voor wat meer gevoelige nummers, zo is er “Freedom” een nummer dat Rebecca schreef om haar innerlijke demonen, haar angsten onder bedwang te houden. Rebecca heeft inmiddels de gitaar verruilt voor een banjo, blijkbaar één van de moeilijkste instrumenten om te stemmen, maar voor een oud blues nummer als “John The Revelator” is ‘bijna juist’ goed genoeg. Dat de zussen een erg hechte band hebben is ook op het podium duidelijk te zien, ze zoeken dikwijls elkaars aanwezigheid op om een solootje te spelen. En soleren kunnen ze, vooral Megan laat haar muzikaal kunnen schitteren in de ballad “Might As Well Be Me”!
Eén van de hoogtepunten van de set is zeker het nummer “Mad As A Hatter” een nummer over het mentaal ziek zijn van hun grootvader, iedereen heeft met deze problematiek wel eens te maken gehad in zijn familiekring, een ziekte waar te weinig over gepraat wordt. Een mooi opgebouwd nummer met geweldige vocalen van Rebecca, prachtige tekst en dito muziek.
“Blue Ridge Mountains” is een ode aan hun geboortestreek, vrolijke ‘mountain’muziek. Met nog maar eens een slide solo van jewelste, en een frontvrouw die het publiek haar dankbaarheid nog maar eens betuigt krijgen we zinderende rock and roll met het nummer “Wanted Woman-Ac/Dc”, natuurlijk zijn deze knappe dames ‘wanted women’!
Als bisnummer krijgen we een oer bluesnummer “Come In My Kitchen” van Robert Johnson. Ditmaal kiezen ze voor een sobere versie, een tamboerijn, een snaredrum en de slide van Megan, ook op deze wijze weet Larkin Poe te begeesteren. Elkaar omarmend verlaten de zussen Lovell het podium, wetend dat ze ook hier weer talrijke fans hebben bijgewonnen.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
.
Click here to edit.
Sharon Van Etten @ Botanique, Brussel
“Remind Me Tommorow” heet het nieuwe album van Sharon Van Etten, haar vijfde inmiddels, met een serieuze muzikale wending, dreigende synths en stevige beats, zijn de motor van het album. In België levert het haar alleszins met het nummer “Seventeen” het nodige succes op, niet dat ze in de Radio 2 Top 30 scoort maar ze stond wel vijf weken in StuBru’s ‘ De Afrekening’ en zelfs op nummer 1 in de Vox Top 30 van Radio 1, met als gevolg dat het concert in de Brusselse Botanique al snel uitverkocht was.
Het heeft een tijdje geduurd eer het nieuwe album er was, vijf jaar precies, in die vijf jaar veranderde er veel in het leven van de Amerikaanse singer-songwriter. Ze vond de liefde, werd mama , ging terug studeren om een gediplomeerd psycholoog te worden en nam een rol aan in de populaire Netflixserie ‘The OA’. Een multi-tasking moeder en een gedreven kunstenares die uiteindelijk de weg naar de muziek terug vond want dat is uiteindelijk haar therapie, haar uitlaatklep.
Aangetrokken tot de Roland Jupiter synthesizer begon ze te experimenteren dingen te maken waaraan je niet aan denkt als je aan Sharon Van Etten denkt, producer John Congleton ging helemaal mee in haar verhaal, gitaren werden grotendeels vervangen door ritmisch ondersteunende synths. Door haar moeilijk verleden, na een vijfjarige relatie die op niets uitliep, kwam ze op straat te staan zonder iets, haar teksten op haar vorige albums zijn dan ook meestal droevig en angstig, op “Remind Me Tommorow” is het allemaal veel positiever.
Met verspreid op het podium drie synthezisers weet je al onmiddellijk dat het optreden volledig in het teken staat van haar nieuw album en zo is het ook, al de tien nummers van het album passeren vandaag de revue. Met aanzwellend synthesizer geluid van het nummer “Jupiter 4” wordt de set geopend, Sharon Van Etten met een beetje angstaanjagende wijd gesperde grote ogen , zingt over haar nieuw gevonden grote liefde ‘ a love so real’, meteen gevolgd door de eerste single van het nieuwe album “Comeback Kid”, ruw en intens gezongen, zoals ook Nick Cave dat kan. En ja het was vooral Nick Cave’s “Skeleton Tree” en ook wel bands als Portishead en Suicide die haar inspireerden tot dit nieuwe geluid. Voor de fans van het eerste uur speelt ze het nummer “One Day” uit haar tweede album “Epic” toen nog zoekend naar de ware liefde. Van Etten beschikt niet over een heel krachtige stem , haar lijstige sensuele vocalen worden mooi bijgestaan door de knappe backing vocal van Heather Woods Broderick (synths). De gitaar wordt veel minder gebruikt en daarom heeft Sharon meer bewegingsvrijheid om haar nummers te brengen, ronddwalend op het podium, zich volledig in de song verdiepen, dat door de vele stembuigingen het allemaal niet stemvast is deert niemand, dit is een live gebeuren.
Solo op piano speelt ze voor haar zoontje elke avond het nummer “Black Boys On Mopeds”, een nummer van Sinead O’ Connor over racisme en politieke incorrectheid, hopend op beterschap in deze chaotische wereld. Het hier bekende “Seventeen” wordt gedeeltelijk gezongen voor een wel erg jonge fan, een meisje van een jaar of tien, ‘I wish I could show you how much you’ve grown’ krijst Shanon Van Etten terugkijkend op haar jeugd. Na een set van een goed uur zijn we aangekomen bij de bisnummers die met “I Told You Everything” rustig beginnen, een nummer waarmee ze het verleden wil laten rusten, geen doomteksten meer over haar break-up relatie, alles is gezegd. In het zwaar rockende “Serpents” is de gitaar weer de hoofdrolspeler, een rockende Van Etten, het is eens iets anders. Ze wil het publiek met een positieve vibe naar huis sturen , we want to send you off with a message of love’, “Love More” is daar de ideale song voor.
Sharon Van Etten 2.0 is duidelijk een geslaagd project geworden zowel tekstueel als muzikaal is deze talentrijke singer-songwriter een succesvolle weg ingeslagen.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Setlist: Jupiter 4/ Comeback Kid/ No One’s Easy To Love/ One Day/ Tarifa/ Memorial Day/ You Shadow/ Malibu/ Hands/ Black Boys On Mopeds/ Seventeen/ Every Time The Sun Comes Up/ Stay
Encores: I Told You Everything/ Serpents/ Love More
Het heeft een tijdje geduurd eer het nieuwe album er was, vijf jaar precies, in die vijf jaar veranderde er veel in het leven van de Amerikaanse singer-songwriter. Ze vond de liefde, werd mama , ging terug studeren om een gediplomeerd psycholoog te worden en nam een rol aan in de populaire Netflixserie ‘The OA’. Een multi-tasking moeder en een gedreven kunstenares die uiteindelijk de weg naar de muziek terug vond want dat is uiteindelijk haar therapie, haar uitlaatklep.
Aangetrokken tot de Roland Jupiter synthesizer begon ze te experimenteren dingen te maken waaraan je niet aan denkt als je aan Sharon Van Etten denkt, producer John Congleton ging helemaal mee in haar verhaal, gitaren werden grotendeels vervangen door ritmisch ondersteunende synths. Door haar moeilijk verleden, na een vijfjarige relatie die op niets uitliep, kwam ze op straat te staan zonder iets, haar teksten op haar vorige albums zijn dan ook meestal droevig en angstig, op “Remind Me Tommorow” is het allemaal veel positiever.
Met verspreid op het podium drie synthezisers weet je al onmiddellijk dat het optreden volledig in het teken staat van haar nieuw album en zo is het ook, al de tien nummers van het album passeren vandaag de revue. Met aanzwellend synthesizer geluid van het nummer “Jupiter 4” wordt de set geopend, Sharon Van Etten met een beetje angstaanjagende wijd gesperde grote ogen , zingt over haar nieuw gevonden grote liefde ‘ a love so real’, meteen gevolgd door de eerste single van het nieuwe album “Comeback Kid”, ruw en intens gezongen, zoals ook Nick Cave dat kan. En ja het was vooral Nick Cave’s “Skeleton Tree” en ook wel bands als Portishead en Suicide die haar inspireerden tot dit nieuwe geluid. Voor de fans van het eerste uur speelt ze het nummer “One Day” uit haar tweede album “Epic” toen nog zoekend naar de ware liefde. Van Etten beschikt niet over een heel krachtige stem , haar lijstige sensuele vocalen worden mooi bijgestaan door de knappe backing vocal van Heather Woods Broderick (synths). De gitaar wordt veel minder gebruikt en daarom heeft Sharon meer bewegingsvrijheid om haar nummers te brengen, ronddwalend op het podium, zich volledig in de song verdiepen, dat door de vele stembuigingen het allemaal niet stemvast is deert niemand, dit is een live gebeuren.
Solo op piano speelt ze voor haar zoontje elke avond het nummer “Black Boys On Mopeds”, een nummer van Sinead O’ Connor over racisme en politieke incorrectheid, hopend op beterschap in deze chaotische wereld. Het hier bekende “Seventeen” wordt gedeeltelijk gezongen voor een wel erg jonge fan, een meisje van een jaar of tien, ‘I wish I could show you how much you’ve grown’ krijst Shanon Van Etten terugkijkend op haar jeugd. Na een set van een goed uur zijn we aangekomen bij de bisnummers die met “I Told You Everything” rustig beginnen, een nummer waarmee ze het verleden wil laten rusten, geen doomteksten meer over haar break-up relatie, alles is gezegd. In het zwaar rockende “Serpents” is de gitaar weer de hoofdrolspeler, een rockende Van Etten, het is eens iets anders. Ze wil het publiek met een positieve vibe naar huis sturen , we want to send you off with a message of love’, “Love More” is daar de ideale song voor.
Sharon Van Etten 2.0 is duidelijk een geslaagd project geworden zowel tekstueel als muzikaal is deze talentrijke singer-songwriter een succesvolle weg ingeslagen.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Setlist: Jupiter 4/ Comeback Kid/ No One’s Easy To Love/ One Day/ Tarifa/ Memorial Day/ You Shadow/ Malibu/ Hands/ Black Boys On Mopeds/ Seventeen/ Every Time The Sun Comes Up/ Stay
Encores: I Told You Everything/ Serpents/ Love More
KT Tunstall @Het Depot, Leuven
https://www.hetdepot.be/Wat een optreden in het BBC tv-programma ‘Later…With Jools’ allemaal kan veranderen. De Schotse Kate Victoria Tunstall beter bekend als KT Tunstall mocht er in 2004 een solo liveoptreden van haar nummer ‘Black Horse And The Cherry Tree”brengen. Het nummer werd door het grote publiek opgepikt en werd in 2005 een hit zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Haar debuutalbum “Eye Of The Telescope” bevatte nog enkele andere grote hits waaronder “Suddenly I See”.
Muzikaal zit ze in het straatje waar ook Dido, Melissa Etheridge en Katie Melua zich bevinden. “Drastic Fantastic” (2007) is de opvolger van haar debuut waarbij ze duidelijk voor een meer popgeluid heeft gekozen en het folkse, wat haar debuutalbum kenmerkte, naar de achtergrond is verschoven. Dat ze een degelijke liedjesschrijver is bewijst ze door de sterke nummers op het album waardoor het dan ook succesvol wordt. Ook op haar volgend album “Tiger Suit” baden de sterke songs van KT Tunstall in een modern geluid. De evenwichtsoefening tussen mainstream en indie-rock is geslaagd. Op album nummer vier “Invisible Empire//Crescent Moon” zijn de nummers geïnspireerd door de dood van haar vader (Invisible Empire) en haar scheiding (Crescent Moon), samen met Howe Gelb maakte ze een emotioneel warm album met spaarzame instrumentatie dat in schril contrast staat met haar vorige. In 2014 besluit ze naar Los Angeles te verhuizen, ze zet haar solocarrière on hold en houd zich bezig met het schrijven van filmmuziek. In 2016 komt ze echter met een nieuw album op de proppen “KIN”, een powerpop album dat deel uit maakt van een trilogie, met als thema’s soul, body en mind. Waar het album “KIN” als thema over de ziel handelt heeft het verleden jaar uitgebrachte “WAX” als thema het lichaam. Muzikaal is het een hergeboorte, na het melancholische “IE/CM” is de muziek weer vol van leven met krachtige sprankelende melodieën geproducet door Nick McCarthy (Franz Ferdinand) is het één van haar meest geïnspireerde albums tot nu toe.
In België is de carrière van KT Tunstall helemaal naar de achtergrond verdwenen, haar nieuwe nummers krijgen nauwelijks airplay en haar laatste verschijning op een Belgisch podium dateert al van 2011 jammer want de live reputatie van deze dame is echt wel goed. Om haar nieuw album “WAX” te promoten speelde ze eindelijk nog eens in België, voor de eerste maal in Het Depot te Leuven.
Toni Basil’s “Oh Mickey” schalt door de boxen wanneer KT Tunstall en haar all-female band het podium opkomen met een scheurend gitaargeluid wordt “In This Body” ingezet, stevig openen met een rocksong om onmiddellijk daarna naar de akoestische gitaar te grijpen, de zaal te verlichten met smartphonelichtjes en de hit “Other Side Of The Word” te spelen, gedurfd maar het publiek is helemaal mee. Dat KT Tunstall haar publiek weet te entertainen is duidelijk, steeds grappig, relativerend en positief. Haar kenmerkende stem, sterk en een beetje schor, geven de catchy songs net dat ietsje meer. Met haar humoristische charme weet ze de nummers mooi te duiden door het vertellen van anekdotes. Tijdens een reis naar Groenland kwam ze terecht in het dorpje Uummannaq, zo mooi dat ze er wel wou wonen, uiteindelijk heeft ze wel warmer oorden opgezocht om te wonen, ze heeft er wel een nummer over geschreven “Uummannaq Song”. Niet alleen de Schotse zangeres staat ‘in the picture’, opvallend is ook het spelplezier van de band, ze zijn niet zomaar een begeleidingsband ze worden echt betrokken bij de show.
‘Jobbie’ is blijkbaar het woord voor ‘shit’ in het schots, als je een zee van ‘jobbie’ voor je hebt daar gaat het nummer ‘Feel It All’ over. Eén van de nummers die ze zonder band brengt alleen met haar akoestische gitaar zoals ze het gewend was in haar beginjaren. Voor het volgend nummer wordt er een artificieel kampvuur op het podium geplaatst want het nummer ‘Heal Over’ is een echt kampvuurnummer met zijn vijven brengen ze een erg mooie akoestische versie van dit nummer. Van haar hit “Black Horse and The Cherry Tree” krijgen we een versie zoals het nummer origineel door haar gespeeld werd, een one woman show, akoestische gitaar, de begeleiding opbouwen door middel van een looping pedaal, een Bo Diddley beat en vertrokken zijn we. Tijd voor verveling is er niet, “The Night That Bowie Died” is natuurlijk een ode aan haar muzikale inspiratie David Bowie, en na nog enkele nummers van haar laatste album “Dark Side Of Me” en “The Mountain” gespeeld te hebben mag “Saving My Face” onder luid applaus van het publiek het optreden afsluiten.
Tijdens het bissen werd er nog stevig gerockt op “Push That Knot Away” en op een coverversie van Belinda Carlisle’s “Heaven Is A Place On Earth”. Afsluiten met het stevig meegezongen “Suddenly I See” was een evidentie, maar toen al was het concert meer als geslaagd.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Muzikaal zit ze in het straatje waar ook Dido, Melissa Etheridge en Katie Melua zich bevinden. “Drastic Fantastic” (2007) is de opvolger van haar debuut waarbij ze duidelijk voor een meer popgeluid heeft gekozen en het folkse, wat haar debuutalbum kenmerkte, naar de achtergrond is verschoven. Dat ze een degelijke liedjesschrijver is bewijst ze door de sterke nummers op het album waardoor het dan ook succesvol wordt. Ook op haar volgend album “Tiger Suit” baden de sterke songs van KT Tunstall in een modern geluid. De evenwichtsoefening tussen mainstream en indie-rock is geslaagd. Op album nummer vier “Invisible Empire//Crescent Moon” zijn de nummers geïnspireerd door de dood van haar vader (Invisible Empire) en haar scheiding (Crescent Moon), samen met Howe Gelb maakte ze een emotioneel warm album met spaarzame instrumentatie dat in schril contrast staat met haar vorige. In 2014 besluit ze naar Los Angeles te verhuizen, ze zet haar solocarrière on hold en houd zich bezig met het schrijven van filmmuziek. In 2016 komt ze echter met een nieuw album op de proppen “KIN”, een powerpop album dat deel uit maakt van een trilogie, met als thema’s soul, body en mind. Waar het album “KIN” als thema over de ziel handelt heeft het verleden jaar uitgebrachte “WAX” als thema het lichaam. Muzikaal is het een hergeboorte, na het melancholische “IE/CM” is de muziek weer vol van leven met krachtige sprankelende melodieën geproducet door Nick McCarthy (Franz Ferdinand) is het één van haar meest geïnspireerde albums tot nu toe.
In België is de carrière van KT Tunstall helemaal naar de achtergrond verdwenen, haar nieuwe nummers krijgen nauwelijks airplay en haar laatste verschijning op een Belgisch podium dateert al van 2011 jammer want de live reputatie van deze dame is echt wel goed. Om haar nieuw album “WAX” te promoten speelde ze eindelijk nog eens in België, voor de eerste maal in Het Depot te Leuven.
Toni Basil’s “Oh Mickey” schalt door de boxen wanneer KT Tunstall en haar all-female band het podium opkomen met een scheurend gitaargeluid wordt “In This Body” ingezet, stevig openen met een rocksong om onmiddellijk daarna naar de akoestische gitaar te grijpen, de zaal te verlichten met smartphonelichtjes en de hit “Other Side Of The Word” te spelen, gedurfd maar het publiek is helemaal mee. Dat KT Tunstall haar publiek weet te entertainen is duidelijk, steeds grappig, relativerend en positief. Haar kenmerkende stem, sterk en een beetje schor, geven de catchy songs net dat ietsje meer. Met haar humoristische charme weet ze de nummers mooi te duiden door het vertellen van anekdotes. Tijdens een reis naar Groenland kwam ze terecht in het dorpje Uummannaq, zo mooi dat ze er wel wou wonen, uiteindelijk heeft ze wel warmer oorden opgezocht om te wonen, ze heeft er wel een nummer over geschreven “Uummannaq Song”. Niet alleen de Schotse zangeres staat ‘in the picture’, opvallend is ook het spelplezier van de band, ze zijn niet zomaar een begeleidingsband ze worden echt betrokken bij de show.
‘Jobbie’ is blijkbaar het woord voor ‘shit’ in het schots, als je een zee van ‘jobbie’ voor je hebt daar gaat het nummer ‘Feel It All’ over. Eén van de nummers die ze zonder band brengt alleen met haar akoestische gitaar zoals ze het gewend was in haar beginjaren. Voor het volgend nummer wordt er een artificieel kampvuur op het podium geplaatst want het nummer ‘Heal Over’ is een echt kampvuurnummer met zijn vijven brengen ze een erg mooie akoestische versie van dit nummer. Van haar hit “Black Horse and The Cherry Tree” krijgen we een versie zoals het nummer origineel door haar gespeeld werd, een one woman show, akoestische gitaar, de begeleiding opbouwen door middel van een looping pedaal, een Bo Diddley beat en vertrokken zijn we. Tijd voor verveling is er niet, “The Night That Bowie Died” is natuurlijk een ode aan haar muzikale inspiratie David Bowie, en na nog enkele nummers van haar laatste album “Dark Side Of Me” en “The Mountain” gespeeld te hebben mag “Saving My Face” onder luid applaus van het publiek het optreden afsluiten.
Tijdens het bissen werd er nog stevig gerockt op “Push That Knot Away” en op een coverversie van Belinda Carlisle’s “Heaven Is A Place On Earth”. Afsluiten met het stevig meegezongen “Suddenly I See” was een evidentie, maar toen al was het concert meer als geslaagd.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
The Kooks @ Lotto Arena, Antwerpen 28/03/2019
In
https://thekooks.com/
@thekooksofficial
www.thekooks.com!
In 2005 kwam de Britse band The Kooks op de proppen met hun debuutalbum “Inside In/Inside Out”. Het album lanceerde hen meteen als één van de meest succesvolle Britpop bands. Een smeltkroes van verschillende muzikale invloeden die ze vooral haalden bij andere succesvolle Britse bands zoals The Libertines, The Police en zeker ook The Who. Ook het popgeluid van de jaren zestig had een invloed op hun muziek denk maar aan hun succesvolle single “She Moves In Her Own Way”.
De band werd opgericht in Brighton door Luke Pritchard (vocals, rythm gitaar), Hugh Harris (Lead guitar, keyboards), Max Rafferty (bass) en Paul Garred (drums) In 2008 werd Rafferty vervangen door Peter Denton als bassist en in 2012 werd Alexis Nunez de vaste drummer. Blijkbaar zijn er recent wat problemen met bassist Peter Denton want deze werd eind vorig jaar, tijdens het Amerikaanse luik van deze tour, vervangen door Peter Randall wegens onvoorziene omstandigheden. Op de opvolger “Konk” (2008) laten The Kooks een steviger rockgeluid horen, het album bevestigt het succes van de band, de single “Always Where I Need To Be” wordt zowaar hun meest verkochte tot op heden. Enkele albums later “Junk Of The Heart” (2011) en “Listen” (2014) was het voor de band tijd om even terug te blikken. Met een “The Best … So Far” album en een gelijknamige wereldtour nam men afscheid van de eerste decade van de band. In 2018 verscheen hun nieuweling “Let’s Go Sunshine”, zoals de titel al doet vermoeden een vrolijk, hoopvol album met erg meezingbare nummers die productioneel veel meer georkestreerd en gelagerd zijn, daardoor ook een pop gevoel hebben. Een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van de band.
De nummers van The Kooks slaan bij een breed publiek aan, live zijn ze graag geziene gasten die voor volle zalen zorgen, zeker ook in België, één van de landen waar hun carrière steeds succesrijk was. Ditmaal was de Lotto Arena te Antwerpen de place to be voor het zoveelste live gebeuren van de band in België, niet uitverkocht maar meer dan genoeg publiek om een feestje te bouwen. De band opende stevig met hun hit “Always Where I Need To Be” en al snel staat het binnenplein mee te swingen en te kelen op “She Moves In Her Own Way”. Luke Pritchard weet zijn publiek te bekoren, zonder gitaar draaft hij het hele podium rond, zijn ‘body work-out’ van de week. Meezingen met de nieuwe nummers “Four Leaf Clover” en “All The Time” mag geen probleem zijn, daar zijn deze arena-anthems voor geschreven.
Als de charismatische frontman achter zijn piano kruipt en zonder band “See Me Now” speelt flitsen de lichtjes op het binnenplein aan. Een herwerkte versie van “Weight Of The World” en het disco-achtige “Westwind” brengen een beetje een dip in het optreden. Hun catalogus bevat betere pareltjes om live te brengen. Hun eerste album blijkt nog altijd de belangrijkste leverancier te zijn, liefst zeven nummers van dit album halen de setlist. Het rockertje “Pamela” uit het nieuwe album vuurt het publiek terug aan, en de ouwetjes “Bad Habit” en “Do You Wanna” laten horen dat The Kooks nog steeds bekwame indie-rockers zijn. In zijn beste Nederlands ‘dank u wel’ en ‘we love you’ wordt de afsluiter van de avond “Junk Of The Heart” (Happy) ingezet, waarbij de handjes nogmaals talrijk de hoogte ingaan en de stembanden geforceerd worden ‘I Wanna make you happy, I wanna make you feel alive’ een positieve boodschap om te eindigen. Deze boodschap wordt trouwens doorgetrokken met hen nummer “No Pressure” tijdens de encores, ’We’re having a good time, no pressure’. En ja natuurlijk wordt “Naive” nog gespeeld, zouden ze dat ooit niet gespeeld hebben tijdens een optreden?
The Kooks blijven één van de betere Britpop bands van het moment die over de nodige hits beschikken om een liveoptreden steeds leuk te maken.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Vintage Trouble @ De Casino Sint-Niklaas 18/03/2019
In het hedendaags muziekwereldje heeft Vintage Trouble zich kunnen onderscheiden door hun muzikale aanpak, een mix van soul, blues en R&B overgoten met echte rock and roll. Hun debuutalbum “The Bomb Shelter Sessions” (2011) bevat al deze stijlen, invloeden van Led Zeppelin, Otis Redding en Chuck Berry, een combinatie die live nog sterker uit de verf komt. Daar is zeker zanger Ty Taylor verantwoordelijk voor, met zijn James Brown achtige dansbewegingen en zijn stem die zowel een stevige rocker als een tedere soulballad aankan is hij de ideale frontman. Gitarist Nalle Colt, bassist Rick Bario Dill en drummer Richard Danielson vervolledigen de band.
Door in het voorprogramma van grote namen te spelen o.a. Bon Jovi, The Who, The Rolling Stones en AC/DC krijgt de groep zowel in thuisland Amerika als in Europa naambekendheid. In 2015 komt hun tweede volwaardig album uit “1. Hopeful Rd.” geproducet door Don Was, wederom een sterk album met de bekende ingrediënten van scheurende rock and roll tot ingetogen soul. Wederom worden er enorm veel live shows gegeven en alhoewel de bands fan basis gestadig groeit blijft de grote doorbraak uit. In 2017 besluit men nieuwe nummers te gaan schrijven op de Kaaimaneilanden, met producer Jeeve (Bruno Mars, Santana) achter de knoppen. De nummers worden niet ‘live’ op genomen zoals op de vorige albums, maar men experimenteert door elk instrument apart op te nemen met toevoeging van de moderne technologie. Het resulteert in een meer modern pop en R&B-geluid heel ‘clean’ opgenomen, iets waar sommige fans van de eerste albums het zeker moeilijk zullen bij hebben. Een gedurfde verandering die onder de vorm van een EP “Chapter II EP I” met daarop vijf nieuwe nummers in 2018 uitkomt. Of deze nieuwe muzikale koers invloed heeft op hun toch gereputeerde live shows konden we in de Casino te Sint-Niklaas gaan bekijken.
Aftrappen deed men verassend met het rustige “Nobody Told Me” van het debuutalbum waarna men al snel een paar versnellingen hoger schakelde met “Knock Me Out”, een nummer waarbij frontman Ty Taylor zijn James Brown moves kon demonstreren. “We came to party with you, with all of you”, en ja hoor hij betrekt de volledige zaal bij het optreden. Bij vrijwel elk nummer zorgt hij voor wat entertainment hij stormt naar het midden van de zaal of naar het balkon, danst met de vrouwelijke schoonheden en surft even terug naar het podium. Op gebied van entertainment zat het wel snor.
Muzikaal probeert men de nieuwe nummers een plaats te geven in hun setlist dat lukt aardig omdat men uit de overige albums ook voor de meer ‘commerciële’ nummers kiest. Nummers als “Another Man’s Words” en “Doin’ What You Were Doin’” kan je lekker mee neuriën maar halen wel de pit uit het optreden. Nieuwe nummers zoals “Do Me Right” en “Can’t Stop Rollin’” zijn zeker niet slecht maar zijn ook niet van het gehalte om de populariteit van de band omhoog te halen. Het tempo gaat de hoogte in bij “Run Like The River” en “Run Outta You” beiden opgesmukt met knap gitaarspel van gitarist Nalle Colt. Het publiek vond het allemaal wel leuk, een optreden waarbij de artiest zich bereikbaar opstelt voor de fans en waarbij deze zich amuseren met het dansen en meezingen van de nummers. “Strike Your Light” is een onmisbaar nummer in de setlist van Vintage Trouble, vol energie en pit staat het in schril contrast met het nieuwer werk, een afsluiter van formaat.
Een toegift zit er ook nog in, al is het maar één nummer, “Blues Hand Me Down”, met een knappe openingsriff krijgen we nog wat stevige blues rock voorgeschoteld. Vintage Trouble weet zijn muziek wel te verkopen, veel entertainment voor het publiek, muzikaal zullen ze echter moeten opletten dat ze geen ‘popgroepje’ worden, wat meer rock and roll grit volgende keer aub.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
.
Malford Milligan & The Southern Aces@De Nieuwe Nor, Heerlen
Triggerfinger@ De Roma, Antwerpen 15/02/2019
Razorlight@ Ancienne Belgique, Brussel 04/02/2019
John Corabi@ De Bosuil, Weert 30/01/2019
John Corabi is al langer dan 30 jaar actief al zanger/gitarist in het wereldje van de classic hardrock en metal, al dertig jaar is hij zoals hij het zelf zegt “on a Hooligan’s Holiday”.
Gezegend met een stem waar menige rockzangers jaloers op zijn brengt hij in 1991 met zijn band The Scream het album “Let It Scream” uit, het album krijgt redelijk wat radio airplay en er ligt een beloftevolle carrière voor de band in het vooruitzicht. Doch in 1992 wordt Vince Neil, zanger van de destijds in de VS immens populaire band Motley Crue, uit de band gezet, en John Corabi wordt gevraagd als vervanger. Deze (financiële) kans laat hij zich niet ontglippen en vier jaar lang zal hij lid blijven van de band. Samen maken ze het album “Motley Crue”, een album met een ruigere sound en langere nummers dan voorheen, kwalitatief zeker een goed album maar het publiek lustte het niet met als gevolg slecht verkoopcijfers en de exit van Corabi als frontman.
Na dit avontuur met Motley Crue richtte hij 1998 met ex-Kiss gitarist Bruce Kulick de band “The Union” op. In 1999 werd hij ook lid van ESP een project van Kiss drummer Eric Singer, een band die voornamelijk nummers covert. Alhoewel John Corabi een geweldige zanger is wordt hij begin 2000 ingelijfd bij de incarnatie van de band “RATT” als gitarist. In de volgende jaren verdeelt hij zijn tijd met het liveoptreden met RATT, The Union en ESP. In 2012 brengt hij uiteindelijk een soloalbum uit “John Corabi Unplugged”, akoestische versies van nieuw en oud werk. In 2015 treedt hij toe tot de Amerikaans-Australische formatie “The Dead Daisies”, met deze band maakte hij tot nu toe drie succesvolle albums en een live album. Vorig jaar kwam hij met het live album “Live 94, One Night In Nashville” op de proppen, een live uitvoering met zijn eigen solo band van het Motley Crue album uit 1994. Buiten het toeren en opnames maken met The Dead Daisies, speelt hij nog met zijn solo band en geeft hij sporadisch nog akoestische optredens waaronder dit in De Bosuil in Weert.
Eén gitaar, één stem, de verhalen en de humor van John Corabi, meer is er niet nodig om een leuke winteravond te beleven. Openen doet de man met het openingsnummer van het unplugged album, Love (I Don’t Need It Anymore). Als een volleerd entertainer weet hij zijn publiek niet alleen te boeien met zijn liedjes, maar ook met zijn verhaaltjes weet hij ons aandachtig te houden. “I Never Get To Say Goodbeye” is een nummer dat hij schreef naar aanleiding van de moord op zijn manager en zijn vriend door een “gek met een wapen”, dus neem altijd afscheid van je dierbaren voor je vertrekt, je weet nooit wat er gebeurt. “Father, Mother, Son” is een nummer dat hij schreef voor het eerste album van de band The Scream, handelend over een zoon die door een overdosis drugs gestorven is, pakkende tekst, zorgzaam gespeeld door Corbari.
En zo heeft John Corabi voor elk nummer wel een verhaaltje klaar, meestal verteld met een humoristische inslag en daar de setlist nummers bevat uit heel zijn carrière krijgen we een mooie weerspiegeling van het leven als muzikant van John.
Als groot Aerosmith fan ontmoette hij zijn band onverwacht tijdens het opnemen van zijn enig Motley Crue album. Het was uiteindelijk Steven Tyler die het ijs moest breken tussen hen want John durfde zijn idolen niet zomaar aan te spreken. Tyler leerde hem Aerosmith ’s “Season Of Wither” op een juiste manier te spelen en sindsdien is het Corbari ’s favoriet Aerosmith nummer, wij krijgen allenzins een beklijvende versie te horen. Van zijn huidige band The Dead Daisies krijgen we “Dead And Gone” en “Something I Said” te horen.
Na de split met Motley Crue verloor hij niet alleen zijn aantrekkelijk loon maar ook zijn toenmalige vriendin verliet hem, ze had plot meer ruimte nodig voor haar carrière, het nummer “Robin’s Song”, een breakup nummer getuigt daarvan. “Lady Starluck” van David Bowie deed hem terugdenken aan zijn vader waarmee hij dikwijls in de clinch lag, de generatiekloof ten huize Corabi was destijds groot maar met het ouder worden werd de relatie stukken beter, als trotse vader hield hij alle magazines bij waar John in verscheen.
Voor de aanwezige Kiss fans had hij nog “Hard Luck Woman” in petto, en de singalong “Hooligan’s Holiday” uit de Motley Crue periode kreeg ook heel wat bijval. Afsluiten deed hij uiteindelijk met “Man In The Moon” uit het album “Let It Scream” (The Scream) een nummer dat destijds de nodige bijval kreeg en zodus de band op de kaart zette.
Twee uur en half hield Corabi ons bezig met zijn audio biografisch optreden zonder ons een minuut te vervelen, muzikaal waren vooral zijn stem en de gekozen nummers top, maar ook de manier waarop hij zijn verhalen resumeert is leuk, op een relaxte, spontane, eerlijke en humoristische manier weet hij het publiek te boeien.
Oh ja we kregen na die twee uur en half nog een toemaatje, John Corabi neemt spontaan terug zijn gitaar wanneer hij Dilana in het publiek opmerkt, een Zuid-Afrikaanse zangeres die sinds 1996 in Nederland verblijft, ze was speciaal naar De Bosuil afgezakt om haar vriend Corabi te zien spelen. Samen doen ze nog twee nummers, “Norwegian Wood” van de Beatles en “She Talks To Angels” van The Black Crowes, fijne toegift om deze avond af te sluiten.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Gezegend met een stem waar menige rockzangers jaloers op zijn brengt hij in 1991 met zijn band The Scream het album “Let It Scream” uit, het album krijgt redelijk wat radio airplay en er ligt een beloftevolle carrière voor de band in het vooruitzicht. Doch in 1992 wordt Vince Neil, zanger van de destijds in de VS immens populaire band Motley Crue, uit de band gezet, en John Corabi wordt gevraagd als vervanger. Deze (financiële) kans laat hij zich niet ontglippen en vier jaar lang zal hij lid blijven van de band. Samen maken ze het album “Motley Crue”, een album met een ruigere sound en langere nummers dan voorheen, kwalitatief zeker een goed album maar het publiek lustte het niet met als gevolg slecht verkoopcijfers en de exit van Corabi als frontman.
Na dit avontuur met Motley Crue richtte hij 1998 met ex-Kiss gitarist Bruce Kulick de band “The Union” op. In 1999 werd hij ook lid van ESP een project van Kiss drummer Eric Singer, een band die voornamelijk nummers covert. Alhoewel John Corabi een geweldige zanger is wordt hij begin 2000 ingelijfd bij de incarnatie van de band “RATT” als gitarist. In de volgende jaren verdeelt hij zijn tijd met het liveoptreden met RATT, The Union en ESP. In 2012 brengt hij uiteindelijk een soloalbum uit “John Corabi Unplugged”, akoestische versies van nieuw en oud werk. In 2015 treedt hij toe tot de Amerikaans-Australische formatie “The Dead Daisies”, met deze band maakte hij tot nu toe drie succesvolle albums en een live album. Vorig jaar kwam hij met het live album “Live 94, One Night In Nashville” op de proppen, een live uitvoering met zijn eigen solo band van het Motley Crue album uit 1994. Buiten het toeren en opnames maken met The Dead Daisies, speelt hij nog met zijn solo band en geeft hij sporadisch nog akoestische optredens waaronder dit in De Bosuil in Weert.
Eén gitaar, één stem, de verhalen en de humor van John Corabi, meer is er niet nodig om een leuke winteravond te beleven. Openen doet de man met het openingsnummer van het unplugged album, Love (I Don’t Need It Anymore). Als een volleerd entertainer weet hij zijn publiek niet alleen te boeien met zijn liedjes, maar ook met zijn verhaaltjes weet hij ons aandachtig te houden. “I Never Get To Say Goodbeye” is een nummer dat hij schreef naar aanleiding van de moord op zijn manager en zijn vriend door een “gek met een wapen”, dus neem altijd afscheid van je dierbaren voor je vertrekt, je weet nooit wat er gebeurt. “Father, Mother, Son” is een nummer dat hij schreef voor het eerste album van de band The Scream, handelend over een zoon die door een overdosis drugs gestorven is, pakkende tekst, zorgzaam gespeeld door Corbari.
En zo heeft John Corabi voor elk nummer wel een verhaaltje klaar, meestal verteld met een humoristische inslag en daar de setlist nummers bevat uit heel zijn carrière krijgen we een mooie weerspiegeling van het leven als muzikant van John.
Als groot Aerosmith fan ontmoette hij zijn band onverwacht tijdens het opnemen van zijn enig Motley Crue album. Het was uiteindelijk Steven Tyler die het ijs moest breken tussen hen want John durfde zijn idolen niet zomaar aan te spreken. Tyler leerde hem Aerosmith ’s “Season Of Wither” op een juiste manier te spelen en sindsdien is het Corbari ’s favoriet Aerosmith nummer, wij krijgen allenzins een beklijvende versie te horen. Van zijn huidige band The Dead Daisies krijgen we “Dead And Gone” en “Something I Said” te horen.
Na de split met Motley Crue verloor hij niet alleen zijn aantrekkelijk loon maar ook zijn toenmalige vriendin verliet hem, ze had plot meer ruimte nodig voor haar carrière, het nummer “Robin’s Song”, een breakup nummer getuigt daarvan. “Lady Starluck” van David Bowie deed hem terugdenken aan zijn vader waarmee hij dikwijls in de clinch lag, de generatiekloof ten huize Corabi was destijds groot maar met het ouder worden werd de relatie stukken beter, als trotse vader hield hij alle magazines bij waar John in verscheen.
Voor de aanwezige Kiss fans had hij nog “Hard Luck Woman” in petto, en de singalong “Hooligan’s Holiday” uit de Motley Crue periode kreeg ook heel wat bijval. Afsluiten deed hij uiteindelijk met “Man In The Moon” uit het album “Let It Scream” (The Scream) een nummer dat destijds de nodige bijval kreeg en zodus de band op de kaart zette.
Twee uur en half hield Corabi ons bezig met zijn audio biografisch optreden zonder ons een minuut te vervelen, muzikaal waren vooral zijn stem en de gekozen nummers top, maar ook de manier waarop hij zijn verhalen resumeert is leuk, op een relaxte, spontane, eerlijke en humoristische manier weet hij het publiek te boeien.
Oh ja we kregen na die twee uur en half nog een toemaatje, John Corabi neemt spontaan terug zijn gitaar wanneer hij Dilana in het publiek opmerkt, een Zuid-Afrikaanse zangeres die sinds 1996 in Nederland verblijft, ze was speciaal naar De Bosuil afgezakt om haar vriend Corabi te zien spelen. Samen doen ze nog twee nummers, “Norwegian Wood” van de Beatles en “She Talks To Angels” van The Black Crowes, fijne toegift om deze avond af te sluiten.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
am
Liam ò Maonlaí@Irish Pub Dubh-Linn, Wolfsdonk
Buffalo Tom@Depot, Leuven
Buffalo Tom is één van die bands die ons al meer dan 30 jaar trakteert op complexloze alternatieve rockmuziek. Bill Janovitz (zang, gitaar), Chris Colbourn (bas, zang) en Tom Maginnis (drums) debuteerden in 1988 met het album “Buffalo Tom”, geproducet door J Mascis van Dinosaur Jr., het geluid neigde ook erg naar die laatste band.
Het is met hun derde album “Let Me Come Over” (1992) dat de band met een eigen sound de bal aan het rollen bracht. Met gedreven rocknummers en prachtige ballads had Studio Brussel er indertijd een vette kluif aan, met de nodige radio airplay werd de band in België dan ook erg populair in de jaren 90. Verdere albums in dit decennia bevestigde het succes van de band “Big Red Letter Day” (1993), Sleepy Eyed (1995) en Smitten (1998), waarna het succes taande. Na een tiental jaren van inactiviteit keerde men terug met het album “Three Easy Pieces” (2007) waarna in 2011 “Skins” verscheen.
Bill Janovitz en Chris Colbourn zetten hun job als respectievelijk makelaar in onroerend goed en bookmaker ‘on hold’ om voor de 25e verjaardag van het album “Let Me Come Over” terug volop te toeren in de US en Europa. Eerder dit jaar brachten ze hun 11e album uit “Quiet & Peace” waarop ze nog steeds laten horen dat de band een talent heeft voor het schrijven van sterke melodische rocknummers met een scherpzinnige tekst. Het bracht de band eerder dit jaar al op het Cactusfestival in Brugge en nu is een uitverkocht Depot in Leuven aan de beurt.
Laten we het even in voetbaltermen zeggen, de eerste helft was niet erg hoogstaand, eerder rommelig. Al van bij het openingsnummer “Sodajerk”, horen we dat het geluid zeker niet goed zit, de band klinkt als een incoherent geheel en er wordt wat slordig gemusiceerd. Gelukkig genoeg herpakken ze zich en mogen we spreken van een leuke tweede helft. Met passie en plezier spelen dat is de bedoeling, Janovitz straalt die passie nog steeds uit alsof hij 30 jaar geleden met de band op het podium stond. Een groot zanger zal hij nooit worden, maar zijn zangstem is wel herkenbaar en emotioneel pakkend. Misschien kan hij zijn harmonica met staander de volgende keer maar beter thuislaten want het bezorgde hem meer last dan die paar noten die hij erop blies.
Bassist Colbourn mag het rustige “Late At Night” zingen, wat ook al geen hoogtepunt was, het is pas vanaf het energieke “Treehouse” dat er schwung in de zaak komt. Het publiek dat eerder passief toekeek komt wel los bij nummers als “Summer”, “Larry” en “I’m Allowed”, en plots klinkt de band wel als een bevlogen, catchy live band die hun reputatie waarmaakt. Ze spelen voor de fans dus men mag gerust een song aanvragen, “Enemy” is zo een’ fanrequest’. De band schakelt nog eens een versnelling hoger met het nummer “Tangerine”, meezingen, meespringen alles kan en mag. Eén van hun bekendste nummers “Tailight Fades” wordt met veel vuur en passie gezongen door Janovitz. De felheid en bevlogenheid zijn een van de kenmerken van deze heren uit Massachutes, Boston en na al die jaren hebben ze allenzins daar nog niet op ingeboet.
Van de bisnummers onthouden we vooral “Overtime” uit het nieuwste album, sterk nummer in een knappe uitvoering en afsluiter “Crutch” uit hun prachtig “Let Me Come Over “album. En voor diegenen die het nodige geduld hadden kwam de band nog eens een tweede maal terug om met het meeslepende “Wiser”, nog een fan aanvraag, de set te eindigen.
Jammer van het rommelige en slordige begin van het optreden, gelukkig genoeg kwam alles nog op zijn pootjes terecht waardoor we toch nog een leuk stukje ‘real rock and roll’ kregen.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
.
White Denim@Trix, Antwerpen 17/11/2018
Het is het laatste optreden van een uitgebreide Europese Tour dat de mannen van White Denim naar de Trix brengt. De band in een muziekcategorie vastpinnen is zowat onmogelijk, ze weten een geheel eigen geluid te creëren door rock & roll te verrijken met onder andere psychedelica, blues, soul en fusion rock elementen. Deze zomer brachten ze hun zesde album uit “Performance”, opvolger van het album “Stiff” dat met meer soulinvloeden en minder psychedelica tot nu toe, hun meest succesvolle album is. Opgenomen in hun nieuwe studio ‘Radio Milk’ met medewerking van drummer Conrad Choucrou en diverse mensen op de keyboards, zijn er ditmaal duidelijk meer glamrock invloeden van de jaren 70 aanwezig.
Gitarist-zanger James Petralli en bassist Steve Terebecki blijven de drijvende spil van de band. Ze richtten de band in 2005 op met drummer Josh Block. In 2010 kwam tweede gitarist Austin Jenkins de band versterken. Het in 2013 verschenen “Corsicana Lemonade” werd hun eerste album dat in de hitlijsten belandde. In 2015 verlieten Block en Jenkins de band om met Leon Bridges te gaan toeren wat allicht financieel lucratiever was. Het duo Petralli/Terebecki producete trouwens het album “Gracias Señor” van The Sore Losers.
Bovenal is White Denim natuurlijk een live band, Petralli en Terebecki spelen met een nieuwe bezetting hun “Performance Tour”, achter de drums zit Greg Clifford en de toetsenvirtuoos Michael Hunter slaagt er in het gitaarwerk van Petralli knap te verrijken.
Het openingsnummer “Real Deal Momma” is een mooi voorbeeld van het geluid van de band, 50”s rock & roll nummer opgesmukt met het gitaarwerk van Petralli. Het tempo van het optreden ligt hoog, vele songs worden naadloos achter elkaar gespeeld zoals alleen een goeie live band dat kan. Petralli gaat helemaal op in zijn gitaarsolo’s dat bewijzen zijn vele grimassen die hij trekt tijdens het musiceren maar ook de rest van de band kent geen rustpunt. De soul van “Had2Know”, de pop van “Performance” of “Backseat Driver” dat aan Stevie Wonder doet denken, de band tracht hun muziek niet eentonig te houden en of dat lukt. Met “Place To Start” wordt er even gas teruggenomen, een nummer met een Steely Dan gevoel waarbij Michael Hunter zich helemaal mag uitleven op de toetsen. En het publiek genoot meer en meer het is dan ook niet elke dag dat men een dergelijke virtuoze band live aan het werk ziet.
“Sky Beaming” van het laatste album is een nummer dat bassist Terebecki schreef en bevat wel wat jazzrock à la Weather Report, buiten een straffe bassist is hij dus ook een fijn songwriter. Ondanks de soms lange solo’s blijft het optreden boeiend, het instrumentale “At The Farm” bevat een mooie portie Southern rock, de band is niet voor niets afkomstig van Austin, Texas. “It Might Get Dark” en “Magazin” zijn nog twee leuke nummers uit “Performance” waarbij het geluid van de glamrock van T-Rex niet ver weg is, nummers die fel contrasteren met de fusionrock en psychedelische kant van de band maar dat maakt hen juist aantrekkelijk.
Het einde van de set wordt ingeleid door “Fine Slime” een nummer dat aan Prince doet denken en uiteindelijk na 24 nummers sluit men het optreden en de toer af met “Pretty Green”. White Denim blijft ons album na album verrassen, steeds creatief vernieuwend met een vanzelfsprekende virtuositeit, live ‘a must have seen’.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Gitarist-zanger James Petralli en bassist Steve Terebecki blijven de drijvende spil van de band. Ze richtten de band in 2005 op met drummer Josh Block. In 2010 kwam tweede gitarist Austin Jenkins de band versterken. Het in 2013 verschenen “Corsicana Lemonade” werd hun eerste album dat in de hitlijsten belandde. In 2015 verlieten Block en Jenkins de band om met Leon Bridges te gaan toeren wat allicht financieel lucratiever was. Het duo Petralli/Terebecki producete trouwens het album “Gracias Señor” van The Sore Losers.
Bovenal is White Denim natuurlijk een live band, Petralli en Terebecki spelen met een nieuwe bezetting hun “Performance Tour”, achter de drums zit Greg Clifford en de toetsenvirtuoos Michael Hunter slaagt er in het gitaarwerk van Petralli knap te verrijken.
Het openingsnummer “Real Deal Momma” is een mooi voorbeeld van het geluid van de band, 50”s rock & roll nummer opgesmukt met het gitaarwerk van Petralli. Het tempo van het optreden ligt hoog, vele songs worden naadloos achter elkaar gespeeld zoals alleen een goeie live band dat kan. Petralli gaat helemaal op in zijn gitaarsolo’s dat bewijzen zijn vele grimassen die hij trekt tijdens het musiceren maar ook de rest van de band kent geen rustpunt. De soul van “Had2Know”, de pop van “Performance” of “Backseat Driver” dat aan Stevie Wonder doet denken, de band tracht hun muziek niet eentonig te houden en of dat lukt. Met “Place To Start” wordt er even gas teruggenomen, een nummer met een Steely Dan gevoel waarbij Michael Hunter zich helemaal mag uitleven op de toetsen. En het publiek genoot meer en meer het is dan ook niet elke dag dat men een dergelijke virtuoze band live aan het werk ziet.
“Sky Beaming” van het laatste album is een nummer dat bassist Terebecki schreef en bevat wel wat jazzrock à la Weather Report, buiten een straffe bassist is hij dus ook een fijn songwriter. Ondanks de soms lange solo’s blijft het optreden boeiend, het instrumentale “At The Farm” bevat een mooie portie Southern rock, de band is niet voor niets afkomstig van Austin, Texas. “It Might Get Dark” en “Magazin” zijn nog twee leuke nummers uit “Performance” waarbij het geluid van de glamrock van T-Rex niet ver weg is, nummers die fel contrasteren met de fusionrock en psychedelische kant van de band maar dat maakt hen juist aantrekkelijk.
Het einde van de set wordt ingeleid door “Fine Slime” een nummer dat aan Prince doet denken en uiteindelijk na 24 nummers sluit men het optreden en de toer af met “Pretty Green”. White Denim blijft ons album na album verrassen, steeds creatief vernieuwend met een vanzelfsprekende virtuositeit, live ‘a must have seen’.
Luc Nuyts
Foto's © Sonja Schepers
Nothing But Thieves@AB, Brussel14/11/2018
NOTHING BUT THIEVES @ ANCIENNE BELGIQUE, BRUSSEL 14/11/2018
http://nothingbutthieves.com/ https://www.facebook.com/NothingButThieves/
Vijf jonge kerels die vanuit de plaatselijke muziekscene van Southend- on-Sea, een stadje ten zuiden van Londen, de wereld willen veroveren met hun eigen muziek blijken goed op weg om hun jongensdroom waar te maken. Sinds 2012 zijn deze jonge bandieten onder de bandnaam Nothing But Thieves actief, muzikaal brengen ze een portie stevige alternatieve rock met zanger Conor Mason in de hoofdrol. In 2013 brachten ze een eerste EP uit “If You Don’t Believe” met daarop de debuutsingle “Itch” die in Groot-Brittannië heel wat airplay kreeg. Na in 2014 de EP “Graveyard Whistling” uitgebracht te hebben komt men in 2015 met hun debuutalbum “Nothing But Thieves” op de proppen, een instant succes. Daarmee kreeg de band de kans om de voorprogramma’s van topbands als Muse en Arcade Fire te spelen en zo hun schare fans stelselmatig te zien groeien. Na zowat heel de wereld afgereisd te hebben komt in 2017 de opvolger “Broken Machine” uit, producer van dienst was Mick Crossey (Foals, Artic Monkeys), en die maakte er een gave stadionrockplaat van. Je moet het hen nageven ze proberen telkens elk nummer origineel te benaderen om zo een eigen identiteit aan hun muziek te geven. Songs schrijven en toeren zo ziet het leven van een hardwerkende rockband eruit. De “Broken Bone Machine” brengt hen voor de vierde maal op korte tijd naar België, eind vorig jaar nog in de Botanique, in januari speelde ze voor een uitverkochte Trix, in de zomer op de weide van Pukkelpop en nu voor weeral een uitverkochte AB, het gaat hard voor de band.
Als dieven in de nacht komen de bandleden het podium op en onder een verblindend flitslicht zetten drummer James Price Conor en de bas van Philip Blake de intro van “I Was Just A Kid” in, gitaristen Joe Langridge-Brown en Dominic Craik zorgen voor een flitsende riff waarna frontman/zanger Mason zijn stem opwarmt voor het komende anderhalf uur. Het is al onmiddellijk duidelijk dat de band weinig moeite zal hebben om de zaal in vuur en vlam te zetten. “Wake Up Call” is een erg meezingbaar popgevoelig nummer en ook de relaxte melodie van “Broken Machine” laat horen dat Nothing But Thieves hun nummers zorgvuldig creëert, rockmuziek geschikt om een breed publiek aan te
trekken. Muziek die dan wel perfect gespeeld wordt en met het, soms melancholisch, soms stevig stemgeluid van Conor Mason een unieke sound aan de band geeft. Tussen het vele toeren in wist men dit jaar nog een EP in elkaar te knutselen, “What Did You Think When You Made Me This Way? “, “Take This lonely Heart” is een nummer uit die EP met een typische opbouw, rustig begin opbouwend naar een pakkend refrein. Na het rustpunt “Soda” gaat men er lekker stevig tegenaan, bij “I’m Not Made For Design” wisten sommigen met hun energie geen blijf en was de moshpit de enigste oplossing, een gedreven band met een gedreven publiek, ideaal. “Live Like Animals” doet er nog een schep bovenop met die opjagende gitaarriff. “Particles” werd gespeeld in de pianoversie, het gunt de zanger wat rust met een lange muzikale outro. “If I Get High” is een fijne hedendaagse rockballad die lekker meezingt, wat dan ook massaal gedaan wordt. “Forever And Ever More” is nog een nummer uit hun nieuwe EP, een blijvertje me dunkt, stevige gitaarriff pakkende melodielijn, uitzinnig publiek. Na het radiovriendelijke “Sorry” verlaat de band weer als dieven in de nacht het podium, ja het publiek was beter zichtbaar dan de band op de planken, een beetje spijtig.
“Afterlife” en “Itch” waren de eerste twee bisnummers, ze dienden natuurlijk als opwarmertjes voor hun meganummer “Amsterdam”, een nummer om mee te kelen en of dat gebeurde!!! Het is duidelijk dat de band op het punt staat weer een sprong voorwaarts te maken, een set van sterke nummers die het publiek van begin tot einde meeneemt!
Luc Nuyts
.
http://nothingbutthieves.com/ https://www.facebook.com/NothingButThieves/
Vijf jonge kerels die vanuit de plaatselijke muziekscene van Southend- on-Sea, een stadje ten zuiden van Londen, de wereld willen veroveren met hun eigen muziek blijken goed op weg om hun jongensdroom waar te maken. Sinds 2012 zijn deze jonge bandieten onder de bandnaam Nothing But Thieves actief, muzikaal brengen ze een portie stevige alternatieve rock met zanger Conor Mason in de hoofdrol. In 2013 brachten ze een eerste EP uit “If You Don’t Believe” met daarop de debuutsingle “Itch” die in Groot-Brittannië heel wat airplay kreeg. Na in 2014 de EP “Graveyard Whistling” uitgebracht te hebben komt men in 2015 met hun debuutalbum “Nothing But Thieves” op de proppen, een instant succes. Daarmee kreeg de band de kans om de voorprogramma’s van topbands als Muse en Arcade Fire te spelen en zo hun schare fans stelselmatig te zien groeien. Na zowat heel de wereld afgereisd te hebben komt in 2017 de opvolger “Broken Machine” uit, producer van dienst was Mick Crossey (Foals, Artic Monkeys), en die maakte er een gave stadionrockplaat van. Je moet het hen nageven ze proberen telkens elk nummer origineel te benaderen om zo een eigen identiteit aan hun muziek te geven. Songs schrijven en toeren zo ziet het leven van een hardwerkende rockband eruit. De “Broken Bone Machine” brengt hen voor de vierde maal op korte tijd naar België, eind vorig jaar nog in de Botanique, in januari speelde ze voor een uitverkochte Trix, in de zomer op de weide van Pukkelpop en nu voor weeral een uitverkochte AB, het gaat hard voor de band.
Als dieven in de nacht komen de bandleden het podium op en onder een verblindend flitslicht zetten drummer James Price Conor en de bas van Philip Blake de intro van “I Was Just A Kid” in, gitaristen Joe Langridge-Brown en Dominic Craik zorgen voor een flitsende riff waarna frontman/zanger Mason zijn stem opwarmt voor het komende anderhalf uur. Het is al onmiddellijk duidelijk dat de band weinig moeite zal hebben om de zaal in vuur en vlam te zetten. “Wake Up Call” is een erg meezingbaar popgevoelig nummer en ook de relaxte melodie van “Broken Machine” laat horen dat Nothing But Thieves hun nummers zorgvuldig creëert, rockmuziek geschikt om een breed publiek aan te
trekken. Muziek die dan wel perfect gespeeld wordt en met het, soms melancholisch, soms stevig stemgeluid van Conor Mason een unieke sound aan de band geeft. Tussen het vele toeren in wist men dit jaar nog een EP in elkaar te knutselen, “What Did You Think When You Made Me This Way? “, “Take This lonely Heart” is een nummer uit die EP met een typische opbouw, rustig begin opbouwend naar een pakkend refrein. Na het rustpunt “Soda” gaat men er lekker stevig tegenaan, bij “I’m Not Made For Design” wisten sommigen met hun energie geen blijf en was de moshpit de enigste oplossing, een gedreven band met een gedreven publiek, ideaal. “Live Like Animals” doet er nog een schep bovenop met die opjagende gitaarriff. “Particles” werd gespeeld in de pianoversie, het gunt de zanger wat rust met een lange muzikale outro. “If I Get High” is een fijne hedendaagse rockballad die lekker meezingt, wat dan ook massaal gedaan wordt. “Forever And Ever More” is nog een nummer uit hun nieuwe EP, een blijvertje me dunkt, stevige gitaarriff pakkende melodielijn, uitzinnig publiek. Na het radiovriendelijke “Sorry” verlaat de band weer als dieven in de nacht het podium, ja het publiek was beter zichtbaar dan de band op de planken, een beetje spijtig.
“Afterlife” en “Itch” waren de eerste twee bisnummers, ze dienden natuurlijk als opwarmertjes voor hun meganummer “Amsterdam”, een nummer om mee te kelen en of dat gebeurde!!! Het is duidelijk dat de band op het punt staat weer een sprong voorwaarts te maken, een set van sterke nummers die het publiek van begin tot einde meeneemt!
Luc Nuyts
.
Curtis Harding@De Roma, Antwerpen 11/11/2018
CURTIS HARDING @ DE ROMA, ANTWERPEN 11/11/2018
http://curtisharding.com https://www.facebook.com/CurtisHarding
Heb je ooit al eens gehoord van de term “slop ‘n’ soul”, allicht niet, het is de term waarmee Curtis Harding zijn muzikale mix van soul, gospel, R&B, blues en rock omschrijft. Hij bekijkt soul als een levensstijl, niet verwonderlijk als je weet dat hij zijn muzikale carrière startte in de hiphop scene. Inmiddels heeft de 39-jarige Amerikaan twee albums op zijn naam zijn staan. Zijn debuutalbum “Soul Power” kwam in 2014 uit, een album dat heel enthousiast ontvangen werd. De soul van de jaren ’60 en ’70 nieuw leven inblazen door toevoeging van andere muzikale stijlen en dit alles gezongen met de warme flexibele soulstem van Harding. Verleden jaar kwam opvolger “Face Your Fear” uit, met Danger Mouse in de producersstoel en Sam Cohen als co-songschrijver is dit weer een fijn album waarop hij zijn neo soul verrijkt met psychedelica.
Het nieuwe album bracht hem verleden jaar al in de Botanique en dit jaar stond hij op Rock Werchter en nu dus in De Roma, live spelen is de beste promotie voor menig artiest. Met een kort “Bonsoir”, hij waande zich blijkbaar nog in Brussel, staken de sax en leadgitaar een licht psychedelische vuurtje in de intro van “The Drive” een nummer van zijn debuutalbum. Curtis met een grote glitterzonnebril op zijn snoet, denk aan Elton John of Lenny Kravitz, heeft zeker de uitstraling van een rasartiest. Ook in het volgend nummer “Go As You Are” speelt de band met effectjes waardoor je een soort psychedelische soul krijgt. Met de nummers “Next Time” en “On and On” krijgen we een meer klassieke soulgevoel. Alhoewel het allemaal wel leuk klinkt, sterke nummers uit zijn twee albums, weet hij toch geen connectie te krijgen met zijn publiek, er wordt wat geschuifeld maar echt dansen nee zover krijgt hij het niet. Wanneer hij even zijn gitaar terzijde laat doet hij zelf een schuchtere poging om enkele dance moves te tonen in “Till The End” maar de vonk slaagt niet over. Ook klinkt zijn falsetstem niet altijd even sterk in nummers als “Face Your Fear” en “Ghost Of You”. De finale mag er best wezen, “Keep On Shining” is een nummer waarvan je denkt ok nu gaat het gebeuren en het publiek wil wel maar voor Harding hoeft het even niet. “Wednesday Morning Atonement”, openingsnummer van het nieuwe album en meegeschreven door Danger Mouse, laat een knappeband horen met fijn gitaar en syntheziserspel waarop aansluitend afsluiter “Need Your Love” volgt, op en top soulnummer dat de zaal toch een beetje in beweging krijgt. Ook de bisnummers worden een beetje routineus afgewerkt, “Beautiful People” een rustige mijmering over de samenleving, “Drive My Car” dat sterk aan de Black Keys doet denken stuwend ritme met rauw gitaargeluid, en tenslotte “As I Am”, zonder viooltjes zoals op het album straalt het nummer toch klasse uit. Als de band de outro van het nummer blijft spelen verlaat Curtis het podium, ‘peace to you all”, het is tenslotte vandaag de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog, ook de bandleden verlaten enkele minuten later het front met het V-teken.
Spijtig genoeg werd er vandaag wat teveel op automatische piloot gespeeld, het gevaar van te lang éénzelfde show te spelen met steeds dezelfde setlist waardoor de bezieling wat zoek is, de vonk sloeg niet echt over, misschien krijgen we volgende keer een echt soulfeestje van deze toch wel getalenteerde neo soulman.
Luc Nuyts
http://curtisharding.com https://www.facebook.com/CurtisHarding
Heb je ooit al eens gehoord van de term “slop ‘n’ soul”, allicht niet, het is de term waarmee Curtis Harding zijn muzikale mix van soul, gospel, R&B, blues en rock omschrijft. Hij bekijkt soul als een levensstijl, niet verwonderlijk als je weet dat hij zijn muzikale carrière startte in de hiphop scene. Inmiddels heeft de 39-jarige Amerikaan twee albums op zijn naam zijn staan. Zijn debuutalbum “Soul Power” kwam in 2014 uit, een album dat heel enthousiast ontvangen werd. De soul van de jaren ’60 en ’70 nieuw leven inblazen door toevoeging van andere muzikale stijlen en dit alles gezongen met de warme flexibele soulstem van Harding. Verleden jaar kwam opvolger “Face Your Fear” uit, met Danger Mouse in de producersstoel en Sam Cohen als co-songschrijver is dit weer een fijn album waarop hij zijn neo soul verrijkt met psychedelica.
Het nieuwe album bracht hem verleden jaar al in de Botanique en dit jaar stond hij op Rock Werchter en nu dus in De Roma, live spelen is de beste promotie voor menig artiest. Met een kort “Bonsoir”, hij waande zich blijkbaar nog in Brussel, staken de sax en leadgitaar een licht psychedelische vuurtje in de intro van “The Drive” een nummer van zijn debuutalbum. Curtis met een grote glitterzonnebril op zijn snoet, denk aan Elton John of Lenny Kravitz, heeft zeker de uitstraling van een rasartiest. Ook in het volgend nummer “Go As You Are” speelt de band met effectjes waardoor je een soort psychedelische soul krijgt. Met de nummers “Next Time” en “On and On” krijgen we een meer klassieke soulgevoel. Alhoewel het allemaal wel leuk klinkt, sterke nummers uit zijn twee albums, weet hij toch geen connectie te krijgen met zijn publiek, er wordt wat geschuifeld maar echt dansen nee zover krijgt hij het niet. Wanneer hij even zijn gitaar terzijde laat doet hij zelf een schuchtere poging om enkele dance moves te tonen in “Till The End” maar de vonk slaagt niet over. Ook klinkt zijn falsetstem niet altijd even sterk in nummers als “Face Your Fear” en “Ghost Of You”. De finale mag er best wezen, “Keep On Shining” is een nummer waarvan je denkt ok nu gaat het gebeuren en het publiek wil wel maar voor Harding hoeft het even niet. “Wednesday Morning Atonement”, openingsnummer van het nieuwe album en meegeschreven door Danger Mouse, laat een knappeband horen met fijn gitaar en syntheziserspel waarop aansluitend afsluiter “Need Your Love” volgt, op en top soulnummer dat de zaal toch een beetje in beweging krijgt. Ook de bisnummers worden een beetje routineus afgewerkt, “Beautiful People” een rustige mijmering over de samenleving, “Drive My Car” dat sterk aan de Black Keys doet denken stuwend ritme met rauw gitaargeluid, en tenslotte “As I Am”, zonder viooltjes zoals op het album straalt het nummer toch klasse uit. Als de band de outro van het nummer blijft spelen verlaat Curtis het podium, ‘peace to you all”, het is tenslotte vandaag de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog, ook de bandleden verlaten enkele minuten later het front met het V-teken.
Spijtig genoeg werd er vandaag wat teveel op automatische piloot gespeeld, het gevaar van te lang éénzelfde show te spelen met steeds dezelfde setlist waardoor de bezieling wat zoek is, de vonk sloeg niet echt over, misschien krijgen we volgende keer een echt soulfeestje van deze toch wel getalenteerde neo soulman.
Luc Nuyts
State Champs @ Muziekodroom, Hasselt03/11/2018
George Ezra @ Lotto Arena 31/10/20188
GEORGE EZRA @ LOTTO ARENA, ANTWERPEN 31/10/2018
http://georgeezra.com/ https://www.facebook.com/GeorgeEzra/
Amper 25 jaar en de Brit George Ezra Barnett kan al terugblikken op een meer dan succesvolle carrière. Zijn hit “Budapest” verkocht meer dan 4 miljoen exemplaren wereldwijd. Oorspronkelijk is het nummer afkomstig van zijn EP “Did You Hear The Rain” (2013) en was voor promotie zelfs tijdelijk beschikbaar als gratis download. In Italië krijgt het ruime airplay op de radio waarna de rest van Europa volgt. Natuurlijk kwam het nummer ook op zijn debuutalbum “Wanted On Voyage” (2014) waardoor het album een al even groot succes kende.
Om het succes van zijn debuutalbum te consolideren kwam hij dit jaar met het gloednieuwe “Staying At Tamara’s” op de proppen. Veel werd verwacht van de vooruitgeschoven single “Don’t Matter Now”, een instant hit werd gedacht doch de single sloeg vreemd genoeg niet aan en bracht Ezra aan het twijfelen, zou hij het zoveelste ‘one hit wonder’ worden? Nee hoor, opvolger “Paradise” en zeker met “Shotgun” behaalt hij weer de top van de hitparades.
Als zanger valt het krachtige bariton stemgeluid van George Ezra op, een erg warme en volwassen stem. Muzikaal zijn de nummers van Ezra, meestal samen geschreven met Joel Pott, risicoloze folkpop nummers die een ruim publiek bereiken.
Het succes in België vertaalt zich duidelijk in zijn optredens alhier. In het voorjaar werd de Ancienne Belgique in Brussel volgespeeld, hij kreeg een plaats op de affiche van Rock Werchter en nu bleek dat De Roma zo snel uitverkocht was dat het optreden al snel verplaatst werd naar de veel grotere Lotto Arena die ook al snel uitverkocht werd. Vermeldenswaard is zeker het voorprogramma van vandaag “Ten Tonnes”, leuke singer-songwriters rockmuziek gespeeld door jawel de jongere broer van George Ezra, Ethan Barnett. Veelbelovend!
Met een Weens walsje als intro en een spurtje naar zijn microfoon start de show met “Don’t Matter Now” prompt gevolgd door “Get Away”, beiden uit zijn nieuwste langspeler. De sfeer in de zaal is al dadelijk uitbundig, dit verwachtte het publiek, dit krijgt het, aanstekelijke folkpop gezongen door ‘the boy next door’. Ezra wordt bijgestaan door twee blazers, bas, gitaar, drums en een keyboardspeler die vlekkeloos de juiste klanken uit hun instrumenten halen.
De stad Barcelona heeft duidelijk indruk gemaakt op Ezra, op zijn eerste album schreef hij er al een nummer over en voor zijn tweede album ging hij er naar de Airbnb bij Tamara om er inspiratie op te doen voor zijn nieuwe nummers. Een park in de heuvels rond Barcelona inspireerde hem tot het schrijven van “Pretty Shining People” een prettig meezingnummer.
Nieuw en oud materiaal worden afgewisseld maar het is duidelijk dat de meeste mensen op de bekendere liedjes zitten te wachten, nummers als “Listen To The Man” en “Paradise” gaan erin als zoete koek. De zonnige pop doet me meermaals aan het werk van Jack Johnson denken, zonnige muziek zeer soulvol en zorgeloos gezongen denk maar aan “Hold My Girl” en “Supercoat”.
Hoogtepunt van de avond is zeker het nummer “Blame It On Me”, een erg sterk live nummer dat het publiek aanzet tot feesten en dat deden de fans! Iedereen kent allicht ondertussen wel het verhaal achter het nummer “Budapest”, de stad waar George Ezra nog niet was geweest, wel een nummer
schreef met als titel “Budapest” maar dat helemaal niet over de stad ging. Grijsgedraaid op de radio maar live nog steeds aanstekelijk.
Save the best for last, na het eerste bisnummer “Cassy O” is het tijd voor de huidige kaskraker “Shotgun”, de zaal veert recht op dit ambiance nummer en de sympathieke Brit ziet dat zijn missie weer geslaagd is.
Wat gaat de volgende stap zijn in de muziek carrière van George Ezra? Borduurt hij verder op zijn mainstream succes of durft hij het aan om andere muzikale elementen in zijn muziek te brengen?
Wait and see…
Luc Nuyts
.
http://georgeezra.com/ https://www.facebook.com/GeorgeEzra/
Amper 25 jaar en de Brit George Ezra Barnett kan al terugblikken op een meer dan succesvolle carrière. Zijn hit “Budapest” verkocht meer dan 4 miljoen exemplaren wereldwijd. Oorspronkelijk is het nummer afkomstig van zijn EP “Did You Hear The Rain” (2013) en was voor promotie zelfs tijdelijk beschikbaar als gratis download. In Italië krijgt het ruime airplay op de radio waarna de rest van Europa volgt. Natuurlijk kwam het nummer ook op zijn debuutalbum “Wanted On Voyage” (2014) waardoor het album een al even groot succes kende.
Om het succes van zijn debuutalbum te consolideren kwam hij dit jaar met het gloednieuwe “Staying At Tamara’s” op de proppen. Veel werd verwacht van de vooruitgeschoven single “Don’t Matter Now”, een instant hit werd gedacht doch de single sloeg vreemd genoeg niet aan en bracht Ezra aan het twijfelen, zou hij het zoveelste ‘one hit wonder’ worden? Nee hoor, opvolger “Paradise” en zeker met “Shotgun” behaalt hij weer de top van de hitparades.
Als zanger valt het krachtige bariton stemgeluid van George Ezra op, een erg warme en volwassen stem. Muzikaal zijn de nummers van Ezra, meestal samen geschreven met Joel Pott, risicoloze folkpop nummers die een ruim publiek bereiken.
Het succes in België vertaalt zich duidelijk in zijn optredens alhier. In het voorjaar werd de Ancienne Belgique in Brussel volgespeeld, hij kreeg een plaats op de affiche van Rock Werchter en nu bleek dat De Roma zo snel uitverkocht was dat het optreden al snel verplaatst werd naar de veel grotere Lotto Arena die ook al snel uitverkocht werd. Vermeldenswaard is zeker het voorprogramma van vandaag “Ten Tonnes”, leuke singer-songwriters rockmuziek gespeeld door jawel de jongere broer van George Ezra, Ethan Barnett. Veelbelovend!
Met een Weens walsje als intro en een spurtje naar zijn microfoon start de show met “Don’t Matter Now” prompt gevolgd door “Get Away”, beiden uit zijn nieuwste langspeler. De sfeer in de zaal is al dadelijk uitbundig, dit verwachtte het publiek, dit krijgt het, aanstekelijke folkpop gezongen door ‘the boy next door’. Ezra wordt bijgestaan door twee blazers, bas, gitaar, drums en een keyboardspeler die vlekkeloos de juiste klanken uit hun instrumenten halen.
De stad Barcelona heeft duidelijk indruk gemaakt op Ezra, op zijn eerste album schreef hij er al een nummer over en voor zijn tweede album ging hij er naar de Airbnb bij Tamara om er inspiratie op te doen voor zijn nieuwe nummers. Een park in de heuvels rond Barcelona inspireerde hem tot het schrijven van “Pretty Shining People” een prettig meezingnummer.
Nieuw en oud materiaal worden afgewisseld maar het is duidelijk dat de meeste mensen op de bekendere liedjes zitten te wachten, nummers als “Listen To The Man” en “Paradise” gaan erin als zoete koek. De zonnige pop doet me meermaals aan het werk van Jack Johnson denken, zonnige muziek zeer soulvol en zorgeloos gezongen denk maar aan “Hold My Girl” en “Supercoat”.
Hoogtepunt van de avond is zeker het nummer “Blame It On Me”, een erg sterk live nummer dat het publiek aanzet tot feesten en dat deden de fans! Iedereen kent allicht ondertussen wel het verhaal achter het nummer “Budapest”, de stad waar George Ezra nog niet was geweest, wel een nummer
schreef met als titel “Budapest” maar dat helemaal niet over de stad ging. Grijsgedraaid op de radio maar live nog steeds aanstekelijk.
Save the best for last, na het eerste bisnummer “Cassy O” is het tijd voor de huidige kaskraker “Shotgun”, de zaal veert recht op dit ambiance nummer en de sympathieke Brit ziet dat zijn missie weer geslaagd is.
Wat gaat de volgende stap zijn in de muziek carrière van George Ezra? Borduurt hij verder op zijn mainstream succes of durft hij het aan om andere muzikale elementen in zijn muziek te brengen?
Wait and see…
Luc Nuyts
.
Blackberry Smoke @ De Bosuil, Weert 27/10/2018
BLACKBERRY SMOKE @ DE BOSUIL, WEERT 27/10/2018
http://blackberrysmoke.com/ https://www.facebook.com/BlackberrySmoke/
Met de komst van Blackberry Smoke heeft De Bosuil één van de meest succesvolle bands in het Southern-Rock genre weten te strikken. Dat succes is er niet zomaar gekomen, ze spelen méér dan 200 concerten per jaar pendelend tussen de VS en Europa, wat hun populariteit alleen maar heeft doen toenemen.
Hun live reputatie hebben ze daardoor al mee maar wat hun echt onderscheid van andere Southern-Rock bands zijn hun nummers. Een gitaarsolo van vijf minuten kan leuk zijn maar een goeie pakkende melodie met een fijne tekst dat onthoudt men en laten ze daar nu éénmaal sterk in zijn. Hun muziekstijl is een allegaartje van r&r, americana, country, blues en een vleugje soul, van de Allman Brothers over Tom Petty naar Hank Williams, een brede waaier dus.
Zanger-gitarist Charlie Starr is de bepalende figuur in de band, verantwoordelijk voor het merendeel van de songs én van het beklijvend gitaarspel. Chris Robertson (The Black Crowes) een goeie vriend van de band is verantwoordelijk voor de naam, een naam zonder eigenlijke betekenis maar wel goedklinkend voor een Southernrock band.
De setlist van vandaag laat de band horen in alle genres, een mooie mix van hun zes reguliere albums waarvan “Find A Light” dit jaar uitgebracht werd. Een goede portie rock and roll gevoed door de twin gitaren van de immer lachende Paul Jackson en Charlie Starr opgesmukt met de frivole keyboards van Brandon Still en een solide ritme basis van de broers, en tevens oprichters van de band, Richard (bas) en Brit (drums).
“Fire In The Hole” is een toepasselijke openingstitel voor deze vurige rock and roll show, “Nobody Gives A Damn” uit het nieuwe album is een damned goed nummer en zo volgen er nog een heleboel. Natuurlijk zijn er talrijke muzikale invloeden te merken, de r&r boogie van “Rock And Roll Again” heeft een hoog Status Quo gehalte terwijl de intro van “Let It Burn” sterk doet denken aan CCR en “Best Seat In The House” zou zo uit het oeuvre van Tom Petty kunnen komen.
Met “Medicate My Mind” en het lang uitgesponnen “Sleeping Dog” dat eindigt in “Come Together” van de Beatles, bevinden we ons helemaal in het Southernrock genre à la The Allman Brothers Band, een beetje psychedelisch met mooi slide werk van Starr en een keyboardsolo van Brandon Still, vintage Southern-rock, een rustpunt in deze adrenalinerijke rock en roll show.
“Sanctified Woman” en “Up In Smoke” steken het vuur weer aan de lont, en dit vuur zal pas doven bij het laatst gespeeld nummer “Like An Arrow”. Daartussen wordt er nog danig meegezongen met “Ain’t Got The Blues” en “Runaway From It All”. Tom Petty, die duidelijk een invloed heeft gehad op deze band, krijgt nog een eerbetoon met de cover van zijn nummer “Honey Bee”. Ook het publiek mag nog een nummer toevoegen aan de set, het klassiek countrynummer “Son Of A Bourbon” doet de Bosuil veranderen in een Texaanse country kroeg. Schijnbaar moeiteloos lost de band de hoge verwachtingen van het publiek in.
“Flesh And Blood”, titelnummer uit hun nieuw album is het eerste toegiftnummer, een krachtige bluesrocker. “Ain’t Much Left Of Me” is een nummer uit hun succesalbum “The Whippoorwill”,
sterke melodie en met een eigentijdse tekst over het gevoel alleen in de wereld te staan is het een typisch Blackberry Smoke nummer. Uiteindelijk wordt “Man Of Constant Sorrow” het laatste nummer van de set. Het was een aanvraag van een fan waarop Starr zei dat hij het nummer morgen in Amsterdam zeker zou spelen, maar de teleurstelling was zo groot, zodat Starr besloot het nummer toch nog te spelen alhoewel dit al lang geleden was. Toch een mooie versie van dit folknummer dat door The Smoke omgetoverd wordt naar een boogie rock en roll nummer.
Publiek en band omtoveren tot een tevreden massa, dat kan Blackberry Smoke met hun authentieke rock and roll als geen ander!
Luc Nuyts
http://blackberrysmoke.com/ https://www.facebook.com/BlackberrySmoke/
Met de komst van Blackberry Smoke heeft De Bosuil één van de meest succesvolle bands in het Southern-Rock genre weten te strikken. Dat succes is er niet zomaar gekomen, ze spelen méér dan 200 concerten per jaar pendelend tussen de VS en Europa, wat hun populariteit alleen maar heeft doen toenemen.
Hun live reputatie hebben ze daardoor al mee maar wat hun echt onderscheid van andere Southern-Rock bands zijn hun nummers. Een gitaarsolo van vijf minuten kan leuk zijn maar een goeie pakkende melodie met een fijne tekst dat onthoudt men en laten ze daar nu éénmaal sterk in zijn. Hun muziekstijl is een allegaartje van r&r, americana, country, blues en een vleugje soul, van de Allman Brothers over Tom Petty naar Hank Williams, een brede waaier dus.
Zanger-gitarist Charlie Starr is de bepalende figuur in de band, verantwoordelijk voor het merendeel van de songs én van het beklijvend gitaarspel. Chris Robertson (The Black Crowes) een goeie vriend van de band is verantwoordelijk voor de naam, een naam zonder eigenlijke betekenis maar wel goedklinkend voor een Southernrock band.
De setlist van vandaag laat de band horen in alle genres, een mooie mix van hun zes reguliere albums waarvan “Find A Light” dit jaar uitgebracht werd. Een goede portie rock and roll gevoed door de twin gitaren van de immer lachende Paul Jackson en Charlie Starr opgesmukt met de frivole keyboards van Brandon Still en een solide ritme basis van de broers, en tevens oprichters van de band, Richard (bas) en Brit (drums).
“Fire In The Hole” is een toepasselijke openingstitel voor deze vurige rock and roll show, “Nobody Gives A Damn” uit het nieuwe album is een damned goed nummer en zo volgen er nog een heleboel. Natuurlijk zijn er talrijke muzikale invloeden te merken, de r&r boogie van “Rock And Roll Again” heeft een hoog Status Quo gehalte terwijl de intro van “Let It Burn” sterk doet denken aan CCR en “Best Seat In The House” zou zo uit het oeuvre van Tom Petty kunnen komen.
Met “Medicate My Mind” en het lang uitgesponnen “Sleeping Dog” dat eindigt in “Come Together” van de Beatles, bevinden we ons helemaal in het Southernrock genre à la The Allman Brothers Band, een beetje psychedelisch met mooi slide werk van Starr en een keyboardsolo van Brandon Still, vintage Southern-rock, een rustpunt in deze adrenalinerijke rock en roll show.
“Sanctified Woman” en “Up In Smoke” steken het vuur weer aan de lont, en dit vuur zal pas doven bij het laatst gespeeld nummer “Like An Arrow”. Daartussen wordt er nog danig meegezongen met “Ain’t Got The Blues” en “Runaway From It All”. Tom Petty, die duidelijk een invloed heeft gehad op deze band, krijgt nog een eerbetoon met de cover van zijn nummer “Honey Bee”. Ook het publiek mag nog een nummer toevoegen aan de set, het klassiek countrynummer “Son Of A Bourbon” doet de Bosuil veranderen in een Texaanse country kroeg. Schijnbaar moeiteloos lost de band de hoge verwachtingen van het publiek in.
“Flesh And Blood”, titelnummer uit hun nieuw album is het eerste toegiftnummer, een krachtige bluesrocker. “Ain’t Much Left Of Me” is een nummer uit hun succesalbum “The Whippoorwill”,
sterke melodie en met een eigentijdse tekst over het gevoel alleen in de wereld te staan is het een typisch Blackberry Smoke nummer. Uiteindelijk wordt “Man Of Constant Sorrow” het laatste nummer van de set. Het was een aanvraag van een fan waarop Starr zei dat hij het nummer morgen in Amsterdam zeker zou spelen, maar de teleurstelling was zo groot, zodat Starr besloot het nummer toch nog te spelen alhoewel dit al lang geleden was. Toch een mooie versie van dit folknummer dat door The Smoke omgetoverd wordt naar een boogie rock en roll nummer.
Publiek en band omtoveren tot een tevreden massa, dat kan Blackberry Smoke met hun authentieke rock and roll als geen ander!
Luc Nuyts
Lord Huron @ AB, Brussel 23/10/2018
LORD HURON @ AB, BRUSSEL 23-10-2018
http://www.lordhuron.com https://www.facebook.com/LordHuron
Lake Huron in Michigan, VS, is verantwoordelijk voor de naam van de band van singer-songwriter Ben Schneider. Schneider groeide op in deze natuurlijke omgeving en de visualisaties van natuurelementen vormen nog steeds een belangrijke inspiratiebron voor het schrijven van zijn nummers.
Lord Huron startte als een soloproject van Ben Schneider, onder deze naam bracht hij in 2010 zijn EP “Mighty” uit, geheel alleen opgenomen, doch voor de liveoptredens had hij een band nodig alzo werd Lord Huron een vierkoppige formatie met Mark Barry op drums, Miguel Briseno op bas en Tom Renaud op gitaar opgericht.
In 2012 brachten ze hun eerste volwaardig album uit “Lonesome Dreams”, een album waarbij het reizen door de natuur centraal staat, een folkrock album met vooral een akoestisch instrumentarium en een nostalgische inslag. Met enkele zeer leuke songs weet de band een publiek te bereiken in de vijver waar ook bands als “Fleet Foxes”, “The Lumineers” en “Bon Iver” in hengelen.
Opvolger “Strange Trails” uit 2015 betekent de doorbraak voor de band die nu vanuit LA opereert. Met enkele western thema’s, denk aan prairies en woestijnlandschappen, en nog steeds avontuurlijke verhalen over overleving weet de band met een breder muzikaal palet een rijkere indruk na te laten. Het nummer “The Night We Met” komt voor in de populaire Netflix serie “13 Reasons Why” en dat zorgt ervoor dat het een hitje wordt in diverse landen waaronder België.
Op hun dit jaar verschenen “Vide Noir” (zwarte leegte), uitgebracht door een ‘major record label’ is hun geluid voller gemixt (Dave Fridmann). Met teksten die handelen over liefdesverdriet en depressies is het een zwaarmoedig album geworden dat met een uitstekende productie een stap vooruit betekent voor de band.
De vierkoppige formatie wordt live ondersteund door een extra gitarist, Brandon Walkers en met Misty Boyce op keyboards, beiden doen ook de nodige backing vocals. Met zijn zessen startten ze hun concert met het stevige “Ancient Names Part 1” uit het nieuwe album en het vervolg van de set blijft rock getint, “Meet Me In The Woods” en ook “The World Ender” met dat western achtige introotje klinkt krachtiger dan op het album. De muziek van Lord Huron is een dynamische mix van folk, rock, pop en americana gebundeld in fijne melodietjes. Misschien lijken de nummers soms wel wat op elkaar maar dan zijn er nog die subtiele arrangementen die elk nummer hun eigenheid geven. Zo is er het drumwerk van Mark Barry dat het nummer “Ends Of The Earth” een mooie meerwaarde biedt door de toevoeging van percussie. Gitarist Tom Renaud bepaalt sowieso de klankkleur van de band, met zijn zachte constante reverb op gitaar geeft het de muziek van Lord Huron iets dromerigs, het laat je wegdromen bij de natuurlandschappen en verhaaltjes die Ben Schneider creëert. Het publiek ging helemaal mee in de wereld van Schneider, het deint al dan niet rustig mee op de muziek en er werden handjes geklapt waar nodig. De show werd ook niet onnodig onderbroken door vertelsels van de frontman, alleen dat zijn auto twee dagen geleden gestolen werd in LA moest hij even kwijt, nee zoveel mogelijk nummers spelen op deze korte tijd.
Bij “Wait By The River” laat Schneider zijn gitaar even links liggen en zingt hij als een echte crooner dit rustig soulvol nummer. Schneider is geen echt groot zanger maar zijn zachte stem pas perfect bij zijn muziek. Bassist Miguel Briseno doet nog iets moois op een Thermini bij het nummer “Way Out There”, de Thermini is een Moog synthesizer handvrij te gebruiken, leuk om eens te zien. Met nummers zoals het zacht wegdeinende “When The Night Is Over” en het in de country badende “La Belle Fleur Sauvage” wordt er een rustpunt gecreëerd alvorens we een strak einde krijgen met het rockende “Fool For Love” en het snoeiharde “Ancient Names Part 2”. Daarmee werd er een mooie afwisselende set gebracht, iets steviger dan op de albums. En met het onvermijdelijke “The Night We Met” en “Time To Run” als bisnummers kregen we van de band met bijna twintig nummers een mooi overzicht uit hun huidige discografie.
Wij kijken al uit naar de volgende stap die Ben Schneider gaat zetten met zijn band, en naar zijn volgend optreden in België.
Luc Nuyts
http://www.lordhuron.com https://www.facebook.com/LordHuron
Lake Huron in Michigan, VS, is verantwoordelijk voor de naam van de band van singer-songwriter Ben Schneider. Schneider groeide op in deze natuurlijke omgeving en de visualisaties van natuurelementen vormen nog steeds een belangrijke inspiratiebron voor het schrijven van zijn nummers.
Lord Huron startte als een soloproject van Ben Schneider, onder deze naam bracht hij in 2010 zijn EP “Mighty” uit, geheel alleen opgenomen, doch voor de liveoptredens had hij een band nodig alzo werd Lord Huron een vierkoppige formatie met Mark Barry op drums, Miguel Briseno op bas en Tom Renaud op gitaar opgericht.
In 2012 brachten ze hun eerste volwaardig album uit “Lonesome Dreams”, een album waarbij het reizen door de natuur centraal staat, een folkrock album met vooral een akoestisch instrumentarium en een nostalgische inslag. Met enkele zeer leuke songs weet de band een publiek te bereiken in de vijver waar ook bands als “Fleet Foxes”, “The Lumineers” en “Bon Iver” in hengelen.
Opvolger “Strange Trails” uit 2015 betekent de doorbraak voor de band die nu vanuit LA opereert. Met enkele western thema’s, denk aan prairies en woestijnlandschappen, en nog steeds avontuurlijke verhalen over overleving weet de band met een breder muzikaal palet een rijkere indruk na te laten. Het nummer “The Night We Met” komt voor in de populaire Netflix serie “13 Reasons Why” en dat zorgt ervoor dat het een hitje wordt in diverse landen waaronder België.
Op hun dit jaar verschenen “Vide Noir” (zwarte leegte), uitgebracht door een ‘major record label’ is hun geluid voller gemixt (Dave Fridmann). Met teksten die handelen over liefdesverdriet en depressies is het een zwaarmoedig album geworden dat met een uitstekende productie een stap vooruit betekent voor de band.
De vierkoppige formatie wordt live ondersteund door een extra gitarist, Brandon Walkers en met Misty Boyce op keyboards, beiden doen ook de nodige backing vocals. Met zijn zessen startten ze hun concert met het stevige “Ancient Names Part 1” uit het nieuwe album en het vervolg van de set blijft rock getint, “Meet Me In The Woods” en ook “The World Ender” met dat western achtige introotje klinkt krachtiger dan op het album. De muziek van Lord Huron is een dynamische mix van folk, rock, pop en americana gebundeld in fijne melodietjes. Misschien lijken de nummers soms wel wat op elkaar maar dan zijn er nog die subtiele arrangementen die elk nummer hun eigenheid geven. Zo is er het drumwerk van Mark Barry dat het nummer “Ends Of The Earth” een mooie meerwaarde biedt door de toevoeging van percussie. Gitarist Tom Renaud bepaalt sowieso de klankkleur van de band, met zijn zachte constante reverb op gitaar geeft het de muziek van Lord Huron iets dromerigs, het laat je wegdromen bij de natuurlandschappen en verhaaltjes die Ben Schneider creëert. Het publiek ging helemaal mee in de wereld van Schneider, het deint al dan niet rustig mee op de muziek en er werden handjes geklapt waar nodig. De show werd ook niet onnodig onderbroken door vertelsels van de frontman, alleen dat zijn auto twee dagen geleden gestolen werd in LA moest hij even kwijt, nee zoveel mogelijk nummers spelen op deze korte tijd.
Bij “Wait By The River” laat Schneider zijn gitaar even links liggen en zingt hij als een echte crooner dit rustig soulvol nummer. Schneider is geen echt groot zanger maar zijn zachte stem pas perfect bij zijn muziek. Bassist Miguel Briseno doet nog iets moois op een Thermini bij het nummer “Way Out There”, de Thermini is een Moog synthesizer handvrij te gebruiken, leuk om eens te zien. Met nummers zoals het zacht wegdeinende “When The Night Is Over” en het in de country badende “La Belle Fleur Sauvage” wordt er een rustpunt gecreëerd alvorens we een strak einde krijgen met het rockende “Fool For Love” en het snoeiharde “Ancient Names Part 2”. Daarmee werd er een mooie afwisselende set gebracht, iets steviger dan op de albums. En met het onvermijdelijke “The Night We Met” en “Time To Run” als bisnummers kregen we van de band met bijna twintig nummers een mooi overzicht uit hun huidige discografie.
Wij kijken al uit naar de volgende stap die Ben Schneider gaat zetten met zijn band, en naar zijn volgend optreden in België.
Luc Nuyts
Frank Turner and The Sleeping Souls@Zappa antwerpen
Passenger @ Trix, Antwerpen 29/09/2018
PASSENGER@TRIX, ANTWERPEN 29/09/2018
http://passenger.com https://www.facebook.com/Passenger
Zes jaar na zijn wereldhit “Let It Go” blijkt dat Michael (Mike) Rosenberg aka Passenger nog steeds immens populair is. Met alleen een gitaar en een stem een volle zaal inpakken, simpel is het niet, en toch weet de sympathieke Brit telkens weer het publiek te boeien.
Veel heeft hij geleerd van zijn busker ervaring op jonge leeftijd in Engeland en Australië, waarna hij in 2003 samen met zijn vriend Andrew Phillips de band /Passenger. (jawel met slash en punt) oprichtte. Als vijftal namen ze hun debuutalbum “Wicked Man’s Rest” (2007) op. Dit werd echter geen succes en de band stopte ermee in 2009.
Rosenberg behield de naam “Passenger” als artiestennaam en nam onder die naam eind 2009 zijn debuutalbum “Wide Eyes Blind Love” op. Zoetgevooisde liefdesnummers gezongen met een breekbare stem worden zijn handelskenmerk. In 2012 krijgt hij de kans om met zijn vriend Ed Sheeran, die toen al voor volle zalen optrad, op tournee te gaan en brengt hij het album “All The Little Lights” uit met daarop het nummer “Let Her Go”. Het nummer wordt door het grote publiek opgepikt en de muziekcarrière van Passenger komt in een stroomversnelling. Passenger consolideert zijn succes met ondermeer het album “Young At The Morning Old At The Sea” (2016) zijn eerste nummer 1 album in de UK.
Dit jaar bracht hij in het voorjaar zijn tiende album uit “Runaway”, een meer op ‘americana’ geïnspireerd album, leuke nummers die je toen ronddwalen in het desolate Amerika, muzikaal opgesmukt met mandolines en banjo, slide gitaren en rock invloeden, het suffe van de wereldhit “Let Her Go” is hier ver te zoeken. Jammer dat hij zijn “Runaway” toer alweer solo zonder begeleidingsband speelt, al heeft dat ook wel zijn charme.
Waar Mike Rosenberg van houdt is een zaal die zijn songs begrijpt, die stil is als er geluisterd moet worden en een beetje uit de bol gaat als de song erom vraagt. Met een volgelopen Trix zaal heeft hij het ideale publiek voor zich, al bij het openingsnummer “Fairytales & Firesides” een weemoedig levenslied, blijft het muisstil in de zaal waarna het bekende “Life’s For The Living” voor een uitbundigere sfeer zorgt.
Aan meerdere nummers hangt een verhaaltje vast, als busker in Glasgow maakte hij elke dag een praatje met een dakloze die telkenmale zijn zelfde levensverhaal vertelde, het nummer “David” verhaalt dit. Het verhaal van zijn familie verteld hij in één van de nummers van zijn laatste album “To Be Free”. Zijn grootouders waren joden die na de oorlog emigreerden naar Amerika en daarbij een moeilijke tijd hebben gekend, het migrantenprobleem blijft nog steeds een probleem, vroeger en nu.
Na een overbodige versie van “The Sound Of Silence” krijgen we het nummer “I Hate”, waarbij Rosenberg laat weten waarvan hij niet houdt, muzikaal overgoten met een ‘la la la laa’ wat natuurlijk massaal wordt meegezongen. “Survivors”, nog een nummer van zijn nieuw album, niet te verwarren met het nummer van Destiny’s Child waarvan hij een stukje speelt.
De lichtjes van de smartphones mogen aangezet worden bij de megahit “Let Her Go” en met vele oohs uit het nummer “Scare Away The Dark” verlaat Passenger het podium, de zaal blijft het
nummer, althans de oohs, zingen zodat Rosenberg al vlug terug het podium opduikt. Een mooie rustige versie van Springsteens “Dancing In The Dark” en het bekende “Holes” uit zijn succesalbum “All The Little Lights” beëindigen de set. Michael Rosenberg apprecieerde erg het gedrag van het publiek voor zijn luisterbereidheid en meelevendheid tijdens het optreden. Thank you Antwerp, Thank you Belgium. Iedereen tevreden maar volgende keer met full band graag!
Luc Nuyts
.
http://passenger.com https://www.facebook.com/Passenger
Zes jaar na zijn wereldhit “Let It Go” blijkt dat Michael (Mike) Rosenberg aka Passenger nog steeds immens populair is. Met alleen een gitaar en een stem een volle zaal inpakken, simpel is het niet, en toch weet de sympathieke Brit telkens weer het publiek te boeien.
Veel heeft hij geleerd van zijn busker ervaring op jonge leeftijd in Engeland en Australië, waarna hij in 2003 samen met zijn vriend Andrew Phillips de band /Passenger. (jawel met slash en punt) oprichtte. Als vijftal namen ze hun debuutalbum “Wicked Man’s Rest” (2007) op. Dit werd echter geen succes en de band stopte ermee in 2009.
Rosenberg behield de naam “Passenger” als artiestennaam en nam onder die naam eind 2009 zijn debuutalbum “Wide Eyes Blind Love” op. Zoetgevooisde liefdesnummers gezongen met een breekbare stem worden zijn handelskenmerk. In 2012 krijgt hij de kans om met zijn vriend Ed Sheeran, die toen al voor volle zalen optrad, op tournee te gaan en brengt hij het album “All The Little Lights” uit met daarop het nummer “Let Her Go”. Het nummer wordt door het grote publiek opgepikt en de muziekcarrière van Passenger komt in een stroomversnelling. Passenger consolideert zijn succes met ondermeer het album “Young At The Morning Old At The Sea” (2016) zijn eerste nummer 1 album in de UK.
Dit jaar bracht hij in het voorjaar zijn tiende album uit “Runaway”, een meer op ‘americana’ geïnspireerd album, leuke nummers die je toen ronddwalen in het desolate Amerika, muzikaal opgesmukt met mandolines en banjo, slide gitaren en rock invloeden, het suffe van de wereldhit “Let Her Go” is hier ver te zoeken. Jammer dat hij zijn “Runaway” toer alweer solo zonder begeleidingsband speelt, al heeft dat ook wel zijn charme.
Waar Mike Rosenberg van houdt is een zaal die zijn songs begrijpt, die stil is als er geluisterd moet worden en een beetje uit de bol gaat als de song erom vraagt. Met een volgelopen Trix zaal heeft hij het ideale publiek voor zich, al bij het openingsnummer “Fairytales & Firesides” een weemoedig levenslied, blijft het muisstil in de zaal waarna het bekende “Life’s For The Living” voor een uitbundigere sfeer zorgt.
Aan meerdere nummers hangt een verhaaltje vast, als busker in Glasgow maakte hij elke dag een praatje met een dakloze die telkenmale zijn zelfde levensverhaal vertelde, het nummer “David” verhaalt dit. Het verhaal van zijn familie verteld hij in één van de nummers van zijn laatste album “To Be Free”. Zijn grootouders waren joden die na de oorlog emigreerden naar Amerika en daarbij een moeilijke tijd hebben gekend, het migrantenprobleem blijft nog steeds een probleem, vroeger en nu.
Na een overbodige versie van “The Sound Of Silence” krijgen we het nummer “I Hate”, waarbij Rosenberg laat weten waarvan hij niet houdt, muzikaal overgoten met een ‘la la la laa’ wat natuurlijk massaal wordt meegezongen. “Survivors”, nog een nummer van zijn nieuw album, niet te verwarren met het nummer van Destiny’s Child waarvan hij een stukje speelt.
De lichtjes van de smartphones mogen aangezet worden bij de megahit “Let Her Go” en met vele oohs uit het nummer “Scare Away The Dark” verlaat Passenger het podium, de zaal blijft het
nummer, althans de oohs, zingen zodat Rosenberg al vlug terug het podium opduikt. Een mooie rustige versie van Springsteens “Dancing In The Dark” en het bekende “Holes” uit zijn succesalbum “All The Little Lights” beëindigen de set. Michael Rosenberg apprecieerde erg het gedrag van het publiek voor zijn luisterbereidheid en meelevendheid tijdens het optreden. Thank you Antwerp, Thank you Belgium. Iedereen tevreden maar volgende keer met full band graag!
Luc Nuyts
.
Swing Wespelaar 19/08/2019 Dag 3
Swing Wespelaar 18/08/2018 Dag 2
Swing Wespelaar 17/08/2018 Dag 1
Ten Years After |
Melody Angel |
Portugal.The Man@ OLT Rivierenhof, Antwerpen 22/07/2018
Steve Winwood @ OLT Rivierenhof, Antwerpen 04/07/2018
STEVE WINWOOD @ OLT RIVIERENHOF, ANTWERPEN 4/07/2018
http://stevewinwood.com/ https://www.facebook.com/SteveWindwood/
De laatste noten van Elvis Costello waren nauwelijks uitgeklonken of daar staat al een andere Britse legende op het podium van het Rivierenhof, Steve Winwood. Winwood is inmiddels 70 geworden en het minst wat men kan zeggen is dat hij tot nu toe een rijk gevulde muziekcarrière heeft gehad.
Als prille tiener, hij was nauwelijks 14 jaar, maakte hij met zijn broer Muff deel uit van The Spencer Davis Group die in 1965 een grote hit scoorde met “Keep On Running”. Op dat moment was Steve Winwood al een zeer getalenteerd pianist en zijn stem klonk op jonge leeftijd al zeer volwassen. Winwood schreef en zong voor de band de hit “Gimme Some Lovin’”. In 1967 verliet hij The Spencer Davis Group om met Jim Capaldi, Dave Mason en Chris Wood de groep “Traffic” op te richten. Een allegaartje van stijlen blues, rock, folk, psychedelica met de nodige improvisatieruimte voor de bandleden, geen goedkope imitatie meer van de Amerikaanse R&B maar een interpretatie van het eigen Brits muzikale erfgoed gecombineerd met de geïmporteerde stijlen. Voor Steve Winwood een echte speeltuin, weg van het popformaat van de Spencer Davis Group. De muziek werd veelal geschreven door Steve Winwood op teksten van Jim Capaldi. Zijn muzikale talenten werden ook door collega muzikanten opgemerkt, zo vroeg Jimi Hendrix Steve om de orgelpartijen van “Voodoo Chile” in te spelen op zijn album “Electric Ladyland” en in 1969 vroeg Eric Clapton Steve om zijn nieuwe superband “Blind Faith” te komen vervoegen, samen met Ginger Baker en Ric Grech. De band bleef nauwelijks één jaar bestaan maar bracht toch het prachtige, goed verkopende album “Blind Faith” (1969) voort.
In de jaren zeventig maakt hij nog enkele albums met “Traffic” om nadien alleen nog wat muzikale studio bijdrage te doen voor andere artiesten, vooral dan op zijn Hammondorgel maar ook zijn hoge tenorstem die veel van Ray Charles weg heeft blijft in trek bij collega muzikanten.
Zijn grootste succesperiode kent Steve Winwood in de jaren tachtig met zijn soloalbums. “Arc Of A Diver” (1980) en het vooral in 1986 uitgebrachte “Back In The High Life Again”. Met een gladde productie en een op synths berust geluid werden deze albums wereldwijde eclatante successen. Voor dit laatste album kreeg hij dat jaar 2 Grammy’s, “Best Male Pop Vocal” en “Best Record Of The Year”.
Verleden jaar bracht de man “Steve Winwoods Greatest Hits Live” uit, gevolgd door een uitgebreide tour door de VS en Europa.
De fans die een resem hits verwachtten uit zijn soloalbums, helaas pindakaas, geen “While You See A Chance”, “Valerie”, “Roll With It” of “Back In The High Life Again”, enkel zijn Amerikaanse nummer 1 hit “Higher Love” mocht de set afsluiten. Met een lange intro op het hammondorgel opende men met het bekende “I’m A Man” van The Spencer Davis Group met het Trafficnummer “Pearly Queen” eraan gekoppeld. Dat Steve Winwood een fantastische live band heeft weet men al langer, ze krijgen dan ook alle ruimte om te soleren en hun talenten te uiten. Gitarist Jose Neto weet de aandacht naar zich toe te trekken met een heerlijke gitaarsolo tijdens het jazzy nummer “Them Changes”, een nummer van Buddy Miles ooit drummer bij Jimi Hendrix. De band speelt zonder bassist, Steve Winwood speelt bas op zijn Hammondorgel gebruikmakend van baspedalen. Drummer Richard Bailey en percussionist Edwin Sanz zorgen voor de beat, de conga’s en tamtam zorgen voor een Latijns geluid, passend bij deze broeierige avond. Dat Steve Winwood ook een uitstekend gitarist is bewijst hij op “Can’t Find My Way Home” en “Had To Cry Today” nummers uit zijn Blind Faith periode. Een uitstekend muzikant is hij zeker, een spreker al wat minder, gisterenavond heeft hij in het
prachtige oude centrum van Antwerpen voetbal gekeken en het vervolg van de avond zal bestaan met wat men al bezig was ‘vintage music’ spelen.
We krijgen lange uitgesponnen versies van heerlijke nummers vooral uit zijn Traffic periode, “The Low Spark Of HighHeeled Boys”, “Empty Pages” en het zeker 15 minuten durende “Light Up Or Leave Me Alone”, waar elk bandlid zijn solomoment krijgt. Multi-instrumentalist Paul Booth vergast ons op een jazzy sax solo, Edwin Sanz speelt zijn conga’s met handen en ellebogen, Neto’s gitaarsolo is heerlijk om naar te luisteren en te kijken en de strakke beats van Bailey zorgen ervoor dat het tempo niet omlaag gaat, Steve Winwood soleert vanachter zijn orgel en ziet en hoort dat het weeral goed is. Musician’s music heerlijk om naar te luisteren. Alhoewel het publiek wel enthousiast is na elk nummer zijn het toch de bekendere nummers zoals afsluiter “Higher Love” die een deel van het publiek aan het klappen en dansen zet. Ook “Gimme Some Lovin’”, het tweede bisnummer gaat er bij het publiek in als zoete koek en al worden er nogal wat hits aangevraagd de band buigt dankbaar voor zijn publiek en verlaat het podium. 11 nummers in negentig minuten spelen geeft een erg hoog gemiddelde per nummer, niet iedereen zal daarmee tevreden zijn en zal zich “Steve Winwood Greatest Hits Live” wel anders voorgesteld hebben, wij hebben alleszins genoten van deze band.
Luc Nuyts
http://stevewinwood.com/ https://www.facebook.com/SteveWindwood/
De laatste noten van Elvis Costello waren nauwelijks uitgeklonken of daar staat al een andere Britse legende op het podium van het Rivierenhof, Steve Winwood. Winwood is inmiddels 70 geworden en het minst wat men kan zeggen is dat hij tot nu toe een rijk gevulde muziekcarrière heeft gehad.
Als prille tiener, hij was nauwelijks 14 jaar, maakte hij met zijn broer Muff deel uit van The Spencer Davis Group die in 1965 een grote hit scoorde met “Keep On Running”. Op dat moment was Steve Winwood al een zeer getalenteerd pianist en zijn stem klonk op jonge leeftijd al zeer volwassen. Winwood schreef en zong voor de band de hit “Gimme Some Lovin’”. In 1967 verliet hij The Spencer Davis Group om met Jim Capaldi, Dave Mason en Chris Wood de groep “Traffic” op te richten. Een allegaartje van stijlen blues, rock, folk, psychedelica met de nodige improvisatieruimte voor de bandleden, geen goedkope imitatie meer van de Amerikaanse R&B maar een interpretatie van het eigen Brits muzikale erfgoed gecombineerd met de geïmporteerde stijlen. Voor Steve Winwood een echte speeltuin, weg van het popformaat van de Spencer Davis Group. De muziek werd veelal geschreven door Steve Winwood op teksten van Jim Capaldi. Zijn muzikale talenten werden ook door collega muzikanten opgemerkt, zo vroeg Jimi Hendrix Steve om de orgelpartijen van “Voodoo Chile” in te spelen op zijn album “Electric Ladyland” en in 1969 vroeg Eric Clapton Steve om zijn nieuwe superband “Blind Faith” te komen vervoegen, samen met Ginger Baker en Ric Grech. De band bleef nauwelijks één jaar bestaan maar bracht toch het prachtige, goed verkopende album “Blind Faith” (1969) voort.
In de jaren zeventig maakt hij nog enkele albums met “Traffic” om nadien alleen nog wat muzikale studio bijdrage te doen voor andere artiesten, vooral dan op zijn Hammondorgel maar ook zijn hoge tenorstem die veel van Ray Charles weg heeft blijft in trek bij collega muzikanten.
Zijn grootste succesperiode kent Steve Winwood in de jaren tachtig met zijn soloalbums. “Arc Of A Diver” (1980) en het vooral in 1986 uitgebrachte “Back In The High Life Again”. Met een gladde productie en een op synths berust geluid werden deze albums wereldwijde eclatante successen. Voor dit laatste album kreeg hij dat jaar 2 Grammy’s, “Best Male Pop Vocal” en “Best Record Of The Year”.
Verleden jaar bracht de man “Steve Winwoods Greatest Hits Live” uit, gevolgd door een uitgebreide tour door de VS en Europa.
De fans die een resem hits verwachtten uit zijn soloalbums, helaas pindakaas, geen “While You See A Chance”, “Valerie”, “Roll With It” of “Back In The High Life Again”, enkel zijn Amerikaanse nummer 1 hit “Higher Love” mocht de set afsluiten. Met een lange intro op het hammondorgel opende men met het bekende “I’m A Man” van The Spencer Davis Group met het Trafficnummer “Pearly Queen” eraan gekoppeld. Dat Steve Winwood een fantastische live band heeft weet men al langer, ze krijgen dan ook alle ruimte om te soleren en hun talenten te uiten. Gitarist Jose Neto weet de aandacht naar zich toe te trekken met een heerlijke gitaarsolo tijdens het jazzy nummer “Them Changes”, een nummer van Buddy Miles ooit drummer bij Jimi Hendrix. De band speelt zonder bassist, Steve Winwood speelt bas op zijn Hammondorgel gebruikmakend van baspedalen. Drummer Richard Bailey en percussionist Edwin Sanz zorgen voor de beat, de conga’s en tamtam zorgen voor een Latijns geluid, passend bij deze broeierige avond. Dat Steve Winwood ook een uitstekend gitarist is bewijst hij op “Can’t Find My Way Home” en “Had To Cry Today” nummers uit zijn Blind Faith periode. Een uitstekend muzikant is hij zeker, een spreker al wat minder, gisterenavond heeft hij in het
prachtige oude centrum van Antwerpen voetbal gekeken en het vervolg van de avond zal bestaan met wat men al bezig was ‘vintage music’ spelen.
We krijgen lange uitgesponnen versies van heerlijke nummers vooral uit zijn Traffic periode, “The Low Spark Of HighHeeled Boys”, “Empty Pages” en het zeker 15 minuten durende “Light Up Or Leave Me Alone”, waar elk bandlid zijn solomoment krijgt. Multi-instrumentalist Paul Booth vergast ons op een jazzy sax solo, Edwin Sanz speelt zijn conga’s met handen en ellebogen, Neto’s gitaarsolo is heerlijk om naar te luisteren en te kijken en de strakke beats van Bailey zorgen ervoor dat het tempo niet omlaag gaat, Steve Winwood soleert vanachter zijn orgel en ziet en hoort dat het weeral goed is. Musician’s music heerlijk om naar te luisteren. Alhoewel het publiek wel enthousiast is na elk nummer zijn het toch de bekendere nummers zoals afsluiter “Higher Love” die een deel van het publiek aan het klappen en dansen zet. Ook “Gimme Some Lovin’”, het tweede bisnummer gaat er bij het publiek in als zoete koek en al worden er nogal wat hits aangevraagd de band buigt dankbaar voor zijn publiek en verlaat het podium. 11 nummers in negentig minuten spelen geeft een erg hoog gemiddelde per nummer, niet iedereen zal daarmee tevreden zijn en zal zich “Steve Winwood Greatest Hits Live” wel anders voorgesteld hebben, wij hebben alleszins genoten van deze band.
Luc Nuyts
Richie Kotzen @ OLT Rivierenhof, Antwerpen 28/06/2019
Intergalectic Lovers @ OLT Rivierenhof, Antwerpen
Laurence Jones@De Bosuil, Weert
The Delta Saints@De Bosuil, Weert
Millionaire@AB, Brussel 26-04-2018
Kensington@AB, Brussel 03-04-2018
Temperance Movement@De Zwerver, Leffinge
TEMPERANCE MOVEMENT @ DE ZWERVER, LEFFINGE 29/03/2018
Http://thetemperancemovenement.com/ https://facebook.com/TheTemperanceMovement/
Britse bluesrockers Temperance Movement brachten in 2013 hun gelijknamig debuutalbum uit. Muzikaal zit de band in het vaarwater van de Rival Sons en de Black Crowes. Frontman, zanger, Phill Campbell, geeft de band met zijn stem een eigen dementie. Een kruising tussen de jonge Rod Steward en de stem van Bon Scott, een rauw schurend stemgeluid.
In 2016 kwam de band met de opvolger “White Bear” op de proppen. Het geluid van dit album werd vooral bepaald door gitarist Luke Potashnick, een stuk ‘heavier’ dan hun debuutalbum, doch een zeer waardige opvolger.
Kort na de opname van “White Bear” verlaat gitarist Potashnick de band en wordt vervangen door Matt White. Het vele toeren wordt ook drummer Damon Wilson te veel en drummer Simon Lea zit nu achter de drumkits. Met een halve nieuwe lineup werd vorig jaar het derde album “Deeper Cut” opgenomen. Een album dat een stuk “zachter” is dan zijn voorganger. Stevige rocknummers die een zekere popgevoeligheid hebben, toegankelijk met toch een mooie muzikale diepgang.
De Zwerver weet de groep te strikken voor het enige optreden in België voor deze Europese toer. Met in het voorprogramma Thomas Wynn & The Believers kunnen we gerust van een stevige affiche spreken. Afkomstig van Orlando, Florida, speelt Thomas Wynn Southern rock met vooral invloeden van gospel en soul. Hun derde album “Wade Waist Deep” is een zeer avontuurlijk album geworden, stevige rockmuziek wordt afgewisseld met diverse vormen van “Americana” muziek. De duo zang met zijn zus Olivia geeft enkele
betoverende momenten op het album. En niet alleen daar, ook tijdens hun optreden, krijgen we meer dan eens kippenvel van hun samenzang. Vanaf opener “I don’t Regret”, passioneel gezongen door Thomas, krijgen we een bloemlezing van hun laatste album, “You Can’t Hurt Me”, zuivere southern rock, “Mountain Fog” intrigerende hardrock met geweldige drum. Het soulvolle nummer van het laatste album “Wait Waist Deep” is een eerste rustpunt, de beklijvende cover van “Atlantic City” (Springsteen), prachtige versie trouwens, is een pareltje met een knap staaltje samenzang. Eindigen doet men met “Turn It Into Gold”, een nummer dat rustig begint en naar het einde toe een loeiend hardrocknummer wordt, met een fantastische gitaarsolo van Thomas Wynn. Een heerlijke eerlijke band!
Met de intro van “The Stripper” op de achtergrond, komt Phil Campbell, met het charisma van een jonge Mick Jagger, op het podium, goed geschoren, typisch Engels kapsel en een minzaam lachje. Met de staccato akkoorden van het openingsnummer van het nieuwe album “Caught In The Middle” begint gitarist Paul Sayer het optreden. Hevige opener en als Campbell zijn keelgat openzet weet je het meteen, It’s “Rock and Roll” time. Bij het nummer “Love And Devotion” mogen Thomas en Olivia de backingvocals verzorgen, tenslotte zijn ze vijf weken samen op toer. Phil verlaat het podium even bij de laatste noten van “Higher Than The Sun” en komt verrassend terug met een jong prinsesje gekleed in een gebroken wit ballerinakleedje en een grote hoofdtelefoon als geluidsdemper op het hoofd, “Let’s Dance” roept Campbell en wanneer de band “Be Lucky” opent dansen de twee erop los. Ja, de opvolging van Phil wordt al voorbereid, ook zijn dochtertje weet hoe ze het publiek moet bespelen.
Muzikaal laat de band geen nieuwe dingen horen, maar ze spelen hun muziek met zoveel verve en de nummers zijn zo sterk, dat deze groep binnen een korte termijn voor een veel breder publiek zal spelen. Zanger Phil Campbell, toch wel de spilfiguur van de band,
steeds in beweging, armen en benen in alle richtingen verspreiden en met zijn onconventionele dansbewegingen haalt hij alle energie uit zijn lijf. De prachtige twin-gitaar in het nummer “Ain’t No Telling”, het tragere “Another Spiral”, dat aan de Allmann Brothers doet denken, het hevige catchy “White Bear”, nummers die het stuk voor stuk live uitstekend doen. Natuurlijk is de stem van Campbell een enorme meerwaarde, de zeer schorre stem waarmee je denkt dat hij wel eens uit de bocht kan gaan, is steeds toon- en tempovast. Dit is natuurlijk een klein optreden voor de band, in thuisland Groot-Brittannië is de belangstelling al iets ruimer, toch heeft hij respect voor de stilte tijdens de nummers wat in GB wel wat minder is. Met het door Campbell op akoestische gitaar gespeelde nummer “Deeper Cut” wordt het optreden besloten. Voor de bisnummers haalt men een piano op het podium, en ja Phil speelt ook piano. “Backwater Zoo”, een nummer geschreven voor zijn dochter, ook al heb je een tegenslag, je kan altijd op iets of iemand rekenen of terugvallen. Afsluiter wordt “Midnight Black”, een typische Temperance Movement song, stevig ritme, scheurende zang, vlot refrein. Origineel, neen, maar wel fascinerend en meeslepend.
Luc Nuyts
Http://thetemperancemovenement.com/ https://facebook.com/TheTemperanceMovement/
Britse bluesrockers Temperance Movement brachten in 2013 hun gelijknamig debuutalbum uit. Muzikaal zit de band in het vaarwater van de Rival Sons en de Black Crowes. Frontman, zanger, Phill Campbell, geeft de band met zijn stem een eigen dementie. Een kruising tussen de jonge Rod Steward en de stem van Bon Scott, een rauw schurend stemgeluid.
In 2016 kwam de band met de opvolger “White Bear” op de proppen. Het geluid van dit album werd vooral bepaald door gitarist Luke Potashnick, een stuk ‘heavier’ dan hun debuutalbum, doch een zeer waardige opvolger.
Kort na de opname van “White Bear” verlaat gitarist Potashnick de band en wordt vervangen door Matt White. Het vele toeren wordt ook drummer Damon Wilson te veel en drummer Simon Lea zit nu achter de drumkits. Met een halve nieuwe lineup werd vorig jaar het derde album “Deeper Cut” opgenomen. Een album dat een stuk “zachter” is dan zijn voorganger. Stevige rocknummers die een zekere popgevoeligheid hebben, toegankelijk met toch een mooie muzikale diepgang.
De Zwerver weet de groep te strikken voor het enige optreden in België voor deze Europese toer. Met in het voorprogramma Thomas Wynn & The Believers kunnen we gerust van een stevige affiche spreken. Afkomstig van Orlando, Florida, speelt Thomas Wynn Southern rock met vooral invloeden van gospel en soul. Hun derde album “Wade Waist Deep” is een zeer avontuurlijk album geworden, stevige rockmuziek wordt afgewisseld met diverse vormen van “Americana” muziek. De duo zang met zijn zus Olivia geeft enkele
betoverende momenten op het album. En niet alleen daar, ook tijdens hun optreden, krijgen we meer dan eens kippenvel van hun samenzang. Vanaf opener “I don’t Regret”, passioneel gezongen door Thomas, krijgen we een bloemlezing van hun laatste album, “You Can’t Hurt Me”, zuivere southern rock, “Mountain Fog” intrigerende hardrock met geweldige drum. Het soulvolle nummer van het laatste album “Wait Waist Deep” is een eerste rustpunt, de beklijvende cover van “Atlantic City” (Springsteen), prachtige versie trouwens, is een pareltje met een knap staaltje samenzang. Eindigen doet men met “Turn It Into Gold”, een nummer dat rustig begint en naar het einde toe een loeiend hardrocknummer wordt, met een fantastische gitaarsolo van Thomas Wynn. Een heerlijke eerlijke band!
Met de intro van “The Stripper” op de achtergrond, komt Phil Campbell, met het charisma van een jonge Mick Jagger, op het podium, goed geschoren, typisch Engels kapsel en een minzaam lachje. Met de staccato akkoorden van het openingsnummer van het nieuwe album “Caught In The Middle” begint gitarist Paul Sayer het optreden. Hevige opener en als Campbell zijn keelgat openzet weet je het meteen, It’s “Rock and Roll” time. Bij het nummer “Love And Devotion” mogen Thomas en Olivia de backingvocals verzorgen, tenslotte zijn ze vijf weken samen op toer. Phil verlaat het podium even bij de laatste noten van “Higher Than The Sun” en komt verrassend terug met een jong prinsesje gekleed in een gebroken wit ballerinakleedje en een grote hoofdtelefoon als geluidsdemper op het hoofd, “Let’s Dance” roept Campbell en wanneer de band “Be Lucky” opent dansen de twee erop los. Ja, de opvolging van Phil wordt al voorbereid, ook zijn dochtertje weet hoe ze het publiek moet bespelen.
Muzikaal laat de band geen nieuwe dingen horen, maar ze spelen hun muziek met zoveel verve en de nummers zijn zo sterk, dat deze groep binnen een korte termijn voor een veel breder publiek zal spelen. Zanger Phil Campbell, toch wel de spilfiguur van de band,
steeds in beweging, armen en benen in alle richtingen verspreiden en met zijn onconventionele dansbewegingen haalt hij alle energie uit zijn lijf. De prachtige twin-gitaar in het nummer “Ain’t No Telling”, het tragere “Another Spiral”, dat aan de Allmann Brothers doet denken, het hevige catchy “White Bear”, nummers die het stuk voor stuk live uitstekend doen. Natuurlijk is de stem van Campbell een enorme meerwaarde, de zeer schorre stem waarmee je denkt dat hij wel eens uit de bocht kan gaan, is steeds toon- en tempovast. Dit is natuurlijk een klein optreden voor de band, in thuisland Groot-Brittannië is de belangstelling al iets ruimer, toch heeft hij respect voor de stilte tijdens de nummers wat in GB wel wat minder is. Met het door Campbell op akoestische gitaar gespeelde nummer “Deeper Cut” wordt het optreden besloten. Voor de bisnummers haalt men een piano op het podium, en ja Phil speelt ook piano. “Backwater Zoo”, een nummer geschreven voor zijn dochter, ook al heb je een tegenslag, je kan altijd op iets of iemand rekenen of terugvallen. Afsluiter wordt “Midnight Black”, een typische Temperance Movement song, stevig ritme, scheurende zang, vlot refrein. Origineel, neen, maar wel fascinerend en meeslepend.
Luc Nuyts
The Script@Vorst Nationaal, Brussel 17/03/2018
.
THE SCRIPT @ VORST-NATIONAAL, BRUSSEL 17/03/2018
http://thescript.com/ https://www.facebook.com/TheScript/
Grootse, meezingbare refreinen, muzikaal omlijst met een mix van hedendaagse R&B, soul en rap blijkt na een verkoop van meer dan 30 miljoen albums de succesformule te zijn voor de Ierse band The Script.
Jeugdvrienden Danny O’Donoghue (vocals) en Mark Sheehan (gitaar) richtten in 2007 de band op, na een korte zoektocht wordt drummer Glen Power als derde lid ingelijfd. Met invloeden die gaan van U2 en Van Morrison tot Timbaland en Teddy Riley komt deze ‘Celtic Soul’ popband in 2008 met hun debuutalbum “The Script” op de proppen. Meteen een schot in de roos want het album met hits als “Break Even” en “The Man Who Can’t Be Moved” werd een eclatant succes in Europa en US. Het laat de band toe om de voorprogramma’s van U2 en Paul McCartney te spelen. Ook opvolger “Science & Faith” (2010) werd een succes met de nodige hits. “Hall Of Fame” een nummer opgenomen samen met hiphop artiest will.i.am, afkomstig van het album “#3”, werd hun grootste hit tot nu toe, een wereldwijd succes met optredens voor een steeds groeiend publiek.
Na het beëindigen van hun wereldtour voor het album “No Sound Without Silence” (2014) bleek de band even tijd nodig te hebben om op adem te komen, het vele toeren en de stress van het succes hadden hun sporen nagelaten, tijd om te herbronnen. Zanger O’Donoghue moest trouwens onder het mes voor stemproblemen waardoor hij sowieso een jaar buiten strijd was. Na een vraag van zijn zoontje wat terrorisme eigenlijk was, moeilijk uit te leggen aan iemand van 7 jaar, is men begonnen met het schrijven van hun vijfde album “Freedom Child”, met meer politiek gerichte teksten zonder de menselijke aspecten te verliezen.
Een zo goed als volgelopen Vorst-Nationaal hoopte weer op een spektakeloptreden van de sympathieke Ieren die in België nog steeds zeer geliefd zijn. Vrijheid en wat mensen daaronder verstaan werd door twee videoschermen aan het publiek getoond waarna het zwarte doek in het midden van de zaal omhoog gaat en de drie bandleden op het kleine podium hun optreden starten met het uptempo “Superheroes”, nee geen nummer over Bat- of Superman maar over de gewone man die bereid is om zijn medemens te helpen. “Rock The World” nog zo’n stevig uptempo nummer deed de temperatuur en het enthousiasme in de zaal al onmiddellijk stijgen. En ja voor degene die het nog niet wisten het was St. Patricks Day, zowat de belangrijkste feestdag in Ierland, om dit samen met de Belgische fans te vieren had de band er niets beter op gevonden dan een grote tournee generale te geven, voor iedereen een gratis drank en een welgemeende ‘slainte’ van O’Donohgue en de zijnen en met de groene confetti die door de zaal werd geblazen werd het nummer “Paint The Town Green” ingezet, sfeer alom. Tijdens het nummer verhuisde de band, doorheen de talrijke fans, naar het grote podium waar ook de twee extra muzikanten, bass en keyboards, reeds speelden. Buiten de twee videoschermen werd het podium nog opgesmukt met een projectie van stadsbeelden. “The Man Who Can’t Be Moved” wordt ingezet door het publiek terwijl zanger O’Donoghue geniet van het gebeuren, altijd leuk wanneer het publiek een nummer volledig kunnen meezingen. En dan volgt een andere, onverwachte verrassing, de vocals vallen weg tijdens “Wonders”, technische problemen met de mix, waardoor de band het podium moet verlaten. De fans houden de sfeer erin door de wave door de zaal te laten gaan en na een vijftal minuten staat de
groep terug op het podium zich excuserend voor problemen waar ze niets kunnen aan doen. The Script heeft gelukkig, genoeg hits in huis om het publiek terug in schwung te krijgen, “Nothing”, “No Man Is An Island” en ook de tragere sentimentele nummers “If You Could See Me Now” en “For The First Time” gaan erin als zoete koek. Na dit laatste nummer verlaat de band het podium om een paar minuten later op het balkon tussen de fans een akoestische versie te spelen van hun nieuwe single “Crazy World” en het mooie integere “Never Seen Anything Quiet Like You”. Wanneer de band “The Energy Never Dies” inzet bevindt zanger O’Donoghue zich inmiddels aan de andere kant van de zaal op het balkon, zingend en handjes schudden met de fans, zo zit hij nu eenmaal in elkaar, zonder kapsones, zichzelf en het publiek amuserend. Afsluiter wordt de eerste single van het nieuwe album “Rain”, Ed Sheeran-achtig, hapklaar radionummer.
Het eerste bisnummer “No Good In Goodbeyes” krijgt een prachtige visuele lichtshow mee waarna we nog twee grote hits te horen krijgen “Break Even” en natuurlijk als afsluiter “Hall Of Fame”, zanger Danny O”Donoghue verkondigt nogmaals hoe belangrijk ‘freedom of expression” vindt, de confettikanonnen gaan nogmaals af, en getooid met de Belgische en Ierse vlag aan elkaar gemaakt, zegt hij dat het voor hen een memorabele St Patricks Day was, ééntje om niet meer te vergeten en zo zullen er veel fans zijn die dit concert memorabel zullen vinden. Met een luide knal en een massa slierten linten werd het concert beëindigt, niemand zal zich verveeld hebben met dit muzikaal en visueel spektakel stuk.
Luc Nuyts
.
http://thescript.com/ https://www.facebook.com/TheScript/
Grootse, meezingbare refreinen, muzikaal omlijst met een mix van hedendaagse R&B, soul en rap blijkt na een verkoop van meer dan 30 miljoen albums de succesformule te zijn voor de Ierse band The Script.
Jeugdvrienden Danny O’Donoghue (vocals) en Mark Sheehan (gitaar) richtten in 2007 de band op, na een korte zoektocht wordt drummer Glen Power als derde lid ingelijfd. Met invloeden die gaan van U2 en Van Morrison tot Timbaland en Teddy Riley komt deze ‘Celtic Soul’ popband in 2008 met hun debuutalbum “The Script” op de proppen. Meteen een schot in de roos want het album met hits als “Break Even” en “The Man Who Can’t Be Moved” werd een eclatant succes in Europa en US. Het laat de band toe om de voorprogramma’s van U2 en Paul McCartney te spelen. Ook opvolger “Science & Faith” (2010) werd een succes met de nodige hits. “Hall Of Fame” een nummer opgenomen samen met hiphop artiest will.i.am, afkomstig van het album “#3”, werd hun grootste hit tot nu toe, een wereldwijd succes met optredens voor een steeds groeiend publiek.
Na het beëindigen van hun wereldtour voor het album “No Sound Without Silence” (2014) bleek de band even tijd nodig te hebben om op adem te komen, het vele toeren en de stress van het succes hadden hun sporen nagelaten, tijd om te herbronnen. Zanger O’Donoghue moest trouwens onder het mes voor stemproblemen waardoor hij sowieso een jaar buiten strijd was. Na een vraag van zijn zoontje wat terrorisme eigenlijk was, moeilijk uit te leggen aan iemand van 7 jaar, is men begonnen met het schrijven van hun vijfde album “Freedom Child”, met meer politiek gerichte teksten zonder de menselijke aspecten te verliezen.
Een zo goed als volgelopen Vorst-Nationaal hoopte weer op een spektakeloptreden van de sympathieke Ieren die in België nog steeds zeer geliefd zijn. Vrijheid en wat mensen daaronder verstaan werd door twee videoschermen aan het publiek getoond waarna het zwarte doek in het midden van de zaal omhoog gaat en de drie bandleden op het kleine podium hun optreden starten met het uptempo “Superheroes”, nee geen nummer over Bat- of Superman maar over de gewone man die bereid is om zijn medemens te helpen. “Rock The World” nog zo’n stevig uptempo nummer deed de temperatuur en het enthousiasme in de zaal al onmiddellijk stijgen. En ja voor degene die het nog niet wisten het was St. Patricks Day, zowat de belangrijkste feestdag in Ierland, om dit samen met de Belgische fans te vieren had de band er niets beter op gevonden dan een grote tournee generale te geven, voor iedereen een gratis drank en een welgemeende ‘slainte’ van O’Donohgue en de zijnen en met de groene confetti die door de zaal werd geblazen werd het nummer “Paint The Town Green” ingezet, sfeer alom. Tijdens het nummer verhuisde de band, doorheen de talrijke fans, naar het grote podium waar ook de twee extra muzikanten, bass en keyboards, reeds speelden. Buiten de twee videoschermen werd het podium nog opgesmukt met een projectie van stadsbeelden. “The Man Who Can’t Be Moved” wordt ingezet door het publiek terwijl zanger O’Donoghue geniet van het gebeuren, altijd leuk wanneer het publiek een nummer volledig kunnen meezingen. En dan volgt een andere, onverwachte verrassing, de vocals vallen weg tijdens “Wonders”, technische problemen met de mix, waardoor de band het podium moet verlaten. De fans houden de sfeer erin door de wave door de zaal te laten gaan en na een vijftal minuten staat de
groep terug op het podium zich excuserend voor problemen waar ze niets kunnen aan doen. The Script heeft gelukkig, genoeg hits in huis om het publiek terug in schwung te krijgen, “Nothing”, “No Man Is An Island” en ook de tragere sentimentele nummers “If You Could See Me Now” en “For The First Time” gaan erin als zoete koek. Na dit laatste nummer verlaat de band het podium om een paar minuten later op het balkon tussen de fans een akoestische versie te spelen van hun nieuwe single “Crazy World” en het mooie integere “Never Seen Anything Quiet Like You”. Wanneer de band “The Energy Never Dies” inzet bevindt zanger O’Donoghue zich inmiddels aan de andere kant van de zaal op het balkon, zingend en handjes schudden met de fans, zo zit hij nu eenmaal in elkaar, zonder kapsones, zichzelf en het publiek amuserend. Afsluiter wordt de eerste single van het nieuwe album “Rain”, Ed Sheeran-achtig, hapklaar radionummer.
Het eerste bisnummer “No Good In Goodbeyes” krijgt een prachtige visuele lichtshow mee waarna we nog twee grote hits te horen krijgen “Break Even” en natuurlijk als afsluiter “Hall Of Fame”, zanger Danny O”Donoghue verkondigt nogmaals hoe belangrijk ‘freedom of expression” vindt, de confettikanonnen gaan nogmaals af, en getooid met de Belgische en Ierse vlag aan elkaar gemaakt, zegt hij dat het voor hen een memorabele St Patricks Day was, ééntje om niet meer te vergeten en zo zullen er veel fans zijn die dit concert memorabel zullen vinden. Met een luide knal en een massa slierten linten werd het concert beëindigt, niemand zal zich verveeld hebben met dit muzikaal en visueel spektakel stuk.
Luc Nuyts
.
Ella Eyre@Vorst Nationaal, Brussel 17/03/2018
The Glorious Sons@ABclub, Brussel
THE GLORIOUS SONS @ AB CLUB, BRUSSEL 01/03/2018
http://theglorioussons.com https://www.facebook.com/TheGloriousSons
Kingston, Ontario is de thuishaven van de Candese rockers van The Glorious Sons. De band werd in 2011 opgericht door de broers Brett (vocals) en Jay Emmons (gitaar), Chris Koster (gitaar), Adam Paquette (drums) en Chris Huot (bas). Met hun melodische ‘Classic Rock’ geluid waarin ook wel Southern Rock invloeden zitten brachtten ze in 2013 een EP uit,”Shapeless Art”, met daarop zeven nummers, een visitekaartje voor hun eerste volwaardig album “The Union” dat een jaar later werd uitgebracht. Het album werd een enorm succes in thuisland Canada, met diverse nummers in de Canadian Rock Charts en een Juno Award voor Best Rock Group Of The Year, hun start hebben ze zeker niet gemist. De opvolger “Young Beauties And Fools” verscheen vorig jaar en laat een iets ander geluid horen, een modernere aanpak, een semi-autobiografisch geheel daar de nummers, door frontman Brett Emmons geschreven, over persoonlijke momenten uit zijn leven gaan. Met de vooruitgeschoven single “Everthing Is Allright” hebben ze tot nu toe hun grootste hit te pakken.
Dat ze “the next big thing” uit Canada zijn willen ze best wel eens komen bewijzen in Europa, ook Brussel doen ze hierbij aan. Voor een matig gevulde AB club begint de band met een a-cappela intro van “Josie” een nummer uit hun laatste album. Wanneer de instrumenten invallen is al vlug duidelijk dat het geluid verre van ok is, de gitaar van Jay staat veel te hard en de zang van Brett is soms onverstaanbaar. Het geluid van de overige instrumenten is wel één geheel en laat horen dat de band live wel degelijk in orde is. Sterke nummers uit hun laatste album “Sawed Off Shotgun”, “My Poor Heart” worden gevolgd door “Mama” van hun debuutalbum met Brett op mondharmonika. De frontman van de band, die steeds wat zombie-achtig over het podium struint, met zijn gezicht meestal verborgen achter zijn lange haren, meldt even dat zijn stem het wat laat afweten, meezingen is de boodschap maar met een klein publiek is dit niet evident. Energetisch is de man wel, een microfoonstaander heeft hij niet nodig want die is na het tweede nummer reeds afgebroken, een begenadigd spreker is hij dan weeral niet en alhoewel zijn stem niet altijd duidelijk overkomt hoor je wel dat hij een knappe rockstem heeft. Alhoewel de band over heel wat sterke nummers beschikt, waaronder de sterke rocker “White Noise”, krijgen ze geen voeling met het publiek. Alleen met “Everything Is Allright” , hun bekendste nummer, zingt het publiek mee en komt er wat sfeer in de Club. “Kill The Lights” , een ‘break-up’ nummer met een leuke riff van gitarist Koster en een sterk refrein laat nogmaals horen dat het songmateriaal van de band erg sterk is. Verassend genoeg was dit ook het laatste nummer, na 55 minuten spelen als headliner is dit wel erg kort, neem daarbij het slechte geluid van gitaar en zang en we kunnet niet anders als van een teleurstellend concert spreken. Hopelijk staat er snel een revanche op hun programma !!!
Luc Nuyts
.
http://theglorioussons.com https://www.facebook.com/TheGloriousSons
Kingston, Ontario is de thuishaven van de Candese rockers van The Glorious Sons. De band werd in 2011 opgericht door de broers Brett (vocals) en Jay Emmons (gitaar), Chris Koster (gitaar), Adam Paquette (drums) en Chris Huot (bas). Met hun melodische ‘Classic Rock’ geluid waarin ook wel Southern Rock invloeden zitten brachtten ze in 2013 een EP uit,”Shapeless Art”, met daarop zeven nummers, een visitekaartje voor hun eerste volwaardig album “The Union” dat een jaar later werd uitgebracht. Het album werd een enorm succes in thuisland Canada, met diverse nummers in de Canadian Rock Charts en een Juno Award voor Best Rock Group Of The Year, hun start hebben ze zeker niet gemist. De opvolger “Young Beauties And Fools” verscheen vorig jaar en laat een iets ander geluid horen, een modernere aanpak, een semi-autobiografisch geheel daar de nummers, door frontman Brett Emmons geschreven, over persoonlijke momenten uit zijn leven gaan. Met de vooruitgeschoven single “Everthing Is Allright” hebben ze tot nu toe hun grootste hit te pakken.
Dat ze “the next big thing” uit Canada zijn willen ze best wel eens komen bewijzen in Europa, ook Brussel doen ze hierbij aan. Voor een matig gevulde AB club begint de band met een a-cappela intro van “Josie” een nummer uit hun laatste album. Wanneer de instrumenten invallen is al vlug duidelijk dat het geluid verre van ok is, de gitaar van Jay staat veel te hard en de zang van Brett is soms onverstaanbaar. Het geluid van de overige instrumenten is wel één geheel en laat horen dat de band live wel degelijk in orde is. Sterke nummers uit hun laatste album “Sawed Off Shotgun”, “My Poor Heart” worden gevolgd door “Mama” van hun debuutalbum met Brett op mondharmonika. De frontman van de band, die steeds wat zombie-achtig over het podium struint, met zijn gezicht meestal verborgen achter zijn lange haren, meldt even dat zijn stem het wat laat afweten, meezingen is de boodschap maar met een klein publiek is dit niet evident. Energetisch is de man wel, een microfoonstaander heeft hij niet nodig want die is na het tweede nummer reeds afgebroken, een begenadigd spreker is hij dan weeral niet en alhoewel zijn stem niet altijd duidelijk overkomt hoor je wel dat hij een knappe rockstem heeft. Alhoewel de band over heel wat sterke nummers beschikt, waaronder de sterke rocker “White Noise”, krijgen ze geen voeling met het publiek. Alleen met “Everything Is Allright” , hun bekendste nummer, zingt het publiek mee en komt er wat sfeer in de Club. “Kill The Lights” , een ‘break-up’ nummer met een leuke riff van gitarist Koster en een sterk refrein laat nogmaals horen dat het songmateriaal van de band erg sterk is. Verassend genoeg was dit ook het laatste nummer, na 55 minuten spelen als headliner is dit wel erg kort, neem daarbij het slechte geluid van gitaar en zang en we kunnet niet anders als van een teleurstellend concert spreken. Hopelijk staat er snel een revanche op hun programma !!!
Luc Nuyts
.
Brian Fallon & The Howling Weather@De Roma, Antwerpen 27/02/2018
Dave Hause@De Roma, Antwerpen 27/02/2018
Stef Kamil Carlens@ Muziekodroom, Hasselt 02/02/2018
STEF KAMIL CARLENS @ MUZIEKODROOM, HASSELT 2/2/2018
http://stefkamilcarlens.com/ https://www.facebook.com/StefKamilCarlens/
Onder de naam “A Beatband” bracht Stef Kamil Carlens in 1993 het album “Jintro Travels The World In A Skirt” uit, hierop slechts 5 nummers, elk nummer ingespeeld met andere muzikanten. Het was een voorbode van wat we nog mochten verwachten van deze muzikale duizendpoot. Samen met Tom Barman was hij het genie achter de band dEUS, “Worst Case Scenario” (1994) het debuutalbum van de band werd een internationaal succes. Tijdens de opnames van opvolger “In A Bar, Under The Sea” (1996) verliet Stef Kamil Carlens echter de band om met zijn eigen band “Zita Swoon” zijn muzikale creativiteit te exploreren. Buiten de reguliere indie rock albums verdiept dit kunstcollectief zich ook in andere projecten zoals dans, theater en film. Kunstminnaar Stef Kamil Carlens houdt zicht buiten de muziek bezig met beeldhouwkunst, schilderen en kunstinstallaties.
Zita Swoon is ondertussen Zita Swoon Group geworden en maakt kosmopolitische muziek voor dans en theater, hun laatste werkstuk “Nothing That Is Everything” (2015), een definitie van het dadaïsme, werd uiteindelijk een kleurrijk en ritmisch totaalspektakel, een ode aan het dadaïsme.
Vorig jaar besloot Stef Kamil dat het tijd was voor zijn eerste soloalbum, een ouderwets album met ‘pop’nummers. “Stuck In The Status Quo” bevat 8 nummers, waarvan er enkele al een paar jaar gespeeld worden tijdens zijn liveoptredens. Verhalende teksten met subtiele instrumentatie blijkt het handelskenmerk van SKC te zijn. Vorig jaar speelde hij op heel wat festivals in België, dit jaar doet hij het clubcircuit aan en mogen we vandaag in de MuziekODroom te Hasselt kennismaken met het soloproject van Stef Kamil Carlens.
Wat meteen op het podium opvalt is de instrumentatie, een kalimba, ukulele, mini-piano, xylofoon, harp en drumstel dat bestaat percussie-instrumenten, de subtiele klanken van het album zullen we live dus ook te horen krijgen.
Met een lange instrumentale intro krijgen we het Franstalige nummer “L’Opaque Paradis” te horen, Carlens spelend op zijn gitaar, bespeeld met zijn rechtervoet een cajon en met zijn linkervoet een harmonium en ja hij zingt nog ook. “Empty World”, afkomstig van zijn nieuw album schreef hij na het overlijden van zangeres en presentatrice Yasmine.
Het blijkt dat SKC al bezig is met een opvolger van zijn solodebuut, nieuwnummer “Rumble Factories” over hoe heerlijk fietsen kan zijn, is een voorbode.
Het muzikale pallet waarover de band beschikt kleurt de nummers mooi in, Nele Ponsaers op de toetsen, Nicolas Rombouts, bas, Wim Debusser, percussie en Alma Auer op harp. Ook geven de vrouwelijke backing-vocals een mooie invulling op de stem van Stef Kamil Carlens.
Het publiek is aandachtig, stil, met het nummer “My Bond With You And Your Planet. Disco!” komt daar uiteindelijk toch wat verandering in. Eeuwig trouw zweren als je dronken bent is niet echt slim ook al ben je in Schotland, “Jo’s Wine Song” een leuke blues stamper, met SKC die weet hoe hij dobro slide gitaar moet spelen.
Setisten zijn niet echt besteed aan SKC, hij overlegt soms met de band over welk nummer ze gaan spelen, percussionist Wim Debusser geeft meestal tamelijk luidruchtig zijn mening, de kempenaar staat volgende week zelf met zijn band “King Dick” in de MuziekODroom.
We krijgen nog een nieuw nummer “Back On The Road” met erg mooie harp van Alma Auer. Als iemand uit het publiek “The Night” vraagt, is SKC onmiddellijk akkoord, prima keuze, lang niet meer gespeeld, even zoeken in zijn songbook en eindelijk gevonden. We krijgen een prachtige versie van “Ragdoll Blues”, een nummer uit zijn “A Beatband” EP, bloedmooi nummer, gevolgd door jawel “The Night”. En daarmee waren de speelminuten opgebruikt, maar natuurlijk is er een toegift. Het openingsnummer van het nieuwe album “The Journey Will Be Long” met die schitterende zang van Alma Auer, en met zijn wishlist voor zijn begrafenis “After I’m Gone” probeert hij droevige tijden toch nog feestelijk te maken. Blij dat SKC nog even tijd wou vrijmaken om conventionele popsongs te spelen, op zijn manier dan!!!
Luc Nuyts
.
http://stefkamilcarlens.com/ https://www.facebook.com/StefKamilCarlens/
Onder de naam “A Beatband” bracht Stef Kamil Carlens in 1993 het album “Jintro Travels The World In A Skirt” uit, hierop slechts 5 nummers, elk nummer ingespeeld met andere muzikanten. Het was een voorbode van wat we nog mochten verwachten van deze muzikale duizendpoot. Samen met Tom Barman was hij het genie achter de band dEUS, “Worst Case Scenario” (1994) het debuutalbum van de band werd een internationaal succes. Tijdens de opnames van opvolger “In A Bar, Under The Sea” (1996) verliet Stef Kamil Carlens echter de band om met zijn eigen band “Zita Swoon” zijn muzikale creativiteit te exploreren. Buiten de reguliere indie rock albums verdiept dit kunstcollectief zich ook in andere projecten zoals dans, theater en film. Kunstminnaar Stef Kamil Carlens houdt zicht buiten de muziek bezig met beeldhouwkunst, schilderen en kunstinstallaties.
Zita Swoon is ondertussen Zita Swoon Group geworden en maakt kosmopolitische muziek voor dans en theater, hun laatste werkstuk “Nothing That Is Everything” (2015), een definitie van het dadaïsme, werd uiteindelijk een kleurrijk en ritmisch totaalspektakel, een ode aan het dadaïsme.
Vorig jaar besloot Stef Kamil dat het tijd was voor zijn eerste soloalbum, een ouderwets album met ‘pop’nummers. “Stuck In The Status Quo” bevat 8 nummers, waarvan er enkele al een paar jaar gespeeld worden tijdens zijn liveoptredens. Verhalende teksten met subtiele instrumentatie blijkt het handelskenmerk van SKC te zijn. Vorig jaar speelde hij op heel wat festivals in België, dit jaar doet hij het clubcircuit aan en mogen we vandaag in de MuziekODroom te Hasselt kennismaken met het soloproject van Stef Kamil Carlens.
Wat meteen op het podium opvalt is de instrumentatie, een kalimba, ukulele, mini-piano, xylofoon, harp en drumstel dat bestaat percussie-instrumenten, de subtiele klanken van het album zullen we live dus ook te horen krijgen.
Met een lange instrumentale intro krijgen we het Franstalige nummer “L’Opaque Paradis” te horen, Carlens spelend op zijn gitaar, bespeeld met zijn rechtervoet een cajon en met zijn linkervoet een harmonium en ja hij zingt nog ook. “Empty World”, afkomstig van zijn nieuw album schreef hij na het overlijden van zangeres en presentatrice Yasmine.
Het blijkt dat SKC al bezig is met een opvolger van zijn solodebuut, nieuwnummer “Rumble Factories” over hoe heerlijk fietsen kan zijn, is een voorbode.
Het muzikale pallet waarover de band beschikt kleurt de nummers mooi in, Nele Ponsaers op de toetsen, Nicolas Rombouts, bas, Wim Debusser, percussie en Alma Auer op harp. Ook geven de vrouwelijke backing-vocals een mooie invulling op de stem van Stef Kamil Carlens.
Het publiek is aandachtig, stil, met het nummer “My Bond With You And Your Planet. Disco!” komt daar uiteindelijk toch wat verandering in. Eeuwig trouw zweren als je dronken bent is niet echt slim ook al ben je in Schotland, “Jo’s Wine Song” een leuke blues stamper, met SKC die weet hoe hij dobro slide gitaar moet spelen.
Setisten zijn niet echt besteed aan SKC, hij overlegt soms met de band over welk nummer ze gaan spelen, percussionist Wim Debusser geeft meestal tamelijk luidruchtig zijn mening, de kempenaar staat volgende week zelf met zijn band “King Dick” in de MuziekODroom.
We krijgen nog een nieuw nummer “Back On The Road” met erg mooie harp van Alma Auer. Als iemand uit het publiek “The Night” vraagt, is SKC onmiddellijk akkoord, prima keuze, lang niet meer gespeeld, even zoeken in zijn songbook en eindelijk gevonden. We krijgen een prachtige versie van “Ragdoll Blues”, een nummer uit zijn “A Beatband” EP, bloedmooi nummer, gevolgd door jawel “The Night”. En daarmee waren de speelminuten opgebruikt, maar natuurlijk is er een toegift. Het openingsnummer van het nieuwe album “The Journey Will Be Long” met die schitterende zang van Alma Auer, en met zijn wishlist voor zijn begrafenis “After I’m Gone” probeert hij droevige tijden toch nog feestelijk te maken. Blij dat SKC nog even tijd wou vrijmaken om conventionele popsongs te spelen, op zijn manier dan!!!
Luc Nuyts
.
Stereophonics@AB, Brussel 24/01/2018
STEREOPHONICS @ AB BRUSSEL 24/01/2018
http://stereophonics.com https://www.facebook.com/stereophonics
Midden jaren negentig kende de Britpop haar hoogtepunt, bands als Oasis en Blur speelden catchy rocknummers als reactie tegen de grunge en de alternatieve rock scene in de Verenigde Staten. Eind jaren negentig zetten post-Britpop bands als Coldplay, Travis en Stereophonics het succes van de Britse rockmuziek verder. Tradionele Britse ‘gitaar’ rockmuziek, met elementen van pop en rockmuziek uit de jaren 70 en ook wel wat Amerikaanse invloeden.
De uit Wales afkomstige Stereophonics werden in 1992 opgericht door Kelly Jones (zang, gitaar), Stuart Cable (drums) en Richard Jones (bass) en brachten als eerste band hun debuutalbum uit op het V2 label van Richard Branson. “Word Gets Around” (1997) haalde de 6e plaats in de UK Album Charts en leverde met nummers als “A Thousand Trees” en “Local Boy In A Photograph” enkele straffe songs op. Klassieke UK-rock met de onmiddellijk herkenbare karakteristieke ‘whiskey’ vocals van Kelly Jones. De band wordt vaak vergeleken met die andere succesvolle band uit Wales, “The Manic Street Preachers”. In 2003 werd medeoprichter Stuart Cable uit de band gezet, zijn toewijding voor de band zat op een te laag pitje, in 2010 overleed hij na overmatig alcohol gebruik. Adam Zindani werd ingelijfd als vaste gitarist (2007) en Jamie Morrison is sinds 2012 drummer bij de band. Teksten en muziek zijn meestal van de hand van Kelly Jones.
De populariteit van de band in eigen land is erg groot, ongeveer om de twee jaar brengen ze een nieuw album uit waarvan er zes de eerste plaats wisten te halen op de Uk Album Charts. Verleden jaar brachten ze hun tiende studioalbum uit “Scream Above The Sounds”, weer een degelijk album met de nodige hitgevoelige nummers.
De concertzaal van de AB was erg snel uitverkocht voor dit concert van de Stereophonics, de band blijft ook in België nog steeds erg populair.
Drummer Jamie Morrison moet wel een heel fijn overzicht van de zaal hebben gehad, zijn drumkit staat erg hoog op het podium, daaronder Kelly Jones geflankeerd door gitarist Adam Zindani en bassist Richard Jones, een beetje naar achteren weggestoken speelt Tony Kirkham als ‘touring member’, keyboards.
“Caught By The Wind” openingsnummer van hun nieuw album, geschreven naar aanleiding van de Bataclan-aanslag in Parijs, mag ook hier de set openen en er volgen nog enkele klassieke meezingbare poprockers, “C’est La Vie”, “I Wanna Get Lost With You” en nieuwe single “Taking A Tumble”. Het grote beeldscherm achteraan het podium toont bij elk nummer relevante beelden die het optreden een beetje levendig houden. Buiten een korte begroeting van Kelly Jones is het vooral de muziek die de band laat spreken. “Have A Nice Day”, ook een hitje in België, wordt vrolijk meegezongen en tijdens de sing-along “I Wouldn’t Believe Your Radio” komt drummer Morrison, zanger Jones in de frontlinie vervoegen met een one-piece drumkit. De sfeer bij het publiek zit goed ook het refrein van “Maybe Tommorow” wordt vlijtig meegezongen, de uitvoeringen zijn perfect, de zang van Jones kenmerkend en foutloos. “White Lies” en “Sunny” worden door Kelly Jones afgewerkt op de piano. De band speelt al sinds 20 jaar in Brussel, vanaf het begin van hun carrière dus. In 2012 waren ze dikwijls in Brussel en dit om hun album “Graffiti On The Train” op te nemen in de ICP
Recording Studios, waarna het titelnummer van het album en de hitsingle “Indian Summer” gespeeld worden.
Dat Stereophonics ook staat voor een stevige portie rock bewijzen ze door nummers als “Chances Are” en “Catacomb” door de AB te laten gieren met snedige gitaarsolo. Ook hun debuutalbum wordt niet vergeten, deze vierde vorige jaar haar twintigste verjaardag, “only one tree to make a thousand matches, only takes one match to burn a thousand trees", een meezinger voor de fans van het eerste uur. Met “Local Boy In A Photograph”, inclusief beelden van een twintig jaar jongere Stereophonics en het vurige “The Bartender And The Thief” krijgen we een spetterend einde. Resten ons nog twee bisnummers, “Mr. And Ms. Smith” uit hun jongste album, een ‘motel-affaire’ en hun grootste hit “Dakota” dat meer dan 10 miljoen keer over de toonbank ging en een mooie afsluiter is van deze succesvolle Britse band met een fraaie carrière en een puik concert.
Luc Nuyts
Setlist:
Caught By The Wind/C'est La Vie/I Wanna Get Lost With You/Taken a Tum/Have a Nice/Vegas Two Times/I Wouldn't Believe Your Radio/Maybe Tomorrow/Geronimo/What's All the Fuss About?/White Lies/Sunny/Graffiti on the Train/Indian Summer/All in One Night/Chances Are/Catacomb/Mr Writer/Just Looking/A Thousand Trees/Local Boy in the Photograph/The Bartender and the Thief
Encore: Mr and Mrs Smith/ Dakota
Vintage Trouble@De Effenaar, Eindhoven 23-01-2018
VINTAGE TROUBLE @ DE CASINO, SINT-NIKLAAS 18/03/2019
http://vintagetrouble.com/ https://www.facebook.com/VintageTrouble/
In het hedendaags muziekwereldje heeft Vintage Trouble zich kunnen onderscheiden door hun muzikale aanpak, een mix van soul, blues en R&B overgoten met echte rock and roll. Hun debuutalbum “The Bomb Shelter Sessions” (2011) bevat al deze stijlen, invloeden van Led Zeppelin, Otis Redding en Chuck Berry, een combinatie die live nog sterker uit de verf komt. Daar is zeker zanger Ty Taylor verantwoordelijk voor, met zijn James Brown achtige dansbewegingen en zijn stem die zowel een stevige rocker als een tedere soulballad aankan is hij de ideale frontman. Gitarist Nalle Colt, bassist Rick Bario Dill en drummer Richard Danielson vervolledigen de band.
Door in het voorprogramma van grote namen te spelen o.a. Bon Jovi, The Who, The Rolling Stones en AC/DC krijgt de groep zowel in thuisland Amerika als in Europa naambekendheid. In 2015 komt hun tweede volwaardig album uit “1. Hopeful Rd.” geproducet door Don Was, wederom een sterk album met de bekende ingrediënten van scheurende rock and roll tot ingetogen soul. Wederom worden er enorm veel live shows gegeven en alhoewel de bands fan basis gestadig groeit blijft de grote doorbraak uit. In 2017 besluit men nieuwe nummers te gaan schrijven op de Kaaimaneilanden, met producer Jeeve (Bruno Mars, Santana) achter de knoppen. De nummers worden niet ‘live’ op genomen zoals op de vorige albums, maar men experimenteert door elk instrument apart op te nemen met toevoeging van de moderne technologie. Het resulteert in een meer modern pop en R&B-geluid heel ‘clean’ opgenomen, iets waar sommige fans van de eerste albums het zeker moeilijk zullen bij hebben. Een gedurfde verandering die onder de vorm van een EP “Chapter II EP I” met daarop vijf nieuwe nummers in 2018 uitkomt. Of deze nieuwe muzikale koers invloed heeft op hun toch gereputeerde live shows konden we in de Casino te Sint-Niklaas gaan bekijken.
Aftrappen deed men verassend met het rustige “Nobody Told Me” van het debuutalbum waarna men al snel een paar versnellingen hoger schakelde met “Knock Me Out”, een nummer waarbij frontman Ty Taylor zijn James Brown moves kon demonstreren. “We came to party with you, with all of you”, en ja hoor hij betrekt de volledige zaal bij het optreden. Bij vrijwel elk nummer zorgt hij voor wat entertainment hij stormt naar het midden van de zaal of naar het balkon, danst met de vrouwelijke schoonheden en surft even terug naar het podium. Op gebied van entertainment zat het wel snor.
Muzikaal probeert men de nieuwe nummers een plaats te geven in hun setlist dat lukt aardig omdat men uit de overige albums ook voor de meer ‘commerciële’ nummers kiest. Nummers als “Another Man’s Words” en “Doin’ What You Were Doin’” kan je lekker mee neuriën maar halen wel de pit uit het optreden. Nieuwe nummers zoals “Do Me Right” en “Can’t Stop Rollin’” zijn zeker niet slecht maar zijn ook niet van het gehalte om de populariteit van de band omhoog te halen. Het tempo gaat de hoogte in bij “Run Like The River” en “Run Outta You” beiden opgesmukt met knap gitaarspel van gitarist Nalle Colt. Het publiek vond het allemaal wel leuk, een optreden waarbij de artiest zich bereikbaar opstelt voor de fans en waarbij deze zich amuseren met het dansen en meezingen van de nummers. “Strike Your Light” is een onmisbaar nummer in de setlist van Vintage Trouble, vol energie en pit staat het in schril contrast met het nieuwer werk, een afsluiter van formaat.
Een toegift zit er ook nog in, al is het maar één nummer, “Blues Hand Me Down”, met een knappe openingsriff krijgen we nog wat stevige blues rock voorgeschoteld. Vintage Trouble weet zijn muziek wel te verkopen, veel entertainment voor het publiek, muzikaal zullen ze echter moeten opletten dat ze geen ‘popgroepje’ worden, wat meer rock and roll grit volgende keer aub.
Luc Nuyts
http://vintagetrouble.com/ https://www.facebook.com/VintageTrouble/
In het hedendaags muziekwereldje heeft Vintage Trouble zich kunnen onderscheiden door hun muzikale aanpak, een mix van soul, blues en R&B overgoten met echte rock and roll. Hun debuutalbum “The Bomb Shelter Sessions” (2011) bevat al deze stijlen, invloeden van Led Zeppelin, Otis Redding en Chuck Berry, een combinatie die live nog sterker uit de verf komt. Daar is zeker zanger Ty Taylor verantwoordelijk voor, met zijn James Brown achtige dansbewegingen en zijn stem die zowel een stevige rocker als een tedere soulballad aankan is hij de ideale frontman. Gitarist Nalle Colt, bassist Rick Bario Dill en drummer Richard Danielson vervolledigen de band.
Door in het voorprogramma van grote namen te spelen o.a. Bon Jovi, The Who, The Rolling Stones en AC/DC krijgt de groep zowel in thuisland Amerika als in Europa naambekendheid. In 2015 komt hun tweede volwaardig album uit “1. Hopeful Rd.” geproducet door Don Was, wederom een sterk album met de bekende ingrediënten van scheurende rock and roll tot ingetogen soul. Wederom worden er enorm veel live shows gegeven en alhoewel de bands fan basis gestadig groeit blijft de grote doorbraak uit. In 2017 besluit men nieuwe nummers te gaan schrijven op de Kaaimaneilanden, met producer Jeeve (Bruno Mars, Santana) achter de knoppen. De nummers worden niet ‘live’ op genomen zoals op de vorige albums, maar men experimenteert door elk instrument apart op te nemen met toevoeging van de moderne technologie. Het resulteert in een meer modern pop en R&B-geluid heel ‘clean’ opgenomen, iets waar sommige fans van de eerste albums het zeker moeilijk zullen bij hebben. Een gedurfde verandering die onder de vorm van een EP “Chapter II EP I” met daarop vijf nieuwe nummers in 2018 uitkomt. Of deze nieuwe muzikale koers invloed heeft op hun toch gereputeerde live shows konden we in de Casino te Sint-Niklaas gaan bekijken.
Aftrappen deed men verassend met het rustige “Nobody Told Me” van het debuutalbum waarna men al snel een paar versnellingen hoger schakelde met “Knock Me Out”, een nummer waarbij frontman Ty Taylor zijn James Brown moves kon demonstreren. “We came to party with you, with all of you”, en ja hoor hij betrekt de volledige zaal bij het optreden. Bij vrijwel elk nummer zorgt hij voor wat entertainment hij stormt naar het midden van de zaal of naar het balkon, danst met de vrouwelijke schoonheden en surft even terug naar het podium. Op gebied van entertainment zat het wel snor.
Muzikaal probeert men de nieuwe nummers een plaats te geven in hun setlist dat lukt aardig omdat men uit de overige albums ook voor de meer ‘commerciële’ nummers kiest. Nummers als “Another Man’s Words” en “Doin’ What You Were Doin’” kan je lekker mee neuriën maar halen wel de pit uit het optreden. Nieuwe nummers zoals “Do Me Right” en “Can’t Stop Rollin’” zijn zeker niet slecht maar zijn ook niet van het gehalte om de populariteit van de band omhoog te halen. Het tempo gaat de hoogte in bij “Run Like The River” en “Run Outta You” beiden opgesmukt met knap gitaarspel van gitarist Nalle Colt. Het publiek vond het allemaal wel leuk, een optreden waarbij de artiest zich bereikbaar opstelt voor de fans en waarbij deze zich amuseren met het dansen en meezingen van de nummers. “Strike Your Light” is een onmisbaar nummer in de setlist van Vintage Trouble, vol energie en pit staat het in schril contrast met het nieuwer werk, een afsluiter van formaat.
Een toegift zit er ook nog in, al is het maar één nummer, “Blues Hand Me Down”, met een knappe openingsriff krijgen we nog wat stevige blues rock voorgeschoteld. Vintage Trouble weet zijn muziek wel te verkopen, veel entertainment voor het publiek, muzikaal zullen ze echter moeten opletten dat ze geen ‘popgroepje’ worden, wat meer rock and roll grit volgende keer aub.
Luc Nuyts
Elliot Brood @ De Zwerver, Leffinge 08/12/2017
Liam O Maonlai @ Irish Pub Dubh-Linn, Wolfsdonk 30/11/2017
Liam O Maonlai @ Pub Dubh-Linn, Wolfsdonk
http://liamomaonlai.com https://www.facebook.com/LiamOMaonlai
Het Eurosongfestival in Dublin in 1988 werd gewonnen door Céline Dion voor Zwitserland, maar het verrassende lof ging naar het knappe nummer dat in ieders oor bleef naklinken, “Don’t Go” van de Ierse band Hothouse Flowers, die hun nummer tijdens de pauze brachten.
Als buskers (straatmuzikanten) verwierf de band al enige bekendheid in Ierland. Nadat Bono (U2) hen een platendeal bezorgde voor het uitbrengen van hun single “Love Don’t work This Way”, werd de band een gevestigde waarde in de Ierse muziekscene.
Het bijhorende album “People” (1988), een mix van traditionele Ierse muziek, soul en rock, bracht de groep in raketsnelheid naar een eclatant succes in Europa. O Maonlai is een Ier in hart en nieren, hij weet zijn ‘native’ klanken, geïnspireerd door Ierse folk en gospel te verweven met hedendaagse soul- en rockklanken.
We zijn nu ongeveer dertig jaar later en vanavond kunnen we de bezieler van de band Liam O Maonlai geruggesteund door gitarist Peter O’Toole, eveneens een lid van Hothouse Flowers, bewonderen in de intieme sfeer van de Ierse pub Dubh-Linn in Wolfsdonk.
Het belooft een mooie muzikale avond te worden. Naar eigen zeggen brengt hij vandaag een mix van nummers uit zijn nieuwere soloalbums en nummers uit de glorieperiode van de Hothouse Flowers.
Een uitverkochte pub start de avond half keuvelend en half luisterend, Liam’s knappe stem overdondert het aanwezige publiek niet ogenblikkelijk maar kruipt stilletjes onder de huid en nestelt zich daar dan als een parasiet om nooit meer weg te gaan. Blootsvoets en losjes in de kleren, brengt hij mooie poëtische songs vanachter de keyboards waaronder “Motherless Child”, “Movies”, “It ‘ll Be Easier In The Morning”, “If You Go”en het zo tedere, magistraal gebrachte “Feel like Living” in een heerlijke soulversie. Peter O’ Toole, vaste waarde als gitarist, weet de nummers te omlijsten met zijn
sublieme gitaar-en mandoline spel en staat O Maonlai bij met zijn gevoelvolle backingvocal. Het is even wennen maar ook een nummer in de sean-nós-stijl (onbegeleide Ierse traditionele zang) mag hier niet ontbreken, knap, heel innig en oprecht .
Hij is terecht fier op de natuurlijke Ierse taal en liederen die hij van zijn vader heeft meegekregen, hierbij soms gebruikmakend van het bodhrán( Ierse trommel met de handen bespeeld), het uiten van zijn cultuur maakt dat men naar hem opkijkt.
Na een korte pauze met een biertje, wat Liam zich laat welgevallen, verhaalt het volgende nummer over pijn, diep ongelukkig zijn en er terug bovenop komen, “Isn’t it Amazing” . De vibes zijn duidelijk voelbaar nu en het enthousiaste publiek reageert meezingend. Zoals ook bij ”If You Go”, ”The Lakes of Pontchartrain”, “Sealine Woman” waarbij ongedwongen wordt meegezongen en natuurlijk niet te vergeten “Don’t Go”, ‘don’t leave me now ….’ waarbij men misschien vermoedde dat dit het einde van de show was maar onze sympathieke Ier dacht nog niet aan vertrekken, ’stick around, laugh a while yeah…’. De wereldverbeteraar haalt nog even de brexit aan met Hallelujah Jordan,… ‘England is dying’.
Ook nog even wat vroege kerstwensen doorsturen, speels op zijn piano, gooit hij ‘Happy Christmas in advance’ de zaal in. Daarna worden de vloeiende geluiden van het keyboard geopend voor het nummer “Saved” waarbij je zonder nadenken bijna mee gaat bewegen op het ritme.
Als verzoek wordt “Forever Young”, een song van Bob Dylan, aangevraagd en ogenblikkelijk begint hij het deuntje te spelen, tot grote vreugde van het publiek. Hij laat zijn sensueel mooie stem nog een laatste keer weerklinken bij het prachtige “Good For You”, bijna vier uren verder, maar een sublieme afsluiter van deze mooie avond.
Het mag gezegd worden, Liam O Maonlai, een moeilijke naam, maar vanaf nu eentje die we nooit meer gaan vergeten. Deze aangrijpende muzikale performance gebracht in intieme sfeer zal bij ons zeker nog lang blijven nazinderen en hopelijk vindt hij de weg naar Langdorp nog een keertje terug! Wij zullen er dan zeker weer bij zijn!
Sonja Schepers
“Every cry is a song Every song is a prayer And our prayers must be heard To fill the air”
(Liam O Maonlai)
Absynthe Minded @ Het Depot, Leuven
ABSYNTHE MINDED @ HET DEPOT, LEUVEN 1-12-2017
http://absyntheminded.com https://www.facebook.com/AbsyntheMinded
Vijf jaren heeft bezieler en oprichter Bert Ostyn nodig gehad om met zijn band Absynthe Minded een vervolg te breien aan het succes dat ze behaalden met hun albums “Absynthe Minded” (2009) en “As It Ever Was” (2012). Na dit laatste album trok Ostyn de stekker eruit en werd de band ‘on hold’ gezet, herbronnen noemen ze dat dan. In deze periode maakte Ostyn een matig soloalbum “No South Of The South Pole” en maakte hij de soundtrack van de televisieserie “Bevergem”, een experimentele periode, nodig om frisse ideeën op te doen.
En die ideeën kwamen er, nieuwe songs die hij ditmaal terug mét band wou brengen. Dezelfde groepsnaam werd gebruikt, Absynthe Minded, doch alleen bassist Sergej Van Bouwel bleef over van de oorspronkelijke groep. Gitarist Toon Vlerick, drummer Simon Segers en pianist Wouter Vlaeminck maken nu deel uit van de vernieuwde Absynthe Minded. Het nieuwe album “Jungle Eyes” dient zich aan als een waardige opvolger aan van hun vorige album. De nummers liggen in het verlengde van wat Absynthe Minded op hun laatste albums brachten, vlotte indierock -popnummers, met ook nu weer enkele oorwurmende radiohits die het album onder de aandacht van het brede publiek weet te brengen.
Ostyn geeft ons een kijk op het leven in de wereld van vandaag, nummers om mensen te laten nadenken en bewust te maken in welke wereld ze leven en welke conclusies ze daaruit kunnen trekken. Stof om over na te denken en muziek om te laten horen, een uitverkocht Depot in Leuven is hier voor een ideale plek.
Openen doet de band met twee nummers uit hun vorig album “How Short A Time” en “End Of The Line” om ons daarna, met liefst zes nummers achter elkaar, kennis te laten maken met het nieuwe album. “Running On Empty” volgens Ostyn hun versie van ‘Nobody knows when you’re down and out”, ja ook een artiest kan diep zitten, onmiddellijk gevolgd door “Bright Hour” dat sprankelend hoopvol lichtje waarvan hij hoopt dat elke concertganger het mee naar huis neemt. Mensen moeten meer tijd nemen om naar elkaar te luisteren dan in hun eigen bubbel te leven, “Echo Chamber” van een duidelijk goed ingespeelde band met een prangende gitaarsolo van Ostyn erbovenop.
Met veel gitaargeknars overlopend in een dwingend ritme speelt Bert Ostyn “Mary” een nummer uit zijn voorlopig enigste soloalbum, een song met veel psychedelica representatief voor “No South Of The South Pole” dat meer synth en elektronica gericht is met een duidelijk basgroove.
Met veel applaus wordt hun hit “Heroics part one” ontvangen en ook “Beams” uit het nieuwe album is blijkbaar al ingeburgerd bij het publiek. Met het onvermijdbare “Envoi”, Belgische popklassieker en een hommage aan Hugo Claus, nadert het einde van het concert. Het met een zeer herkenbare intro gespeelde “The Execution”, eerste single van “Jungle Eyes” wordt met veel gejuich verwelkomt en spontaan meegezongen, een nummer dat om meer vraagt en dat krijgen we. Een solo akoestisch moment van Bert Ostyn met een versie van “Avalanche”, de definitieve afsluiter wordt “Surrender” een nummer dat muzikaal teruggaat naar de oerbeginjaren van de groep, een soort jazz-trance nummer waarvan meerdere remixes werden uitgebracht vorige zomer. Niet echt een meezinger om
huiswaarts te keren maar het bewijst dat deze band een grote muzikale marge heeft en zich zeker niet vastpint op hun meer toegankelijke nummers.
Luc Nuyts
Setlist: How Short A Time/ End Of The Line/ Running On Empty/ A Bright Hour/ At First Sight/ The Pearl/ Echo Chamber/ Space/ Mary/ Mr. Doom/ My Heroics/ Beam/ Jungle Eyes/ Kingpin/ Envoi/ The Execution
Encores: Avalanche/ Surrender
bewerken.
http://absyntheminded.com https://www.facebook.com/AbsyntheMinded
Vijf jaren heeft bezieler en oprichter Bert Ostyn nodig gehad om met zijn band Absynthe Minded een vervolg te breien aan het succes dat ze behaalden met hun albums “Absynthe Minded” (2009) en “As It Ever Was” (2012). Na dit laatste album trok Ostyn de stekker eruit en werd de band ‘on hold’ gezet, herbronnen noemen ze dat dan. In deze periode maakte Ostyn een matig soloalbum “No South Of The South Pole” en maakte hij de soundtrack van de televisieserie “Bevergem”, een experimentele periode, nodig om frisse ideeën op te doen.
En die ideeën kwamen er, nieuwe songs die hij ditmaal terug mét band wou brengen. Dezelfde groepsnaam werd gebruikt, Absynthe Minded, doch alleen bassist Sergej Van Bouwel bleef over van de oorspronkelijke groep. Gitarist Toon Vlerick, drummer Simon Segers en pianist Wouter Vlaeminck maken nu deel uit van de vernieuwde Absynthe Minded. Het nieuwe album “Jungle Eyes” dient zich aan als een waardige opvolger aan van hun vorige album. De nummers liggen in het verlengde van wat Absynthe Minded op hun laatste albums brachten, vlotte indierock -popnummers, met ook nu weer enkele oorwurmende radiohits die het album onder de aandacht van het brede publiek weet te brengen.
Ostyn geeft ons een kijk op het leven in de wereld van vandaag, nummers om mensen te laten nadenken en bewust te maken in welke wereld ze leven en welke conclusies ze daaruit kunnen trekken. Stof om over na te denken en muziek om te laten horen, een uitverkocht Depot in Leuven is hier voor een ideale plek.
Openen doet de band met twee nummers uit hun vorig album “How Short A Time” en “End Of The Line” om ons daarna, met liefst zes nummers achter elkaar, kennis te laten maken met het nieuwe album. “Running On Empty” volgens Ostyn hun versie van ‘Nobody knows when you’re down and out”, ja ook een artiest kan diep zitten, onmiddellijk gevolgd door “Bright Hour” dat sprankelend hoopvol lichtje waarvan hij hoopt dat elke concertganger het mee naar huis neemt. Mensen moeten meer tijd nemen om naar elkaar te luisteren dan in hun eigen bubbel te leven, “Echo Chamber” van een duidelijk goed ingespeelde band met een prangende gitaarsolo van Ostyn erbovenop.
Met veel gitaargeknars overlopend in een dwingend ritme speelt Bert Ostyn “Mary” een nummer uit zijn voorlopig enigste soloalbum, een song met veel psychedelica representatief voor “No South Of The South Pole” dat meer synth en elektronica gericht is met een duidelijk basgroove.
Met veel applaus wordt hun hit “Heroics part one” ontvangen en ook “Beams” uit het nieuwe album is blijkbaar al ingeburgerd bij het publiek. Met het onvermijdbare “Envoi”, Belgische popklassieker en een hommage aan Hugo Claus, nadert het einde van het concert. Het met een zeer herkenbare intro gespeelde “The Execution”, eerste single van “Jungle Eyes” wordt met veel gejuich verwelkomt en spontaan meegezongen, een nummer dat om meer vraagt en dat krijgen we. Een solo akoestisch moment van Bert Ostyn met een versie van “Avalanche”, de definitieve afsluiter wordt “Surrender” een nummer dat muzikaal teruggaat naar de oerbeginjaren van de groep, een soort jazz-trance nummer waarvan meerdere remixes werden uitgebracht vorige zomer. Niet echt een meezinger om
huiswaarts te keren maar het bewijst dat deze band een grote muzikale marge heeft en zich zeker niet vastpint op hun meer toegankelijke nummers.
Luc Nuyts
Setlist: How Short A Time/ End Of The Line/ Running On Empty/ A Bright Hour/ At First Sight/ The Pearl/ Echo Chamber/ Space/ Mary/ Mr. Doom/ My Heroics/ Beam/ Jungle Eyes/ Kingpin/ Envoi/ The Execution
Encores: Avalanche/ Surrender
bewerken.
Danny Briant @ De Bosuil, Weert 20/11/2017
Sweetkiss Momma @ De Bosuil, Weert 19/11/2017
The Waterboys @ De Roma, Antwerp 16/11/2017
Fischer-Z @ De Roma, Antwerpen 14/11/2017
Red Zebra @ De Roma, Antwerpen 14/11/2017
Manfred Mann's Earth Band @ De Bosuil, Weert 10/11/2017
Jonny Lang @ Het Depot, Leuven 05/11/2017
JONNY LANG @ HET DEPOT, LEUVEN 5/11/2017
http://jonnylang.com https://www.facebook.com/JonnyLang
Met reeds een carrière van meer dan 20 jaar achter de rug op 36-jarige leeftijd is Jonny Lang zeker een buitenbeentje in de muziekscene. Zijn debuutalbum “Lie To Me” (1997) bracht hij uit toen hij net geen zestien was. Op dit album demonstreert de jonge Lang zijn muzikaal kunnen, supersnelle riffs en een spectaculaire gitaartechniek gezongen met een stem die je van een vijftienjarige niet verwacht. Een blues-rock album dat een grote carrière voorspelde voor de jonge gitaarheld. Opvolger “Wander This World” (1998) bevestigt het kunnen van Lang, blues met soul, funk en rockinvloeden maken dit een boeiend album. Het succes van de jonge Lang heeft ook een keerzijde, alcohol en drugsproblemen maakte een tijdje deel uit van zijn leven, maar op 19-jarige leeftijd na een bovenaardse spirituele ervaring gooit Jonny Lang het roer om en wordt Christen. Zijn album “Turn Around” (2006) werd bekroond met een Grammy in de categorie “Best Rock or Rap Album”. Pas zeven jaar later komt hij met een nieuw album “Fight For My Soul” (2013) en dit jaar verscheen het album “Signs” (2017). “Signs” is geen echt blues album, het soulvolle van zijn voorganger “Fight For My Soul” is nog steeds aanwezig alsook heel wat blues en rockriffs die dit album erg toegankelijk maken. Zijn wereldtournee om dit album te promoten brengt hem ook in Leuven, zijn live reputatie kennende was het een must-see voor ons.
Een opwarming heeft Jonny Lang en band niet nodig vanaf het eerste nummer laat men horen met welke expressiviteit men voor de dag
komt. “Don’t Stop (For Anything)”, stevige blues rock met scheurende zang van Lang gevolgd door de titeltrack van zijn nieuw album “Signs”, met zijn Gibson Les Paul laat hij de ene na de andere ziedende gitaarsolo op ons los. Na dit wervelend begin omarmd hij zijn Fender Thinline Telecaster om een heerlijke versie neer te zetten van het nummer “A Quitter Never Wins” een nummer van Tinsley Ellis dat verscheen op zijn debuutalbum. De lange uitgesponnen versies van de nummers laten Lang de ruimte om zijn kunnen op gitaar te demonstreren. Ook vocaal is hij uniek, zijn gruizige, doorleefde stemgeluid past perfect bij zijn nummers. Hij blijft niet alleen stilstaan bij zijn nieuw album, integendeel, heel wat ouder werk passeert de revue. “Red Light” uit het album “Long Time Comin’”, waarin hij even de fout ingaat bij zijn kopstem waar hij zelf moet om lachen,”Everything is gonna be allright” zingt het publiek lekker mee, het heerlijke jazzy “Rack ‘em Up” waarin Jimmy Anton zijn talent op de bass mag demonstreren en Tyler Sass dat op de toetsen doet, Stevie Wonder’s “Living In The City” waarop hij de gitaar laat klinken zoals Stevie zijn piano. Powerrock uit het nieuwe album, het nummer “Last Man Standing”, een echte live topper. In “Angel Of Mercy” laat drummer Barry Alexander horen dat hij ook kan drummen zonder drumsticks en mag rythm gitarist Zane Carrey ook even in de spotlights staan. Na negen erg lange nummers bedankt de immer goedlachse Lang het publiek.
We krijgen echter nog een erg mooie toegift, alleen met akoestische gitaar verschijnt Lang terug op het podium om een bloedmooie versie van “Breaking Me” te brengen, na al dat geweld was het muisstil in de zaal, een simpel liefdesnummer is van alle tijden. Lang laat het nummer mooi overlopen in “Lie To me” waarop de band terug het podium op komt en een laaiende versie van dit afsluitnummer geeft.
Misschien had hij wat meer nummers uit zijn laatste album kunnen brengen maar dat neemt niet weg dat Jonny Lang een
gepassioneerde, virtuoze gitarist is die met zijn muziek veel positieve energie weet over te brengen op zijn publiek.
Luc Nuyts
Setlist: Don’t Stop (For Anthing)/ Signs/ A Quitter Never Wins/ Shakes/ Rack ‘M Up/ Red Light/ Living For The City/ Last Man Standing/ Angel Of Mercy
Encores: Breaking me/ Lie To Me
.
http://jonnylang.com https://www.facebook.com/JonnyLang
Met reeds een carrière van meer dan 20 jaar achter de rug op 36-jarige leeftijd is Jonny Lang zeker een buitenbeentje in de muziekscene. Zijn debuutalbum “Lie To Me” (1997) bracht hij uit toen hij net geen zestien was. Op dit album demonstreert de jonge Lang zijn muzikaal kunnen, supersnelle riffs en een spectaculaire gitaartechniek gezongen met een stem die je van een vijftienjarige niet verwacht. Een blues-rock album dat een grote carrière voorspelde voor de jonge gitaarheld. Opvolger “Wander This World” (1998) bevestigt het kunnen van Lang, blues met soul, funk en rockinvloeden maken dit een boeiend album. Het succes van de jonge Lang heeft ook een keerzijde, alcohol en drugsproblemen maakte een tijdje deel uit van zijn leven, maar op 19-jarige leeftijd na een bovenaardse spirituele ervaring gooit Jonny Lang het roer om en wordt Christen. Zijn album “Turn Around” (2006) werd bekroond met een Grammy in de categorie “Best Rock or Rap Album”. Pas zeven jaar later komt hij met een nieuw album “Fight For My Soul” (2013) en dit jaar verscheen het album “Signs” (2017). “Signs” is geen echt blues album, het soulvolle van zijn voorganger “Fight For My Soul” is nog steeds aanwezig alsook heel wat blues en rockriffs die dit album erg toegankelijk maken. Zijn wereldtournee om dit album te promoten brengt hem ook in Leuven, zijn live reputatie kennende was het een must-see voor ons.
Een opwarming heeft Jonny Lang en band niet nodig vanaf het eerste nummer laat men horen met welke expressiviteit men voor de dag
komt. “Don’t Stop (For Anything)”, stevige blues rock met scheurende zang van Lang gevolgd door de titeltrack van zijn nieuw album “Signs”, met zijn Gibson Les Paul laat hij de ene na de andere ziedende gitaarsolo op ons los. Na dit wervelend begin omarmd hij zijn Fender Thinline Telecaster om een heerlijke versie neer te zetten van het nummer “A Quitter Never Wins” een nummer van Tinsley Ellis dat verscheen op zijn debuutalbum. De lange uitgesponnen versies van de nummers laten Lang de ruimte om zijn kunnen op gitaar te demonstreren. Ook vocaal is hij uniek, zijn gruizige, doorleefde stemgeluid past perfect bij zijn nummers. Hij blijft niet alleen stilstaan bij zijn nieuw album, integendeel, heel wat ouder werk passeert de revue. “Red Light” uit het album “Long Time Comin’”, waarin hij even de fout ingaat bij zijn kopstem waar hij zelf moet om lachen,”Everything is gonna be allright” zingt het publiek lekker mee, het heerlijke jazzy “Rack ‘em Up” waarin Jimmy Anton zijn talent op de bass mag demonstreren en Tyler Sass dat op de toetsen doet, Stevie Wonder’s “Living In The City” waarop hij de gitaar laat klinken zoals Stevie zijn piano. Powerrock uit het nieuwe album, het nummer “Last Man Standing”, een echte live topper. In “Angel Of Mercy” laat drummer Barry Alexander horen dat hij ook kan drummen zonder drumsticks en mag rythm gitarist Zane Carrey ook even in de spotlights staan. Na negen erg lange nummers bedankt de immer goedlachse Lang het publiek.
We krijgen echter nog een erg mooie toegift, alleen met akoestische gitaar verschijnt Lang terug op het podium om een bloedmooie versie van “Breaking Me” te brengen, na al dat geweld was het muisstil in de zaal, een simpel liefdesnummer is van alle tijden. Lang laat het nummer mooi overlopen in “Lie To me” waarop de band terug het podium op komt en een laaiende versie van dit afsluitnummer geeft.
Misschien had hij wat meer nummers uit zijn laatste album kunnen brengen maar dat neemt niet weg dat Jonny Lang een
gepassioneerde, virtuoze gitarist is die met zijn muziek veel positieve energie weet over te brengen op zijn publiek.
Luc Nuyts
Setlist: Don’t Stop (For Anthing)/ Signs/ A Quitter Never Wins/ Shakes/ Rack ‘M Up/ Red Light/ Living For The City/ Last Man Standing/ Angel Of Mercy
Encores: Breaking me/ Lie To Me
.
Ron Pope and The Nighthawkes @ Het Depot, Leuven
Jason Isbell and The 400 Unit @ AB box, Brussel 03/11/2017
Jason Isbell nestelt zich onder de groten!
Toen deze jongen uit Alabama voor het eerst op 6-7 jarige leeftijd een banjo in zijn handen kreeg had hij nooit kunnen denken dat muziek een rode draad door zijn leven zou zijn.
Jason Isbell, 38 jaar op de teller, mag vandaag zijn indrukwekkend werk tonen in een goed gevulde AB box in Brussel met zijn band “The 400 Unit”. De kracht van zijn muziek komt recht uit het hart dat getekend is door de littekens van het leven, ….. zijn leven.
Openen doet vanavond Tift Merrit, de engel met de zachte roomzoete stem. Zelf speelt ze gitaar en keyboards en wordt begeleid door Bart Vervaeck die speciaal voor Merrit van Gent is afgezakt om haar te begeleiden op pedalsteal. Knappe, ingetogen nummers merendeels ook uit haar nieuwe album van dit jaar.
Na het voorprogramma is het aan Jason Isbell om zijn Nashville sound aan het grote publiek voor te stellen. De nummers zijn doorspekt van schuldgevoel, verval, liefdesverdriet, en verlossing wat hoorbaar is in de schitterende lyrics die hij voor elke song schrijft.
Woorden zijn voor hem heel belangrijk, alles begint met een woord of een zin in zijn hoofd of iets dat hij leest op een bord. Als het meer dan eens per dag in zijn hoofd op komt dan moet er over geschreven worden.
Hij steekt in elke song iets persoonlijks, een klein detail van zichzelf, dat is wat mensen willen, iets unieks van jezelf meegeven. Zelfs John Mayer noemde hem de beste lyricist van zijn generatie!
Zijn dit jaar verschenen album “The Nashville Sound” brengt hem op een 6 maanden lange internationale tour samen met zijn gezin. In dit album zingt hij over liefdesverdriet en verlies te samen met leren en verlossing.
Hij heeft dit alles geleefd.
Dit vertaalt zich in het gezinsleven en vooral zijn 21 maanden oude dochtertje en meest toegewijde fan, Mercy, die hem doet inzien dat je verantwoordelijkheden in het leven hebt, plots wordt alles anders zegt hij, in elke hoek schuilt een valkuil en ik moet er zijn om haar daarvan te behoeden.
Anders was het in zijn vroegere carriëre toen hij zich als een kind gedroeg bij zijn vorige band Drive-By Truckers en de bandleden op stang joeg met zijn drank- en cocaïne gebruik. In 2007 werd hij de deur gewezen.
In 2012 gaat hij in behandeling voor zijn verslaving en komt er een zware tijd aan voor hem. Gesteund door Amanda, zijn vrouw, komt hij van deze reis terug als een nieuwe man, clean en nuchter.
In juni dit jaar brengt hij zijn nieuwe album uit. Zijn dochtertje Mercy is de nieuwe headliner voor Isbell’s nieuwe werk, hoe mooi kan het leven zijn.
Het eerste nummer van de avond “Anxiety “ is een perfecte binnenkomer. Stevig gespeeld en knap begeleid door de 400 Unit.
Vooral ook Sadler Vaden, afwisselend begeleidend en solo- gitarist laat zich van zijn beste kant horen.
Hierop volgend het bekende “24 Frames”; deze heeft voor deze set eenzelfde rockbehandeling ondergaan. Knap!
Het nummer “Something more than Free” en een mooie reeks van nieuwe en oudere songs volgen elkaar op. De band is zeer goed op elkaar in gespeeld en zet een perfect muzikaal geluid neer. Het karakteristieke stemgeluid van Isbell laat de doorleefde teksten nog dieper voelbaar achter. Ook Sadler Vaden, die dit jaar zelf een debuutalbum uitbracht, laat zich niet alleen als gitarist maar ook als goede backingvocal horen en voelen.
Isbell voelde zich zeker goed in zij vel vandaag, verschillende leuke anekdotes had hij voor ons in petto vooral over zijn jeugd in Alabama
Toch nog steeds zeer opvallend het nummer “Cover Me Up” wordt erg goed ontvangen en het publiek is het niet vergeten, “I swore off that stuff forever this time” een luid applaus van de toegewijde fans!
Ze zijn niet voor niets gekomen, hij geeft het publiek wat het wil, wie gekomen is kent de lyrics goed wat hoorbaar was in de zaal.
Met een zeer sterke en lange versie werd het optreden afgesloten met “Never Gonna Change”, een nummer uit het repertoire van zijn voormalige band Drive-By Truckers.
Uiteindelijk brengt hij nog twee encores “If we were Vampires” een nummer over het verlangen tot eeuwige liefde. Het laatste was er eentje van Tom Petty, een ode aan een overleden muzikaal voorbeeld.
Het concert was volledig tot in de details af en zeker memorabel te noemen. Er was meer voeling met het publiek dan de vorige keren dat we hem zagen, wat zeker voor een live optreden een meerwaarde is. We zien hem graag en dat is alles wat hij horen wil.
Luc Nuyts
.
Toen deze jongen uit Alabama voor het eerst op 6-7 jarige leeftijd een banjo in zijn handen kreeg had hij nooit kunnen denken dat muziek een rode draad door zijn leven zou zijn.
Jason Isbell, 38 jaar op de teller, mag vandaag zijn indrukwekkend werk tonen in een goed gevulde AB box in Brussel met zijn band “The 400 Unit”. De kracht van zijn muziek komt recht uit het hart dat getekend is door de littekens van het leven, ….. zijn leven.
Openen doet vanavond Tift Merrit, de engel met de zachte roomzoete stem. Zelf speelt ze gitaar en keyboards en wordt begeleid door Bart Vervaeck die speciaal voor Merrit van Gent is afgezakt om haar te begeleiden op pedalsteal. Knappe, ingetogen nummers merendeels ook uit haar nieuwe album van dit jaar.
Na het voorprogramma is het aan Jason Isbell om zijn Nashville sound aan het grote publiek voor te stellen. De nummers zijn doorspekt van schuldgevoel, verval, liefdesverdriet, en verlossing wat hoorbaar is in de schitterende lyrics die hij voor elke song schrijft.
Woorden zijn voor hem heel belangrijk, alles begint met een woord of een zin in zijn hoofd of iets dat hij leest op een bord. Als het meer dan eens per dag in zijn hoofd op komt dan moet er over geschreven worden.
Hij steekt in elke song iets persoonlijks, een klein detail van zichzelf, dat is wat mensen willen, iets unieks van jezelf meegeven. Zelfs John Mayer noemde hem de beste lyricist van zijn generatie!
Zijn dit jaar verschenen album “The Nashville Sound” brengt hem op een 6 maanden lange internationale tour samen met zijn gezin. In dit album zingt hij over liefdesverdriet en verlies te samen met leren en verlossing.
Hij heeft dit alles geleefd.
Dit vertaalt zich in het gezinsleven en vooral zijn 21 maanden oude dochtertje en meest toegewijde fan, Mercy, die hem doet inzien dat je verantwoordelijkheden in het leven hebt, plots wordt alles anders zegt hij, in elke hoek schuilt een valkuil en ik moet er zijn om haar daarvan te behoeden.
Anders was het in zijn vroegere carriëre toen hij zich als een kind gedroeg bij zijn vorige band Drive-By Truckers en de bandleden op stang joeg met zijn drank- en cocaïne gebruik. In 2007 werd hij de deur gewezen.
In 2012 gaat hij in behandeling voor zijn verslaving en komt er een zware tijd aan voor hem. Gesteund door Amanda, zijn vrouw, komt hij van deze reis terug als een nieuwe man, clean en nuchter.
In juni dit jaar brengt hij zijn nieuwe album uit. Zijn dochtertje Mercy is de nieuwe headliner voor Isbell’s nieuwe werk, hoe mooi kan het leven zijn.
Het eerste nummer van de avond “Anxiety “ is een perfecte binnenkomer. Stevig gespeeld en knap begeleid door de 400 Unit.
Vooral ook Sadler Vaden, afwisselend begeleidend en solo- gitarist laat zich van zijn beste kant horen.
Hierop volgend het bekende “24 Frames”; deze heeft voor deze set eenzelfde rockbehandeling ondergaan. Knap!
Het nummer “Something more than Free” en een mooie reeks van nieuwe en oudere songs volgen elkaar op. De band is zeer goed op elkaar in gespeeld en zet een perfect muzikaal geluid neer. Het karakteristieke stemgeluid van Isbell laat de doorleefde teksten nog dieper voelbaar achter. Ook Sadler Vaden, die dit jaar zelf een debuutalbum uitbracht, laat zich niet alleen als gitarist maar ook als goede backingvocal horen en voelen.
Isbell voelde zich zeker goed in zij vel vandaag, verschillende leuke anekdotes had hij voor ons in petto vooral over zijn jeugd in Alabama
Toch nog steeds zeer opvallend het nummer “Cover Me Up” wordt erg goed ontvangen en het publiek is het niet vergeten, “I swore off that stuff forever this time” een luid applaus van de toegewijde fans!
Ze zijn niet voor niets gekomen, hij geeft het publiek wat het wil, wie gekomen is kent de lyrics goed wat hoorbaar was in de zaal.
Met een zeer sterke en lange versie werd het optreden afgesloten met “Never Gonna Change”, een nummer uit het repertoire van zijn voormalige band Drive-By Truckers.
Uiteindelijk brengt hij nog twee encores “If we were Vampires” een nummer over het verlangen tot eeuwige liefde. Het laatste was er eentje van Tom Petty, een ode aan een overleden muzikaal voorbeeld.
Het concert was volledig tot in de details af en zeker memorabel te noemen. Er was meer voeling met het publiek dan de vorige keren dat we hem zagen, wat zeker voor een live optreden een meerwaarde is. We zien hem graag en dat is alles wat hij horen wil.
Luc Nuyts
.
Chuck Prophet & The Mission Expess 01/11/2017 @ 013 Poppodium Tilburg
CHUCK PROPHET @ 013 POPPODIUM, TILBURG 1/11/2017
http://chuckprophet.com https://www.facebook.com/ChuckProphet
Chuck Prophet is reeds vanaf februari dit jaar op tournee om zijn nieuwste, veertiende inmiddels, album “Bobby Fuller Died For Your Sins” voor te stellen aan het publiek. Allerheiligendag leek ons zeer geschikt om een uitstapje naar onze noorderburen te maken en de man live aan het werk te zien in de gezellige Jupilerzaal van de 013 in Tilburg.
Op zijn nieuwste album staan er heel wat ‘ternagedachtenissen van overledenen ‘op, waaronder het titelnummer waarop de dood van Bobby ‘I Fought The Law’ Fuller een inspiratiebron vormde om een nieuw album te maken. Verder nog “Bad Year For Rock And Roll” een tribuut aan bekende muzikanten en persoonlijkheden die vorig jaar zijn overleden. Een nummer over de 28-jarige Alejandro Nieto, ”Alex Nieto”, de bewakingsagent die door de politie van San Francisco afgemaakt werd met 14 kogels omdat men zich bedreigd voelde. “In The Mausoleum” een nummer geschreven voor de Amerikaanse artiest Alan Vega die ook al vorig jaar overleed. En toch is “Bobby Fuller Died For Your Sins” zeker geen somber album, zo zit de 54-jarige Chuck Prophet niet in elkaar.
Een half uurtje tijd kreeg de Britse band Curse Of Lono om het publiek kennis te laten maken met hun fijne rootsnummertjes, een mix van folk, blues, country en rock. Ze speelden een set van nummers uit hun debuutalbum “Severed” alsook een drietal nummers uit hun nog te verschijnen tweede album (gepland voor februari 2018). Een band die bij ons alvast in de smaak viel en waarvan we in de toekomst nog wel van zullen horen.
Na een warm-up intro krijgen we het vaste openingsnummer van Prophet’s nieuwe show, “Bobby Fuller Died For Your Sins” een bijna feestelijk nummer van het droevige verhaal over de dood van Bob Fuller. Ook “Bad Year For Rock And Roll”, een sing-a-long nummer over overleden muzikale iconen bevat de droge humor van Chuck Prophet. Muzikaal is het allemaal een schoolvoorbeeld van hoe rock and roll eigenlijk gespeeld moet worden, puur, er is geen Apple laptop te bekennen, en een band, in dit geval “The Mission Express”, James DeFrato (gitaar) , Kevin White( bass) en Vicente Rodriquez ( drums), die volledig op elkaar zijn ingespeeld.
Buiten een sterk gitaarspeler en een fijne liedjesschrijver is Chuck Prophet een entertainer, zonder zichtbare moeite pakt hij het publiek in zoals alleen de grote kunnen, oh ja hij behoort zeker ook tot die klasse met dit verschil dat hij voor zaaltjes van enkelen honderden mensen speelt in plaats van duizenden of tienduizenden maar dit wel met dezelfde inzet doet alsof hij voor tienduizenden speelt.
Op het luchtige “Jesus Was A Social Drinker” wordt de keyboardspeler van de Curse Of Lono, Dani Ruiz Hernandez gevraagd, om de synths te beroeren. Vanuit het publiek komt dan ook de vraag waarom mevrouw Prophet, Stephanie Finch, toetseniste en backing vocals in de band, er niet bij is. Een duidelijk antwoord komt er niet van Chuck, “hopelijk komt ze ons snel vervoegen”!
De nummers volgen elkaar snel op, allemaal van zijn laatste drie albums, “Temple Beautiful”, “Night Shift” en “Bobby Fuller Died For Your Sins”. “In The Mausoleum”, met Link Wray in gedachte, “Castro Halloween”, omdat het de periode van het jaar is zeker en het speelse “I Did” en “Summertime Thing” waarin Chuck laat horen dat hij een degelijk gitaarspeler is.
Solo op akoestische gitaar krijgt hij het publiek stil met het mooie “Open Up Your Heart”, waarna een korte intro van Lodi (CCR) de inzet geeft voor “Wish Me Luck” waarna hij met aandrang wil dat het publiek hem “good luck” wenst. Een hommage aan zijn favoriete baseball speler Willie Mays, “wat is voetbal toch saai anderhalf uur kijken zonder een goal te zien, dat gebeurt bij baseball niet” maakt een einde aan de set.
Eén bisnummer zit er nog aan te komen van een band die hij nog zag spelen toen hij jong was, The Flamin’ Groovies en hun powerpop klassieker “Shake Some Action”.
De muzikale kameleon Chuck Prophet gaf ons een ware rollercoaster van pure rock en roll klanken die nog lang zullen nazinderen!!!
Luc Nuyts
Setlist: Bobby Fuller Died For Your Sins/ Gone Away/ Lonely Desolation/ Bad Year For Rock And Roll/ Doubter Out Of Jesus/ You And Me Baby (Holding On)/ Temple Beautiful/ Castro Halloween/ Jesus Christ Was A Social Drinker/ You Did/ In The Mausoleum/ Fort Econoline/ Open Up Your Heart/ Summertime Thing/ Lodi-Wish Me Luck/ Willy Mays Up At Bat
Encore: Shake Some Action
.
http://chuckprophet.com https://www.facebook.com/ChuckProphet
Chuck Prophet is reeds vanaf februari dit jaar op tournee om zijn nieuwste, veertiende inmiddels, album “Bobby Fuller Died For Your Sins” voor te stellen aan het publiek. Allerheiligendag leek ons zeer geschikt om een uitstapje naar onze noorderburen te maken en de man live aan het werk te zien in de gezellige Jupilerzaal van de 013 in Tilburg.
Op zijn nieuwste album staan er heel wat ‘ternagedachtenissen van overledenen ‘op, waaronder het titelnummer waarop de dood van Bobby ‘I Fought The Law’ Fuller een inspiratiebron vormde om een nieuw album te maken. Verder nog “Bad Year For Rock And Roll” een tribuut aan bekende muzikanten en persoonlijkheden die vorig jaar zijn overleden. Een nummer over de 28-jarige Alejandro Nieto, ”Alex Nieto”, de bewakingsagent die door de politie van San Francisco afgemaakt werd met 14 kogels omdat men zich bedreigd voelde. “In The Mausoleum” een nummer geschreven voor de Amerikaanse artiest Alan Vega die ook al vorig jaar overleed. En toch is “Bobby Fuller Died For Your Sins” zeker geen somber album, zo zit de 54-jarige Chuck Prophet niet in elkaar.
Een half uurtje tijd kreeg de Britse band Curse Of Lono om het publiek kennis te laten maken met hun fijne rootsnummertjes, een mix van folk, blues, country en rock. Ze speelden een set van nummers uit hun debuutalbum “Severed” alsook een drietal nummers uit hun nog te verschijnen tweede album (gepland voor februari 2018). Een band die bij ons alvast in de smaak viel en waarvan we in de toekomst nog wel van zullen horen.
Na een warm-up intro krijgen we het vaste openingsnummer van Prophet’s nieuwe show, “Bobby Fuller Died For Your Sins” een bijna feestelijk nummer van het droevige verhaal over de dood van Bob Fuller. Ook “Bad Year For Rock And Roll”, een sing-a-long nummer over overleden muzikale iconen bevat de droge humor van Chuck Prophet. Muzikaal is het allemaal een schoolvoorbeeld van hoe rock and roll eigenlijk gespeeld moet worden, puur, er is geen Apple laptop te bekennen, en een band, in dit geval “The Mission Express”, James DeFrato (gitaar) , Kevin White( bass) en Vicente Rodriquez ( drums), die volledig op elkaar zijn ingespeeld.
Buiten een sterk gitaarspeler en een fijne liedjesschrijver is Chuck Prophet een entertainer, zonder zichtbare moeite pakt hij het publiek in zoals alleen de grote kunnen, oh ja hij behoort zeker ook tot die klasse met dit verschil dat hij voor zaaltjes van enkelen honderden mensen speelt in plaats van duizenden of tienduizenden maar dit wel met dezelfde inzet doet alsof hij voor tienduizenden speelt.
Op het luchtige “Jesus Was A Social Drinker” wordt de keyboardspeler van de Curse Of Lono, Dani Ruiz Hernandez gevraagd, om de synths te beroeren. Vanuit het publiek komt dan ook de vraag waarom mevrouw Prophet, Stephanie Finch, toetseniste en backing vocals in de band, er niet bij is. Een duidelijk antwoord komt er niet van Chuck, “hopelijk komt ze ons snel vervoegen”!
De nummers volgen elkaar snel op, allemaal van zijn laatste drie albums, “Temple Beautiful”, “Night Shift” en “Bobby Fuller Died For Your Sins”. “In The Mausoleum”, met Link Wray in gedachte, “Castro Halloween”, omdat het de periode van het jaar is zeker en het speelse “I Did” en “Summertime Thing” waarin Chuck laat horen dat hij een degelijk gitaarspeler is.
Solo op akoestische gitaar krijgt hij het publiek stil met het mooie “Open Up Your Heart”, waarna een korte intro van Lodi (CCR) de inzet geeft voor “Wish Me Luck” waarna hij met aandrang wil dat het publiek hem “good luck” wenst. Een hommage aan zijn favoriete baseball speler Willie Mays, “wat is voetbal toch saai anderhalf uur kijken zonder een goal te zien, dat gebeurt bij baseball niet” maakt een einde aan de set.
Eén bisnummer zit er nog aan te komen van een band die hij nog zag spelen toen hij jong was, The Flamin’ Groovies en hun powerpop klassieker “Shake Some Action”.
De muzikale kameleon Chuck Prophet gaf ons een ware rollercoaster van pure rock en roll klanken die nog lang zullen nazinderen!!!
Luc Nuyts
Setlist: Bobby Fuller Died For Your Sins/ Gone Away/ Lonely Desolation/ Bad Year For Rock And Roll/ Doubter Out Of Jesus/ You And Me Baby (Holding On)/ Temple Beautiful/ Castro Halloween/ Jesus Christ Was A Social Drinker/ You Did/ In The Mausoleum/ Fort Econoline/ Open Up Your Heart/ Summertime Thing/ Lodi-Wish Me Luck/ Willy Mays Up At Bat
Encore: Shake Some Action
.
Amber Run @ Het Depot, Leuven 27/10/2017
Aimee Mann @ De Roma, Borgerhout 21/10/2017
Epica @ Het Depot, Leuven 17/10/2017
Mayan @ Het Depot 17/10/2017
Neck Deep@AB, Brussel 16/10/2017
As it is@AB, Brussel 16/10/2017
Blood Youth@AB,Brussels 16/10/2017
Real Friends@AB, Brussels 16/10/2017
Slaid Cleaves @ CC De Breughel, Bree 10/10/2017
Bush@Trix, Antwerp 30/09/2017
BUSH @ TRIX, ANTWERPEN 30/09/2017 http://bush.com/ https://www.facebook.com/Bush.com//
Grunge, het muziekgenre dat einde jaren tachtig, begin negentig een opmars kende met die significante overstuurde gitaren gekoppeld aan de eenvoud van de punk en de indierock. De voornaamste exponenten van dit genre waren o.a. Soundgarden, Sonic Youth, Pearl Jam en vooral de bekendste Nirvana. De zelfmoord van Kurt Cobain, de leadzanger van Nirvana was een keerpunt voor het genre. Postgrunge kwam al snel na het overlijden van Kurt Cobain op. Bands uit deze stroming hebben muzikaal gezien grote grunge-invloeden. Waar grunge geënt was op de alternatieve underground van de jaren tachtig, was postgrunge weer geïnspireerd door de mainstream grunge en had daardoor een minder brede sound. De Britse band Bush was een van de belangrijkste post-grunge bands, met het uitbrengen van hun debuutalbum “Sixsteen Stone” (1994) verkochten ze meer dan 10 miljoen exemplaren in de US en bereikten ze met diverse nummers uit dit album de top 10 van de Billboard Top 100. Opvolger “Razorblade Suitcase” (1996) bevestigde hun reputatie in het genre, ”Swallowed” werd een enorme hit en het album bereikte weer een toppositie in de Amerikaanse charts. In thuisland Groot-Brittannië echter werd de band bijna helemaal genegeerd, alleen het nummer “Swallowed“ uit het tweede album bereikte een zevende stek in de hitlijsten. Gavin Rossdale zanger en songschrijver van de band, samen met gitarist Nigel Pulsord waren de voornaamste persoonlijkheden in de band. Ook hun derde album, waarop meer elektronische invloeden, “The Science Of Things” (1999), leverde weer enkele hitsingles op. In 2002 na het uitbrengen van hun vierde album “Golden State” verliet gitarist Nigel Pulsord de band, hij werd vervangen door Chris Traynor (Helmet). Wegens tegenvallende
verkoopcijfers hield Bush er mee op in 2002. De band komt in 2010 echter terug bij elkaar om enkele optredens te doen, in 2011 komt men met een nieuw album “Sea Of Memories” met de hit “The Sound Of Winter”. De grunge invloeden van de band zijn zowat volledig verdwenen men oriënteert zich meer op een pop/rock publiek. Zijn scheiding met Gwen Stefani in 2015 waarmee hij drie kinderen heeft, is voor een Rossdale een zware periode, hij probeert dit van zich af te schrijven op het nieuwe album “Black And White Rainbows” (2017), en tevens fungeert hij als coach in “The Voice UK”.
Support-act “RavenEye” laat horen dat er nog steeds plaats is voor het ‘hardrock’ genre op deze planeet. Met hun vernieuwende gedreven nummers verkennen ze alle kanten van het genre, gebracht met een jeugdig enthousiasme dat we al lang niet meer gezien hadden, allicht zullen ze ooit weleens thuiskomen met gebroken botten met al dat stuntwerk. Een driemans formatie, bluesgitarist Oli Brown vocals en gitaar, bassist Aaron Spiers en drummer Adam Breeze, die met hun debuutalbum “Nova” de lat echt hoog leggen. Vanaf “Get It Started” uit hun Ep “Breaking Out” tot hun afsluiter “you Got it” krijgen we een heerlijke set van rock, bluesrock, psychrock en stuntwerk, …. van een opwarmer gesproken!!!
Tijd voor Bush, glorieperiode eind jaren negentig, dus een uitverkochte Trix met dertigers. “Everything Zen” een topnummer uit hun debuutalbum mag de spits afbijten, Rosdale inmiddels een kwieke vijftiger zingt en danst als een jonge twintiger, nog steeds zonder buikje en met een kopje waar vele vijftigers jaloers op zouden zijn. Hoewel het de “Black And White Rainbows” tour is blijkt dit toch eerder een ‘greatest hits’ optreden te zijn. Uiteindelijk worden er twee nummers uit het nieuwe album gespeeld “Nurse” en “Lost In You”, nummers die aansluiten bij hun vroegere genre. Dat Gavin Rossdale de spilfiguur van de band is, is normaal, songschrijver en zanger en publiekslieveling, ook dat steekt hij niet weg, handjes schudden en zingen in de frontlinie van zijn fans, geen probleem.
Spraakzaam is hij niet, de favoriete nummers vliegen ons om de oren, toch een nieuw nummer “This Is War”, een vredesnummer, “Peace On Earth”!!!
Mega hit “Swallowed” en het vooral het door Rossdale solo gespeelde ‘Glycerine” werden natuurlijk meegezongen door het publiek. Afsluiten deed men met “Little Things” uit hun eerste album,
“Ok Everything Allright” zei gitarist Chris Taylor toen hij vlak voor ons de intro van “Machine Head” begon, Bush anno 1998, geweldige riff, geweldig nummer. De coverversie van “The One I Love” van REM mocht er zeker wezen en afsluter “Comedown” waarbij het publiek het refrein zingt is een geweldige alfsuitingsnummer. En als je denkt dat Gavin Rossdale zicht als een ster gedraagt, forget it, na het afsluitingsnummer gewoon over de nadar en de eerste rijen fans begroeten, moet kunnen!!!
Luc Nuyts
.
Grunge, het muziekgenre dat einde jaren tachtig, begin negentig een opmars kende met die significante overstuurde gitaren gekoppeld aan de eenvoud van de punk en de indierock. De voornaamste exponenten van dit genre waren o.a. Soundgarden, Sonic Youth, Pearl Jam en vooral de bekendste Nirvana. De zelfmoord van Kurt Cobain, de leadzanger van Nirvana was een keerpunt voor het genre. Postgrunge kwam al snel na het overlijden van Kurt Cobain op. Bands uit deze stroming hebben muzikaal gezien grote grunge-invloeden. Waar grunge geënt was op de alternatieve underground van de jaren tachtig, was postgrunge weer geïnspireerd door de mainstream grunge en had daardoor een minder brede sound. De Britse band Bush was een van de belangrijkste post-grunge bands, met het uitbrengen van hun debuutalbum “Sixsteen Stone” (1994) verkochten ze meer dan 10 miljoen exemplaren in de US en bereikten ze met diverse nummers uit dit album de top 10 van de Billboard Top 100. Opvolger “Razorblade Suitcase” (1996) bevestigde hun reputatie in het genre, ”Swallowed” werd een enorme hit en het album bereikte weer een toppositie in de Amerikaanse charts. In thuisland Groot-Brittannië echter werd de band bijna helemaal genegeerd, alleen het nummer “Swallowed“ uit het tweede album bereikte een zevende stek in de hitlijsten. Gavin Rossdale zanger en songschrijver van de band, samen met gitarist Nigel Pulsord waren de voornaamste persoonlijkheden in de band. Ook hun derde album, waarop meer elektronische invloeden, “The Science Of Things” (1999), leverde weer enkele hitsingles op. In 2002 na het uitbrengen van hun vierde album “Golden State” verliet gitarist Nigel Pulsord de band, hij werd vervangen door Chris Traynor (Helmet). Wegens tegenvallende
verkoopcijfers hield Bush er mee op in 2002. De band komt in 2010 echter terug bij elkaar om enkele optredens te doen, in 2011 komt men met een nieuw album “Sea Of Memories” met de hit “The Sound Of Winter”. De grunge invloeden van de band zijn zowat volledig verdwenen men oriënteert zich meer op een pop/rock publiek. Zijn scheiding met Gwen Stefani in 2015 waarmee hij drie kinderen heeft, is voor een Rossdale een zware periode, hij probeert dit van zich af te schrijven op het nieuwe album “Black And White Rainbows” (2017), en tevens fungeert hij als coach in “The Voice UK”.
Support-act “RavenEye” laat horen dat er nog steeds plaats is voor het ‘hardrock’ genre op deze planeet. Met hun vernieuwende gedreven nummers verkennen ze alle kanten van het genre, gebracht met een jeugdig enthousiasme dat we al lang niet meer gezien hadden, allicht zullen ze ooit weleens thuiskomen met gebroken botten met al dat stuntwerk. Een driemans formatie, bluesgitarist Oli Brown vocals en gitaar, bassist Aaron Spiers en drummer Adam Breeze, die met hun debuutalbum “Nova” de lat echt hoog leggen. Vanaf “Get It Started” uit hun Ep “Breaking Out” tot hun afsluiter “you Got it” krijgen we een heerlijke set van rock, bluesrock, psychrock en stuntwerk, …. van een opwarmer gesproken!!!
Tijd voor Bush, glorieperiode eind jaren negentig, dus een uitverkochte Trix met dertigers. “Everything Zen” een topnummer uit hun debuutalbum mag de spits afbijten, Rosdale inmiddels een kwieke vijftiger zingt en danst als een jonge twintiger, nog steeds zonder buikje en met een kopje waar vele vijftigers jaloers op zouden zijn. Hoewel het de “Black And White Rainbows” tour is blijkt dit toch eerder een ‘greatest hits’ optreden te zijn. Uiteindelijk worden er twee nummers uit het nieuwe album gespeeld “Nurse” en “Lost In You”, nummers die aansluiten bij hun vroegere genre. Dat Gavin Rossdale de spilfiguur van de band is, is normaal, songschrijver en zanger en publiekslieveling, ook dat steekt hij niet weg, handjes schudden en zingen in de frontlinie van zijn fans, geen probleem.
Spraakzaam is hij niet, de favoriete nummers vliegen ons om de oren, toch een nieuw nummer “This Is War”, een vredesnummer, “Peace On Earth”!!!
Mega hit “Swallowed” en het vooral het door Rossdale solo gespeelde ‘Glycerine” werden natuurlijk meegezongen door het publiek. Afsluiten deed men met “Little Things” uit hun eerste album,
“Ok Everything Allright” zei gitarist Chris Taylor toen hij vlak voor ons de intro van “Machine Head” begon, Bush anno 1998, geweldige riff, geweldig nummer. De coverversie van “The One I Love” van REM mocht er zeker wezen en afsluter “Comedown” waarbij het publiek het refrein zingt is een geweldige alfsuitingsnummer. En als je denkt dat Gavin Rossdale zicht als een ster gedraagt, forget it, na het afsluitingsnummer gewoon over de nadar en de eerste rijen fans begroeten, moet kunnen!!!
Luc Nuyts
.
Raven Eye@Trix, Antwerp 30/09/2017
Matthew and The Atlas@ De Lutherse
Kerk Maastricht 24/02/2017
Layla Zoe@De Bosuil, Weert 24/09/2017
Sass Jordan@De Bosuil, Weert 24/09/2017
Third Eye Blind@Het Depot, Leuven 23/09/2017
Lucinda Williams@Het Rivierenhof, Antwerpen 31/02/2017
Steve Wickham & Joe Chester@Dubh-Linn,
Wolfsdonk-Langdorp 30/08/2017
atelier32.be/concerten/steve-wickham-en-joe-chester-dubh-linn-wolfsdonk-langdorp-30082017/
Bryan Adams@Middelkerke
Gevarenwinkelfestival
Vrijdag 25/08/2017
Zaterdag 26/08/2017
JP Cooper@Het Depot, Leuven
Jake Isaak@Trix 07/05/2017
Good Charlotte@AB, Brussel
The Vegabonds@De Bosuil, Weert
Gov't Mule@De Roma, Antwerp 06/06/2017
The Brandos@De Bosuil, Weert 01/06/2017
Venice@De Bosuil, Weert 12/05/2017
Nikki Lane@AB, Brussels 26/05/2017
Mark Ford@Spirit of 66, Verviers 25/05/2017
Daan@De Muziekodroom, Hasselt 10/05/2017
Paul Carrack@De Roma, Antwerp 09/05/2017
Dan Patlansky@De Bosuil, Weert 30/04/2017
Dana Fuchs@De Bosuil Weert 16/04/2017
Hooverphonic@Casino,
Beringen 14/05/2017
Dave Hause&The Mermaids@Muziekodroom,
Hasselt 11/03/2017
Lindsey Stirling@AB, Brussels 21/03/2017
Elvis Costello@De Roma, Antwerp 12/03/2017
Strand of Oaks@De Zwerver, Leffinge
The Delta Saints@Mec, Bredene 02/03/2017
Rival Sons@Trix, Antwerp 25/02/2017
Matthew and The Atlas@Het Depot, Leuven 24/02/2017
Tom Odell@AB, Brussels 20/02/2017
Grant Lee Philips@De Roma, Antwerp 18/02/2017
Johnny Swimm@AB Brussels 14/02/2017
James Mc.Murthry@Het Manuscript, Oostende 09/02/2017
The head and the Heart@Het Depot, Leuven 27/01/2017 |
St.Paul and the Broken Bones@Het Depot, Leuven 22/01/2017
Nick Lowe@Het Depot, Leuven 03/12/2016
Bent van Looy@Het Depot, Leuven 26/11/2016
Admiral Freebee@Het Depot, Leuven 24/11/2016
Tony Joe White@Spirit of 66, Verviers 18/11/2016
Thomas Rhett@Trix, Antwerp 16/11/2016
The Roomsounds @ Het Manuscript, Oostende 31/10/2016